TOPMANAGEMENT


Nieuwe topman is techneut
2005/03/15 in Intermediair p.23,25 door Chris van de Wetering m.m.v. Jos van Hezewijk

Topmannen met lagere school, twee danslessen en een zwemdiploma zijn tot uitsterven gedoemd. De nieuwe commissaris heeft een academische graad en specialistische ervaring.

   
Techneuten aan de top
1 Ir. Rene Dahan (1941)
Studeerde aan de Koopvaardij Academie in Casablanca, aan de Hydrografieschool in Bordeaux, deed de scheikundige ingenieursopleiding in Fawley, Engeland, en een post-doctoraal managementprogramma aan de Harvard Business School. Begon zijn carrière bij Esso Nederland en werd uiteindelijk tweede man bij het Amerikaanse Exxon Mobile. Is president-commissaris van Ahold en commissaris bij VNU, Aegon en TPG.
2 Drs. ir. Jeroen van der Veer (1947)
Dankt de hoge plaats op de lijst aan zijn positie als voorzitter Groepsdirectie van Shell. Hij is daarnaast nog commissaris bij Unilever en bij De Nederlandsche Bank. Studeerde werktuigbouwkunde in Delft, economie in Rotterdam, en begon meteen na zijn militaire dienst bij Shell. Hij leidde tot vorig jaar de Nederlandse tak van Shell. Na het gedwongen vertrek van topman Phil Watts werd hij de nieuwe ceo.
3 Dr. ir Aad Veenman (1947)
Ex-topman Stork, huidig president-directeur van de NS, schopte het via de lts tot doctor in de werktuigbouw. Is commissaris van de Rabobank, Athlon en president-commissaris bij Ten Cate.
4 Ir. Bernhard Bijvoet (1940)
Oud-topman Campina. Studeerde agrarische economie aan de landbouwuniversiteit Wageningen. Maakte carrière in de zuivel, onder meer bij Frico en Campina Melkunie. Is commissaris van de Rabobank, Essent, Cehave Landbouwbelang.
5 Ir. Marike van Lier Lels (1959)
Voormalig operationeel directeur Schiphol, studeerde maritieme techniek. Ze was algemeen directeur bij Van Gend & Loos en logistiek manager bij Nedlloyd. Is commissaris bij KPN, United Services Group en bekleedt bestuursfuncties bij Design Academy, TU Delft, De Baak, VNO en de Koning Willem I Stichting.
Deze top-vijf is gebaseerd op de top-100 invloedrijkste commissarissen van Elite Group (www.elite-research.org)
De Nederlandse commissaris is
- Gemiddeld 62 jaar oud
- Een man (in 2004 is er niet één vrouwelijke commissaris bij gekomen)
- Waarschijnlijk ooit lid van het studentencorps geweest (tachtig procent)
- Vrijwel zeker niet afkomstig van de universiteit (vijf procent is dat wel)
- Misschien houder van een of ander erebaantje op een universiteit (38 procent)
Waar komen commissarissen toch vandaan?
1 Erasmus Universiteit Rotterdam
2 Technische Universiteit Delft
3 Universiteit van Amsterdam
4 Rijks Universiteit Leiden
5 Buitenlandse instelling (meestal mba)

De tijd dat de top van het bedrijfsleven bestond uit algemene managers die van alles wat en van niks alles wisten, is straks voorgoed voorbij, zei Hans Wijers, bestuursvoorzitter van Akzo Nobel, onlangs in Het Financieele Dagblad. De voormalige minister van Economische Zaken ziet zichzelf als de 'laatste der Mohikanen'. Zelf geeft hij als econoom nog leiding aan een chemisch concern, maar hij verwacht dat straks iemand met een gedegen bèta-achtergrond op zijn plek zal zitten. De bedrijfstop zal straks bestaan uit hooggekwalificeerde specialisten die tot meer in staat zijn dan het geven van een borreltafeladvies, verwacht hij. En dan niet alleen economen en financieel specialisten of investment bankers, maar ook mensen die een exacte studie afgerond hebben. 'Je zult steeds vaker zien dat de mensen aan de top zelf ook heel goed snappen hoe die stofjes gemaakt worden, hoe je die proeven doet. En die niet, zoals ik, toch vaak denken: waar hebben ze het over?', aldus Wijers.
Of Wijers gelijk krijgt, moet nog blijken. Maar dat de specialist in de raden van commissarissen terrein wint op de generalist, staat wel vast, zeggen headhunters. Zo ziet Kees Cloin van GITP een grotere vraag naar wat hij functionele specialisten noemt, mensen met kennis op een bepaald vakgebied of van een bepaalde branche. De mix van portefeuilles in de raad van commissarissen is belangrijker geworden, constateert hij. 'Vroeger gingen we er meer van uit dat iedereen overal verstand van had, nu zoeken we gerichter naar iemand die veel weet van logistiek, die een grote financiële expertise heeft, wat weet van human resources management of bijvoorbeeld op de hoogte is van internationaal recht.' Een commissariaat vervulde je als een vriendendienst, vertelt Olaf Smits van het Commissarissenregister. 'Je kwam elkaar tegen bij golf of bridge en vroeg elkaar dan, tegenwoordig wordt wat meer gelet op iemands deskundigheid. Dat is het gevolg van de grotere aansprakelijkheid en de toegenomen claimcultuur, sinds in de jaren tachtig commissarissen aansprakelijk gesteld werden door de curator in de Tilburgse Hypotheekbankzaak en de Ogem-zaak.'

Werktuigbouwkundige
Een recente telling van Elite Group, het onderzoeksbureau van Jos van Hezewijk, bevestigt dit beeld. Van Hezewijk turfde in 2004 aanzienlijk meer commissarissen met een bèta-achtergrond (vooral afkomstig van de Technische Universiteit Delft) dan in 1998. Zoals de werktuigbouwkundige Aad Veenman, die als NS-topman ook nog tijd vindt voor drie commissariaten. Of de maritiem technicus Marike van Lier Lels, die onlangs opstapte als operationeel directeur bij Schiphol en Jeroen van der Veer van Shell, werktuigbouwkundige (maar ook econoom). Van Hezewijk telde eveneens meer juristen, bedrijfskundigen, bedrijfseconomen en economen onder de commissarissen.
Uit Van Hezewijks tellingen blijkt verder dat het Nederlandse bedrijfsleven bijna exclusief geleid wordt door academici. De directeur met alleen middelbare school of zelfs lagere school is uit de raden van commissarissen verdwenen. In 1986 turfde Hezewijk nog vijf commissarissen met alleen middelbare school en vier met alleen lagere school. In 1998 telde hij nog maar zes toezichthouders met alleen middelbare school of minder. Vooral de studie economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is een goede leverancier van commissarissen, maar de Technische Universiteit Delft is in opkomst.
Duidt dit alles nu op een fundamentele omslag? Zou je kunnen zeggen dat de ongeschoolde topman door de mand is gevallen? Is academische kennis een selectiecriterium geworden? En dan met name als het om technische studies gaat? Het antwoord op deze vragen luidt vermoedelijk nee.
Mensen als Jeroen van der Veer en Van Lier Lels zijn niet boven komen drijven door hun technische achtergrond, maar vanwege hun brede managementervaring in het bedrijfsleven. 'Ze worden natuurlijk gevraagd vanwege hun operationele kennis, hun managementervaring', zegt Cloin van GITP. 'Ze hebben een helikopterview én een specialistische achtergrond. Maar hun persoonlijkheid speelt ook een rol. Een commissaris moet bijvoorbeeld niet steeds de neiging hebben om op de stoel van de bestuursvoorzitter te gaan zitten.' Wel zou je misschien kunnen zeggen, filosofeert Cloin, dat mensen met een bètaopleiding net wat slimmer zijn dan bijvoorbeeld economen of psychologen. Dat zal de reden zijn dat ze hoger uitkomen in de organisatie en gemakkelijker voor een commissariaat in aanmerking komen. 'Een Jeroen van der Veer doet er nog gemakkelijk een studie economie, psychologie achteraan of een mba. Maar een jurist, econoom of psycholoog zal niet snel nog een studie werktuigbouwkunde doen', zegt Cloin.

Studeerkamergeleerden
Pieter-Paul Peters van Spencer Stuart ziet naast de verschuiving van generalist naar specialist ook een conjunctureel effect in de samenstelling van de raden van commissarissen. 'Als het economisch tegenzit, wordt de financiële discipline populair. In een opgaande conjunctuur denken ondernemingen aan investeringen en dan trekt de vraag aan naar technische en commerciële mensen.'
Op studeerkamergeleerden zitten ze in de boardrooms kennelijk niet te wachten. Het universitaire niveau is meegenomen, maar praktijkervaring noodzakelijk. In 1998 was zestien procent van de commissarissen afkomstig uit de universitaire staf, in 2004 nog maar vijf procent. Omgekeerd zijn in het bedrijfsleven geschoolde commissarissen wel in trek in academische kringen: ze krijgen steeds vaker een of ander erebaantje of -doctoraat aan een universiteit.
Dat er nauwelijks nog commissarissen zijn zonder een academische titel, wil overigens niet zeggen dat wetenschappelijk onderwijs een selectiecriterium is geworden. Topmannen zijn nu eenmaal meestal toch redelijk slimme mensen en die hebben tegenwoordig bijna allemaal een academische titel op zak. Cloin: 'Vroeger kwam niet iedereen aan een opleiding toe, zoals Boonstra, de zoon van een melkboer die naar de mulo ging. Nu wordt iedereen op de kleuterschool al getest. En het hoger onderwijs is verbeterd en veel toegankelijker geworden. De kans dat iemand op latere leeftijd over een onontdekt talent blijkt te beschikken, is veel kleiner geworden.'