TOPMANAGEMENT
Alle kennis ligt hunkerend op je te wachten
2004/12/01 in EventMagazine p.49-52 door Jos van Hezewijk
Waar blijft dat leuke en leerzame intra/extra-net?
Er is altijd iemand in je netwerk, die de oplossing heeft voor jouw problemen. Maar wie? Zolang intra- en extra-nettten nog saaie elektronische kaartenbakken zijn, blijft het behelpen en wordt het niets met de kenniseconomie.
Netwerken draait om kennis
Een van de grootste misverstanden over networking is dat het om ritselen gaat. Ik moet toegeven dat het soms wel gemakkelijk is. Maar je kunt niet met al je klantjes vriendjes zijn. Bovendien willen ze daar altijd iets voor terug (win-win). Verder loop je met dat geritsel nogal risico's, zoals we hebben gezien bij Ahold-topman
Cees van der Hoeven, Havenbaas Willem Scholten en LPF-voorzitter Ed Maas, om maar een paar voorbeelden te noemen uit ons onderzoek naar topfunctionarissen.
In feite zijn netwerken veel interessanter vanwege de informatie, die er in aanwezig is. Als je weet wat er leeft in je markt, dan is succes een kwestie van inkoppen voor open doel. Je weet wat de problemen en behoeftes zijn. En je kunt op het juiste moment met een goede oplossing komen, zodat er dan veel geld valt te verdienen. Niet voor niets kon Heer Bommel zeggen: "Geld speelt geen rol". Hij behoorde tot het elitenetwerk en wist precies wat er leefde. Nu staan wij over het algemeen niet zo centraal in de voor ons belangrijke netwerken, dat alle informatie ons komt aanwaaien. Maar dit wil nog niet zeggen dat we kansloos zijn. Want al die honderden mensen die wij kennen en alle duizenden die deze kennissen weer kennen, hebben heel wat kennis te bieden.
Alle benodigde kennis zit in je kennissennetwerk
Voor mijn studie Bedrijfskunde moest ik een scriptie over marketing maken. Onze docent marketing kwam van Philips en hield ons steeds voor hoe moeilijk het was om erachter te komen wat de klanten wilden. U kent dat probleem vast wel. Plotseling bedacht ik dat de Philips-medewerkers de oplossing voor het probleem waren. Als alle medewerkers van Philips gedurende twee weken aan vijfentwintig mensen zouden vragen wat ze van producten van Philips vonden, zouden deze medewerkers na die twee weken allemaal bij elkaar precies weten wat alle (potentiële) klanten van Nederland wilden. Sterker nog. De medewerkers van Philips worden voortdurend lastig gevallen
door hun omgeving over de producten van Philips. Dus ze weten met z'n allen wat de klanten willen. Dit geldt niet alleen voor Philips, maar ook voor onszelf. Weliswaar heeft een organisatie als Philips een veel groter netwerk dan velen van ons, maar het heeft ook een grotere markt. Alle marketinginformatie, die wij nodig hebben zit in de hoofden van onze kennissen.
De techniek om die kennis te vinden bestaat al
Het probleem zit 'm dan alleen nog in een informatiesysteem dat deze kennis opslaat en ontsluit. De techniek daarvoor bestaat. Maar bij gebrek aan een goed intra- en extranet zijn we nu nog aangewezen op een verouderde techniek als een goed gesprek, de telefoon en email, die overigens niet altijd te vervangen zijn. Maar je moet dan behoorlijk thuis zijn in allerlei networking-trucs om de informatie
slechts af en toe te achterhalen. En dan ben je nog uren aan het babbelen over ditjes en datjes voordat je je informatie hebt. We mochten willen dat er een intra- of extranet was, waarin iedereen uit ons netwerk al zijn relaties, kennis en beoordelingen had opgeslagen. Met enkele googliaanse zoekwoorden zou je de gewenste informatie kunnen oppikken. Sterker nog. Deze informatie zit al bij iedereen in zijn
computer. Technisch gezien is het een kwestie van SAPpig aan elkaar knopen en een goede zoekmachine.
We willen niet met iedereen kennis delen
Het probleem is dus niet van technische aard. Het probleem is dat wij onze kennis helemaal niet zomaar met Jan en alleman willen delen. Of zoals mijn docent Marketing van Philips uitriep: "Wat moet mijn marketingafdeling dan nog doen?" Emoties verhinderen -overigens terecht- dat software op dit gebied als visiblepath, tribe.net en LinkedIn een succes worden voor serieuze zakelijke toepassingen. Het
blijft nu een goed scorend speeltje voor kinderen met oninteressante relatienetwerken.
Maar aan deze emotionele blokkades valt wel iets te doen. Zo zou je alle informatie kunnen afschermen. Het enige wat iemand kan vinden op zo'n intra- of extranet is dan dat één of meer personen de voor jou benodigde informatie hebben. Je weet niet wie
en niet wat. Je zou dan wel een email naar deze onbekende personen kunnen sturen met een goed omkleed verzoek deze voor jou ter beschikking te stellen. Jij als vrager moet dan met de billen bloot en de aanbieder beslist of hij de gevraagde informatie aan jou ter beschikking wil stellen. Er zijn vele redenen om dit te weigeren. Als jij bijvoorbeeld iemand bent die zelf nooit iets ter beschikking stelt -dit kun je zichtbaar maken- dan zal jou deze informatie geweigerd worden. Je mag jezelf dan wel eens achter de oren krabben. Maar goed, dit soort systemen is nog toekomstmuziek. Voorlopig blijft het behelpen met saaie geautomatiseerde kaartenbakken.
Geautomatiseerde netwerken moeten sexy zijn
Maar deze digitale kaartenbakken zouden we om te beginnen ook al een stuk leuker kunnen maken. Blijkbaar hebben we nog niets geleerd van goeddraaiende hobbyclubs, communities, events en internet. Een goed netwerk draait namelijk op emotie. Geen wonder dat bijna niemand iets in deze saaie digitale kaartenbakken stopt. Waarom worden medewerkers of leden van een organisatie niet gestimuleerd om bijvoorbeeld persoonlijke zaken als hobbies, leuke gedachtes, gedichtjes of wat dies meer zei in deze kaartenbakken te stoppen. Dan ga je misschien wel voor je lol surfen door de organisatie. En spelenderwijs ontdek je ook de kennis. Overigens kunnen we voor networking en een intra- of extranet nog iets leren van goeddraaiende communities en events. De deelnemers moeten namelijk iets gemeenschappelijks hebben. Je kunt niet iedereen zomaar op elkaar aansluiten. Deelnemers willen alleen maar kennis delen als er een vonk overslaat.
Voor wat hoort wat bij networking
Kennis delen wordt ook nog op een andere wijze geblokkeerd. Informatie stoppen in die electronische systemen lijkt namelijk verspilde energie. Een ander belangrijk principe bij networking en bij deze kaartenbakken is: voor wat hoort wat. Als je iets in het systeem stopt, moet je direct beloond worden. Je zou je kunnen voorstellen dat als je een hobby in dit digitale relatiebestand intikt, de computer laat zien hoe de percentuele verdeling van de hobbies van je relaties is en hoe deze zich verhoudt ten opzichte van die van de hele organisatie. Bij het intikken van een postcode kan de computer tonen hoe de geografische verdeling is van jouw relatienetwerk en dat van de organisatie. Je typt niet langer informatie in een diep zwart gat. Met die informatie wordt meteen iets voor jou gedaan. Zo'n intra/extra- net zou zelfs aan je tekstverwerker kunnen hangen. Bij iedere organisatie of persoon dat je intypt gaat de computer aan het werk en laat je van deze organisatie of persoon zien hoeveel anderen uit je netwerk contact hebben, wat de meest voorkomende woorden zijn in de rapporten en andere marketinginformatie. Dan hoef je zelfs niet meer dat moeizame initiatief te nemen om te gaan zoeken op dat intra/extra-net. Het zou iets voor een krantenredactie zijn. Rolt er automatisch nieuws uit. Niet alleen word je meer gestimuleerd om iets toe te voegen aan het systeem of de digitale community, maar ook leer je spelenderwijs de informatie uit je eigen netwerk en dat van je organisatie kennen.
Kenniseconomie is dus geen kwestie van meer kennis, want kennis is er genoeg. Kenniseconomie betekent dat al die nuttige kennis eindelijk eens beter gedeeld wordt. Laten we het geld besteden aan een leuke en leerzame intra/extra-netwerk.