TOPMANAGEMENT


Wandelgangen
1999/02/01 in Elan p.9 door Jos van Hezewijk

Bestuurders van ondernemingen zijn zeker geen flexwerkers. Ze hebben hun gehele leven al hun tijd ingezet om aan de top te komen en zo’n investering schrijf je nimmer af. Ze gaan dus in principe nooit vrijwillig weg voor het pensioen.. In dit licht van gedwongen pluche-plakkerij moeten we constateren dat er enkele opmerkelijke verschuivingen aan de toppen van het Nederlandse bedrijfsleven hebben voorgedaan. Het moge inmiddels duidelijk zijn dat Jan Baan niet voor de lol is opgestapt bij "zijn" Baan Company. Opmerkelijk is wel dat de Amerikaanse mevrouw Mary Coleman bestuursvoorzitter wordt. Niet dat we iets hebben tegen buitenlandse bestuursvoorzitters, maar normaal hangen ze er toch maar zo’n beetje bij in de raad van bestuur als excuus voor grote buitenlandse belangen en ter informatie. Het aantreden van Coleman lijkt meer op een Amerikaanse overname. Zeker gezien het feit dat de wisseling ook door enkele Amerikaanse beleggers is afgedwongen.
Fusies zijn maar moeilijk van overnames te onderscheiden. Bij de fusie van Dura en Vermeer lijkt Vermeer de onderliggende partij. Niet alleen is de topman van Dura D. Well (50) topman van de combinatie geworden, maar ook mag de topman van Vermeer J.W. van Spaendonck, overigens al 62 jaar oud, het genoegen van het fusie-pluche niet meer smaken. Schaalvergroting en rationalisatie van het management lijken in de wat achtergebleven bouw wel nog grote voordelen op te kunnen leveren.
Die vruchten mag André Baar (55) - officieel vertrekt hij wegens ziekte - als topman van NBM-Amstelland ook niet meer plukken. Die eer valt zijn opvolger J.W. van Bussel (51) te beurt. Onder Van Bussel zou de rationalisatie van management wel eens zijn beslag kunnen krijgen. Deze meester in de rechten zal ongetwijfeld een rationeler stijl van leidinggeven hanteren dan zijn flamboyante selfmade voorganger Baar, die naam heeft verworven met zijn frequente aanwezigheid in het half-criminele wereldje van "barretje Hilton" en dientengevolge als verdachte van "de beursfraude".
Topman Cor Boonstra van Philips heeft de verantwoordelijkheid voor het falen bij core-business telefonie kunnen delegeren naar zijn bestuurscollega Doug Dunn (54). Aangetreden pas op de dag van de arbeid van het afgelopen jaar, mocht hij op 1 december al weer aftreden. In het kielzog van Dunn vertrekt 1 april wederom een buitenlandse bestuurder, Dudley Eustace (62). Weliswaar is hij formeel aan zijn pensioengerechtigde leeftijd toe, maar hij had begin 1998 nog aan omstanders verteld dat hij had bijgetekend tot in 2000. Eustace, niet geheel vrijwillig afkomstig van British Aerospace, was zeker geen buitenlandse "excuus-Truus", maar moest de financiële controle op orde brengen bij Philips. Met Eustace zijn ook alle sporen van Timmer uitgewist. Bij de vroegere Philips-dochter ASML waren opties ooit bedoeld als bindingspremie. Dat is nu verworden tot gouden oprotpremie. Directielid Gerard Verdonschot, een van de grondleggers, zien we dan ook per 1 juli 1999 zijn biezen pakken, tevens geïnspireerd door de slechte vooruitzichten. P. Wennink ziet de toekomst minder donker en is directielid geworden. Als accountant van Deloitte & Touche was hij overigens in het verleden betrokken bij de beursgang. Accountants hebben we echter in het verleden meermalen zien mislukken als manager.
En zo lijkt de aanzet voor boeiende wandelgangen in 1999 door de directeuren constant zelf te worden gegeven. Dus zullen ook dit jaar de wandelgangen vol blijven van rumoer.