TOPMANAGEMENT

Column De Elite


In Management Team door Jos van Hezewijk

Het maakt de academisch gevormde bovenlaag niet uit hoe, als ze maar besturen
2002/06/28 in Management Team door Jos van Hezewijk

'Vernieuwing' is een heel oud recept van nieuwe elites om het establishment binnen te dringen. Eerst wandelen de missionarissen binnen, dan slechten de frontsoldaten met behulp van een volksleger de bolwerken, waarna de nieuwe elite zijn intrek neemt in de achterkamertjes. Zo werd in de hippe sixties de vernieuwingsboodschap verkondigd door provo's als Roel van Duyn, slechtte Hans van Mierlo met zijn D66-frontsoldaten de bolwerken, waarna in de jaren zeventig Joop den Uyl via het nu zo gehate Nieuw Links zijn intrek nam in de achterkamertjes. Na elke slag worden de missionarissen roependen in de woestijn. De frontsoldaten trekken zich terug naar de zijlijn. Het volksleger mag inrukken.
Door het werk van de nieuwe linksen en dankzij aansprekend taalgebruik konden Hans Wiegel, met het vernieuwde rechts bij de VVD, en Dries van Agt, met het vernieuwde midden bij het CDA, een plaatsje op het pluche innemen. De nieuw-rechtse missionarissen, frontsoldaten en burgers waren hier niet eens nodig.
Zij ondernamen liever eerst hun lange mars door de commerciële instituties. In het bedrijfsleven werd in de jaren tachtig de revolutie uitgeroepen door managementgoeroes als Arie van der Zwan en yuppies als wapenleverancier Joep van den Nieuwenhuyzen. In de jaren negentig leken de old boys in de slag om de aandeelhouders het onderspit te delven in de Nieuwe Economie. En nu ziet het ernaar uit dat de verguisde old boys alleen wat pluche-plaatsjes hoefden af te staan aan de pensioenfondsbestuurders van VNO en FNV.
De commerciële nieuw-rechtse frontsoldaten hadden in de jaren tachtig en negentig nog altijd geen plaats onder de politieke zon veroverd. Nadat nieuw-rechtse missionarissen als wijlen Hans Janmaat en Frits Bolkestein het poldermodel hadden gedemoniseerd, wachtte de schare van rechtsgeaarde gelovigen al jaren op de bevrijding. Frontsoldaat Fortuyn zaliger veroverde met hen Den Haag. Zijn nieuw-rechtse kameraden, internetgoeroe Roel Pieper, McKinseyaan 'Mickey' Huijbregtsen en maffia-advocaat Gerard Spong, staan te trappelen voor de politieke bankjes. Bij de gevestigde partijen, CDA, VVD en PvdA maken op hun beurt nu voormalige buitenstaanders gebruik van de nieuw-rechtse 'vernieuwing' om de partijkaders binnen te dringen.
De veelgewraakte afstand tussen bestuurders en kiezers of klanten zal door het aldus gevormde nieuwe establishment niet kleiner worden. Integendeel. Zowel intellectuele missionarissen als doctor Bolkestein, frontsoldaten als wijlen professor Pim met zijn kornuiten en de nieuwe elite waartoe professor Jan Peter Balkenende behoort, maken deel uit van een academisch gevormd kartel. Dit wordt langzaam maar zeker het nieuwe afstandelijke regentendom in alle sectoren van de maatschappij, ook in bedrijven.
Hoe dan ook, de gapende kloof tussen kiezers of klanten en bestuurders heeft niets van doen met het probleem van het monopolie van de politieke partijen op het landsbestuur en de ijzeren greep van de managerial class op corporate Nederland. In de jaren vijftig was het fenomeen baantjes verschaffen veel dieper doorgedrongen in de samenleving, anders dan prominente politicologen ons willen doen geloven. Destijds kwam zelfs het hoofd der school uit de eigen zuil. De slinkende betrokkenheid van burgers bij de politiek wordt al evenmin veroorzaakt door de ontideologisering van de politieke partijen. Immers de burgerij wierp in de afgelopen eeuw als eerste zelf haar ideologische veren af. De huidige ontevredenheid duidt zelfs op toegenomen betrokkenheid.
Dat kiezers, klanten en aandeelhouders door de academisch gevormde bovenlaag monddood worden gemaakt, kun je ook niet echt zeggen. De vele stemmen op wijlen professor Pim bewijzen het ongelijk van degenen die dit vinden: de kiezers hebben klip en klaar de thema's immigratie en veiligheid op de politieke agenda gezet. In het bedrijfsleven is menig topmanager aan de kant gezet tengevolge van de massale afwijzing van nieuwe digitale speeltjes door klanten en aandeelhouders. Ook met de massale strategische keuze van heidenen voor de rechtsdraaiende christelijke professor Balkenende legt de bevolking het academisch gevormde regentendom haar wil op.
Geen probleem voor de regenten. Die maakt het niet uit hoe ze besturen, als ze maar besturen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Old boys regeren krachtiger, stem op een achterkamertjesmanager
2002/06/14 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Topmanagers uit het bedrijfsleven zouden Nederland daadkrachtiger kunnen regeren dan nu gebeurt, beweren oud-topman Wim Dik van KPN, Jan Kalff van ABN Amro, Ton Risseeuw van Getronics en Ad Veenman van Stork in NRC Handelsblad van 18 mei. Maar die topmanagers durven zich volgens de heren niet kandidaat te stellen vanwege de noodzaak tot draagvlak, lees: te weinig achterkamertjespolitiek, de publieke verantwoording - die Jan Kalff de 'uitspraken voor de Bühne' noemt - en het grote afbreukrisico. In het bedrijfsleven kom je inderdaad gemakkelijker terug op het pluche. Maar laten we het huidige bestuur van Nederland eens vergelijken met het topmanagement van het bedrijfsleven.
De achterkamertjespolitiek in Den Haag is een feit. De regering bestaat vooral uit voormalige ambtenaren. Maar in het bedrijfsleven is dat niet anders. De meeste topmanagers komen voort uit het eigen bedrijf. In beide gevallen worden bestuurders aangenomen door de toezichthouders. De Kamerleden met hun controlerende taak worden iedere vier jaar gekozen door de burgers, de aandeelhouders van Nederland. De aandeelhouders van het bedrijfsleven hebben daarentegen het nakijken. De toezichthoudende commissarissen benoemen hun nieuwe collega's zelf, via coöptatie. Na jaren gezeur ziet het ernaar uit dat aandeelhouders binnenkort enige invloed zullen krijgen op dit old boys network.
De meeste toezichthoudende politici die de ambtenaren moeten controleren, zijn zelf ambtenaar geweest. Prominente politicologen spreken zelfs van een schijndemocratie, een coöptatiesysteem van politieke en bestuursbaantjes, één circuit van controleurs en gecontroleerden afkomstig van politieke partijen. Maar het kan nog erger. In het bedrijfsleven zijn de toezichthoudende commissarissen vrijwel altijd directe oud-collega's van de te controleren raad van bestuur. Genoemde Ton Risseeuw is commissaris bij Wim Diks KPN en Wim Dik Bij Jan Kalffs ABN Amro, Jan Kalff bij Ad Veenmans Stork, enzovoorts. Regelmatig waren commissarissen zelfs topman van hetzelfde bedrijf. Zo is oud-topman Jan Kalff van ABN Amro daar ook controleur, evenals Wim Dik bij zijn voormalige postbedrijf. Buitenstaanders kunnen de complexe materie moeilijk behappen, is het excuus van de old boys. Onze topmanagers vinden de openheid in de politiek veel te groot. Wim Dik: 'In een bedrijf werkt het niet om bij iedere beslissing aan het personeel te vragen: wat vindt u ervan?' En Aad Veenman: 'Dat gedoe over iemands dienstauto'. Nu moeten Kamerleden zich weliswaar onder druk van de publieke opinie te vaak uitspreken over concrete details, maar de gang van zaken in het bedrijfsleven is het andere uiterste. Zelden wordt de reden van vertrek van een bestuurder toegelicht, of die wordt vaag afgedaan met iets als 'om persoonlijke redenen'. Al een halve eeuw wordt de strijd met de aandeelhouders om een inzichtelijk jaarverslag tegengegaan onder het motto: openheid is een teken van zwakte.
Op te geringe betrokkenheid van de aandeelhoudende burgers van Nederland hebben de topmanagers geen kritiek. Terecht. Het zal nog lang duren voordat 70 procent van de aandeelhouders van hun onderneming ter stemming komen. Dat heeft ook geen zin, want het stemrecht is veelal voorbehouden aan een stichting waarin de heren topmanagers zelf de scepter zwaaien. Aandeelhouders kunnen enkel met hun voeten stemmen op de aandelenbeurs.
Maar de soep wordt niet zo heet gegeten als-ie wordt opgediend. In de praktijk hebben ook stakeholders in het bedrijfsleven enige invloed. Topman Ewald Kist van ING kijkt verder dan zijn neus lang is en ziet niet zo veel verschil met het landsbestuur. Hij noemt een ceo net zo kwetsbaar als een minister; die moet even vaak overleggen met de raad van bestuur, de ondernemingsraad en de commissarissen als een bewindspersoon met het kabinet en het parlement. Geen wonder dat ING het goed doet. Ook het bestuur van Nederland mag er zijn, als aandeelhoudende burgers de prestatie van Nederland afmeten aan buitenlandse concurrenten. Nederland staat in de top tien van landen waar het goed gaat. Van zo'n succes kunnen KPN, ABN Amro, Getronics en Stork alleen maar dromen.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Succesvolle polderoudjes worden oppasopa van het bedrijfsleven
2002/05/31 Management Team door Jos van Hezewijk

De pers heeft na eerdere lof voor de paarse en de internethype het huidige poldertijdperk plotseling uitgeroepen tot een zwarte bladzijde in de geschiedenis en jaagt nu op zondebokken. De altijd gelijk krijgende kiezer, klant en aandeelhouder maakt na de hype van iedere molshoop een berg. Neerlands old boys vreesden een oneervol afzwaaien en besloten dat ze maar beter bij een goede gelegenheid tijdig met vut konden gaan. Worden ze tenminste in de annalen nog als good guy bijgeschreven.
Zo werd bestuursvoorzitters Cees Smaling van PCM, Kees van Lede van Akzo Nobel, Kees Storm van Aegon, Karel Vuursteen van Heineken, Cor Boonstra van Philips, Ton Swelheim van Nuon, Pieter Korteweg van Robeco, Leo Berndsen van Nedlloyd, Antoon van den Berg van Dumeco, Herman de Boon van Cebeco en Cees Knol van Geveke de poten onder de zetel vandaan gezaagd.
Evenzo minister-president Wim Kok. De mislukte bescherming van de moslimenclave Srebrenica kan nauwelijks de reden zijn geweest van zijn opstappen. Als we eerlijk zijn - eerlijker dan Pim Fortuyn was met zijn Nederland-is-vol - dan liggen maar weinig mensen wakker van het leed van buitenlanders. Drie doden onder terugschietende Dutchbatters had meer schijnheilige commotie veroorzaakt dan al die dode Bosniërs.
Bovendien was het Ruud Lubbers die de kwalijke uitzending van het slecht geoutilleerde Dutchbat op zijn kerfstok had. En dat was door media en Tweede Kamer nogal lichtvaardig afgedwongen. De tweede grote fout, het onder de pet houden van de mislukking door de landmachttop, had zondermeer op het conto van minister van Defensie Frank de Grave kunnen worden geschreven. Nee, Koks vermeend slechte resultaten waren niet de reden voor zijn vertrek. Het is niet ondenkbaar dat we over een jaar met een onwerkbare, wankele coalitieregering met nazaten van Pim Fortuyn alsnog met smart terugverlangen naar Paars. Koks grootste fout was om het sterke linkse merk van de PvdA in het saaie paarse midden te laten verwateren. Srebrenica was een goede gelegenheid om met opgeheven hoofd het strijdtoneel te kunnen verlaten. Met dank aan Jan Pronk.
De overeenkomst tussen Wim Kok en genoemde captains of industry is ook dat ze allemaal erg lang aan de macht waren. Langer dan de optimale zeven vette jaren, waarna media, klanten, kiezers en aandeelhouders over het algemeen uitgekeken raken op het charisma. Dat wordt overigens nog wat voor Peter Bakker, de nieuwe veertigjarige baas van TNT Post Groep. Hij kan voor zijn vijftigste al achter de geraniums gaan zitten.
Dezelfde beperkte zittingstermijn doet inmiddels ook opgeld bij commissarissen. Old boy Hans van Liemt (nummer 16 op de lijst van invloedrijkste commissarissen) heeft de afschaffing van de wettelijke leeftijdgrens voor commissarissen van 72 jaar niet nodig. Op 68-jarige leeftijd vertrekt hij als commissaris bij ABN Amro, Océ en Gamma. Het commissariaat wordt steeds zwaarder. Er is meer transparantie en dus zit de commissaris meer in een glazen huis. Laat staan de bestuursvoorzitter en de minister. Jan en alleman meent zich met allerlei details te moeten bemoeien. Afgerekend worden op het eindresultaat is er niet langer bij.
Het is echter niet allemaal kommer en kwel dat tot het vertrek van onze toplieden leidt. En dan nog: het Srebrenica-debacle zal voor Wim Kok een internationale politieke carrière niet in de weg staan. Zijn voorganger Ruud Lubbers heeft op dit moment zelfs een prestigieuze functie als hoge commissaris van de vluchtelingen bij de Verenigde Naties. Juist opstappen wegens een internationale kwestie vergroot Wims kans op een aardig karwei buitenslands. Ook thuis is er genoeg te doen. Voormalig topman Pieter Korteweg van Robeco heeft het VVD-programma geschreven en Jan Michiel Hessels van Vendex dat van het CDA. Vuttende toplieden krijgen per definitie talloze leuke baantjes aangeboden als oppasopa van het bedrijfsleven. Jammer dat je met een topfunctie eerst zo'n risico moet nemen om commissaris te kunnen worden.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Goede producten en organisaties kosten tijd en geld. Maar snelle jongens willen niet investeren
2002/05/17 Management Team door Jos van Hezewijk

Willem Smit wilde in de jaren tachtig even het grootste automatiseringsimperium van Nederland uit de grond stampen met de beursgang van zijn Datex, Newtron en Internoc. Joep van den Nieuwenhuyzen bracht Nederland in rep en roep met zijn voortvarende opbouw van het industriële conglomeraat Begemann, Ton Soetekouw zag de NMB al dé bank van Nederland worden en Willem Cordia wist zich met Hollands trots Wijsmuller al de grootste offshore-ondernemer van de wereld. Han Vermeulen meende in de jaren negentig Van Meer James Capel op te kunnen stoten in de vaart der beleggersvolkeren. Nina Brink zag in de nieuwe eeuw haar mondiale internetaspiraties met Worldonline in duigen vallen met de ondergang van de nieuwe economie, Eric Albada Jelgersma had met zijn kruidenierszaak Laurus graag op de groten gelet. Als klap op de vuurpijl beweert Pim Fortuyn dat hij effe minister-president wordt na zijn debacle om met Extendo de Nederlandse high finance onder te schoffelen. Het marketingplan van deze snelle jongens/meisjes zag er fantastisch uit. Allen hadden een gat in de markt gevonden en met hun communicatieve gaven leken ze de gevestigde orde te verbannen naar muffige achterkamertjes.
De schrik zat er bij het Nederlandse establishment flink in. Met behulp van de hefboom van begerige beleggers en sensatiebeluste media leek niemand veilig voor hun klauwen. Zo dacht iedereen in de jaren zeventig dat Nederlandse topmanagers afhankelijk waren van Willem Smit met zijn automatisering. Joep van den Nieuwenhuyzen had bijna Fokker te pakken. Ton Soetekouw wist tijdelijk het brave ING in zijn greep te krijgen. Havenbaron Willem Cordia hengelde naar een van de grootste offshore-ondernemingen ter wereld met de voorgenomen aankoop van Reading & Bates. Han Vermeulen kreeg voet aan de grond bij het ABP, de grootste belegger ter wereld. Nina Brink had met een geslaagde beursgang zelfs ABN Amro kunnen kopen. Ahold keek met argusogen naar de ontwikkelingen bij Laurus. En Pim Fortuyn heeft vooralsnog de rechtse stemmen van de VVD en vele zweverige kiezers van de PvdA afgetroggeld. Genoemde leden van de nouveau riche hebben niet alleen een zeker succes gemeen. Per slot van rekening figureren de meesten op de lijst van de Quote-500 rijkste Nederlanders. Ook de belangstelling van vrouwe Justitia delen zij met elkaar. Weliswaar hadden zij een niche in de markt gevonden en wonden klant, aandeelhouder en kiezer met een uitstekende communicatie om hun vinger, maar hun producten deugden niet. En dat is op den duur fnuikend. Geen enkel uit de grond gestampt bedrijf heeft zich de laatste decennia op de top 100 kunnen handhaven, en dat is bij de gevestigde multinationals wel anders.
Ook met Lijst Pim Fortuyn zal het hierdoor niet goed aflopen. Dat zijn verkiezingsproduct organisatorisch, financieel en juridisch nergens op slaat, moge de krantenlezer inmiddels duidelijk zijn. Wat betreft zijn core business, vreemdelingen, berust zelfs zijn probleemstelling op onwaarheid. De Nederlandse stadstaat is in vergelijking met andere metropolen zeker niet vol en kent weinig rassenproblemen. Premier Fortuyn zou ons duur komen te staan.
Behalve hun producten, zijn ook de organisaties van de snelle jongens en meisjes puinhopen. Want niet alleen bewonderden zij elkaar, maar ook hebben allen met elkaar zaken gedaan - en ruzie gekregen. Ze hebben dan ook even weinig belangstelling voor een goede organisatie als Pim Fortuyn voor Leefbaar Nederland. Dat kost alleen maar tijd en geld. Tijd werkt in hun nadeel, omdat zij dan door de mand vallen. Met geld willen ze niet investeren, maar juist hun eigen zakken vullen. De gevestigde partijen hoeven dus niet in doodsangst te zitten. Een frisse bries veroorzaakt een rimpeling in Neerlands polderslootjes.
Sterke merken met goede producten en een goede organisatie, kunnen hun gebrekkige doelgroepensegmentatie en communicatie verbeteren. Maar structureel slechte organisaties met slechte producten, van snelle jongens als Pim Fortuyn, zakken onafwendbaar, als een plumpudding, in elkaar.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Gezocht: infotainers die de goede resultaten van grijze topmuizen over het voetlicht willen brengen
2002/05/03 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Niemand lijkt na het debacle van Ad Melkert en Hans Dijkstal in twijfel te trekken dat spreken in oneliners een must is om succesvol te zijn. Ongetwijfeld is dit te danken aan de televisiemakers, die in interviews slechts tijd hebben voor sound bites. Maar de resultaten van top-kretologen doen ons over hun inhoud het ergste vermoeden. Populaire topmanagers als Wim Dik (KPN), Cor Boonstra (Philips) en Ton Risseeuw (Getronics) hebben hun ondernemingen in 2001 dik in de verliezen achtergelaten. Uiteraard wordt hierbij heel gemakkelijk gewezen naar de vermeende economische malaise in de wereld in het algemeen en de aanslag op het World Trade Center in het bijzonder. Hieruit wordt door de media geheel in de lijn van het negatieve onderbuikgevoel van de bevolking geconcludeerd dat het slecht gaat met de economie. In vergelijking met het recordjaar 2000 hebben de AEX- bedrijven inderdaad maar de helft van de winst gemaakt. Maar bezien over een langere periode van tien jaar, zit het Nederlandse bedrijfsleven goed op koers. Shell met topman Jeroen van der Veer, Fortis met Anton van Rossum en ING met Ewald Kist behaalden in 2001 zelfs het op één na beste resultaat aller tijden. En niet eens gekocht in het buitenland. Maar deze schimmige toplieden krijgen geen kans om het goede nieuws over Nederland bekend te maken. Integendeel. Zij kondigen heel nederig aan dat rendementen uit het verleden geen garantie geven voor de toekomst.
Hetzelfde mechanisme zien we in de politiek. Spraakmakende politici als Hans Wiegel en Frits Bolkestein van de VVD, Marcel van Dam en Bram Peper van de PvdA en Andries van Agt van het CDA hebben er weinig van gebakken in hun tijd. Nu roepen ze dat het helemaal mis is met de Nederlandse politiek. Dit wordt net als in het bedrijfsleven onderstreept met enkele sprekende voorbeelden van misstanden, zoals bolletjesslikkers, files en wachtlijsten. Ook nu weer concluderen de media geheel in lijn van het negatieve onderbuikgevoel van de bevolking dat het slecht gaat met de politiek. De werkelijkheid is dat Nederland volgens alle onderzoeken in vergelijking met andere welvarende landen politiek goed draait. De PvdA en VVD hebben echter geen behoorlijk wervingssysteem, waardoor ze grote communicators zelden naar boven kunnen laten drijven. Laat staan met inhoud. Dus kunnen succesvolle fractievoorzitters als Ad Melkert en Hans Dijkstal de vruchten niet plukken. Ze brabbelen nog een beetje dat het beleid nog zo slecht niet was, maar dat er allerlei grote problemen op een oplossing liggen te wachten. Met deze onheilstijdingen over Paars is het voor de oneliner-keizer Pim Fortuyn inkoppen voor open doel.
Helaas zijn er maar weinig van deze goed overkomende topmannen die ook inhoudelijke prestaties kunnen leveren, zoals de charismatische Cees van der Hoeven van Ahold. De mediagenieke Kees Storm van Aegon, wijlen Alfred Heineken van Heineken en Ad Scheepbouwer van TPG Post hebben in 2001 zelfs een recordwinst geboekt. De vader des vaderlands Wim Kok en de doodgewone jongen Gerrit Zalm noteerden zo ongeveer een wereldrecord. Maar ook voor hen zit het tij even niet mee. In tegenstelling tot onze schaatsers zijn ze met hun gouden plak door de achterdeur weggeslopen om de zwartgallige infotainers niet voor het hoofd te stoten. Een lot dat ze delen met de succesvolle captains of industry.
De overgrote meerderheid van de succesvolle Nederlandse top kent zijn beperkingen op het communicatieve vlak en trekt zich terug in de gewraakte achterkamertjes. Hun wordt door de media slechts zelden iets gevraagd, omdat ze niet in staat zijn om even snel een opzienbarende quote weten uit te braken. Maar gezien het vele creatieve knip- en plakwerk van de journalisten zou het mogelijk moeten zijn dat er van interviews met snuggere topmuizen iets aardigs wordt gefabriceerd.
Verslaggevers zouden die fraaie oneliners over de goede resultaten natuurlijk ook zelf kunnen bedenken. Dat deden ze per slot van rekening ook al tijdens de internethype.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Iedereen wil op het middenveld spelen, zodat Pim Fortuyn op rechts kan inkoppen
2002/04/19 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Niet alleen Wim Kok en Hans Dijkstal meenden dat het in navolging van het CDA een veilige marketingstrategie was om zich in het brede maatschappelijke midden te positioneren. Alle topmanagers streven naar zo veel mogelijk reductie van onzekerheid. Zeker in deze tijd van massahysterie over de paar problemen die in het verder zo florerende Nederland nog resten. Net als Jan Modaal probeert Jan aan den Top zich nu zoveel mogelijk aan te passen aan de grootste gemene deler. Omdat iedereen op het middenveld wil spelen, is dat alleen weggelegd voor een enkele sterke oude man. Om die reden richt Anthony Burgmans van Unilever zich weer op wereldwijde wasmiddelen, zoekt Jeroen van der Veer van het traditionele Shell naar doorsnee smeermiddelen en trekt Gerard Kleisterlee van het brave Philips zich terug uit de modieuze mobieltjes. Het zijn sterke huisje-boompje-beestje-merken. Zelfs Fons van Westerloo van SBS6 waande zich onlangs groot genoeg om in navolging van de grote doorsneeomroepen de sexy randverschijnselen aan de kant te zetten, om zich te mengen in de mediaoorlog om de familie Doorzon. Maar de markt veroveren in het midden is iets anders dan je daar handhaven. Dit marketingprobleem hebben ook Wim Kok en Hans Dijkstal mogen ervaren met hun speurtocht naar Jan Modaal. Niet dat ze er niet uitstekend in geslaagd zijn om het maatschappelijke middenveld Paars in te kleuren. Paars, de naam zegt het al, is geheel volgens de goede bedoelingen een ondefinieerbaar modaal mengsel geworden. Maar de PvdA en VVD waren al erg lang - links en rechts - de belangrijkste keuzen in de politiek die er toe deden, met het CDA in het suffe midden. Sterke merken, die door de meerderheid van de zwevende doorzon-kiezers zonder bedenkingen werden gekozen. Nadat PvdA en VVD elkaar in het middensegment acht jaar geleden in de armen waren gevallen, kwamen er links en rechts markten vrij. Ter linkerzijde lagen de alternatievelingen al op de loer. Maar ter rechterzijde was er geen redelijk alternatief. Professor Pim heeft met de wind van elf september in de rug met groot genoegen deze rechtse niche in de politieke markt opgevuld. Het succes heeft veel angstige, zwevende modale kiezers doen volgen.
Professor Pim zegt niet zomaar wat-ie denkt. Hij is heel lief voor zijn kerndoelgroep, oudere blanke mannelijke vreemdelingenhaters. Volgens onderzoek van de VU en Blauw Research werft hij 74 procent van zijn fans op het thema asielzoekers en vreemdelingen. De professor komt op de proppen met uiterst simpele oplossingen, want uit onderzoek van Bureau Interview/NSS blijkt dat de aanhang niet al te hoog geschoold is. Ook de categorie 'convenience-georiënteerden' (onderzoeksbureau Motivaction) zal zijn gemakkelijk te verteren one-liners zeker waarderen. De 'opwaarts mobielen' zijn volgens Motivaction al even in hun schik met professor Pim. Onroerend-goedjongens mogen Nederland van hem nog voller bouwen. Op zijn kieslijst staat eveneens menig medisch specialist, de mannen die bijdragen aan de wachtlijsten en de hoge salariskosten in de zorg door de schaarste aan collega's op peil te houden. Ofschoon laag geschoold, is de achterban van professor Pim niet laag betaald. Behalve een aanmerkelijk belang van de Quote-500 fortuinlijkste Nederlandse vrije jongens, moet je hierbij denken aan de nodige mkb'ers. Alle sectoren van de maatschappij worden door professor Pim met hel en verdoemenis bedreigd, met uitzondering van de loopjongens van de grote multinationals. De VVD-voorman, die nu alleen het liberale segment nog over heeft, kan de rechtse doelgroep terugwinnen door niet tegen professor Pim, maar tegen Ad Melkert te fulmineren. Maar D66 aast dan op zijn liberalen. De PvdA kan gemakkelijker haar linkse merk weer positioneren door met Paul Rosenmöller mee te doen aan het demoniseren van professor Pim. Hij zal er vast van genieten. De zwevende kiezers van professor Pim vallen waarschijnlijk in de categorie ‘Aardappel Anders-eters’ van Motivaction, traditionele mensen die met alle winden meewaaien, de klanten van topman Anthony Burgmans van Unilever. Er is hoop voor Melkert en Dijkstal.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Oppassen: bloeddorstige oudere jongeren verdringen de toplieden van hun plaats
2002/04/05 in Management Team p.17 door Jos van Hezewijk

De bestuurlijke achterkamertjes van de Nederlandse bedrijfsleventop hebben wel iets weg van de jungle van Burgers Dierenpark. De afgelopen tien jaar is het aantal vroegtijdig vertrokken bestuurders gestegen van 50 procent naar 80 procent. De laatste prooien zijn topman Cees Smaling van krantenconcern PCM, Hans van der Wielen van vitamine- en babyvoedingconcern Numico, Carlo Stokx van marktonderzoekbureau Emis en Rob van Leeuwen van levensverzekeraar Delta Lloyd.
Onze toplieden voelen niet alleen de hete adem van de roofzuchtige aandeelhouders in hun nek, ook van een enorm cohort babyboomers. Het grootste deel van de beroepsbevolking is geboren rond de jaren vijftig. Nog belangrijker: ook de meeste managers stammen van de geboortegolf en zijn daardoor verantwoordelijk voor het huidige managersoverschot. Die betweters zijn in de jaren tachtig gewend geraakt aan een overvolle arbeidsmarkt en weten hoe je met de ellebogen moet werken. In het verleden verstoorde het conflictbeluste, linkse volkje de welvarende rust van Nederland, nu werpt het de orde in de bestuurskamers van het Nederlandse bedrijfsleven omver. Dit kost menig topman de kop. De bloeddorstige babyboomers vormen niet alleen de machtige managerial class, maar domineren tevens het aandeelhoudersleger. De hogere middenklasse heeft het meest en ongeveer als enige echt geprofiteerd van de welvaartsstijging. En aangezien de hippies inmiddels grijze haren beginnen te krijgen en het pensioen in zicht komt, zijn ze erg bezorgd om hun centjes. Om die reden hebben zij niet alleen van binnenuit, maar ook van buitenaf de aanval ingezet op het leiders-establishment.
De hebberige, verouderende jongeren hebben het van oudsher ook op de achterkamertjes van de politiek begrepen. Een rimpeling na een ongekende economische groei is het ultieme moment voor de aanval. Verwende mensen hebben dan het meest te verliezen. Ook eind jaren vijftig, zestig en zeventig jaren leverde dat al protestpartijen op als PSP (later opgegaan in GroenLinks), D66 en SP. Op 11 september vorig jaar klonk het startschot. Zijlijn-politici als Hans Wijers (D66), Nout Wellink (VVD) en Paul Scheffer (PvdA) deden tot groot genoegen van journalistiek Nederland het voorwerk door het poldermodel ongenuanceerd de grond in te boren. Konden de babyboomers voorheen als links langharig tuig scoren, op leeftijd gekomen, plukken ze kalend en wel op de rechterflank de vruchten. De VVD is immers naar het midden opgeschoven. Pim Fortuyn is het prototype van een babyboomer: van Marxist tot kapitalist. Met een schare bejaarde tweedehands-politici als Jim Janssen van Raay en Ferry Hoogendijk maakt hij de bange oudere jongeren wijs dat de problemen met allochtonen, criminaliteit, zorg en de wao heel eenvoudig op te lossen zijn. De angsthazen geloven - bij de internethype gebeurde het ook al - liever in holle beloftes dan in de bedaagde realiteit. De politieke elite kan zich net als het topmanagement niet verdedigen. Ze zijn minder mediageniek dan Fortuyn. En de praktijk heeft uitgewezen dat er geen simpele oplossingen bestaan. Slechts een enkele jonge nieuwkomer uit de gevestigde orde, zoals CDA-leider Peter-Jan Balkenende, kan bij gebrek aan recente prestaties wegkomen met simplistische praatjes. Voor de overigen blijft er niets anders over dan met de wind mee te waaien en betere tijden af te wachten. De aanval van de laatste-kanspolitici zal hoe dan ook vastlopen, hetzij uit gebrek aan kundigheid, zie Jan Nagel, hetzij omdat de economie aantrekt. Of hun aspiraties worden beloond met enige ruimte op het pluche en dan is het ook einde oefening. Overigens werd het tijd dat ter rechterzijde van de VVD een plaats werd ingenomen in het politieke landschap. Anders dan in de politiek kan de ijdele top van het bedrijfsleven zich troosten met de gedachte dat hun eigen strijd om het bestaan zich voorlopig onttrekt aan het kwade oog van de infotainment-industrie. Het slechte nieuws is dat er nog een grotere bijna-grijze golf van aasgieren uit de jaren zestig in aantocht is.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De toekomst ligt verder in het verleden dan je denkt
2002/03/22 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Wordt de volgende generatie topmanagers vervangen door managementrobots? Het zou technisch tot de mogelijkheden kunnen behoren. Het zou misschien ook wenselijk zijn, gezien de verstorende werking van de eigen belangen van topmanagers. Zo’n Gerard Kleisterlee, die als topman van Philips alle klerken overuren laat maken om stevig verlies te kunnen nemen. Terwijl Cor Boonstra het jaar ervoor de winst juist nog eens extra had opgepoetst, met dank aan de heren accountants. In ieder geval goed voor hun opties. Maar hoe wenselijk ook, de managementrobots zullen nog lang werkloos moeten toezien, want toplieden zullen nog lang hun status quo handhaven.
De technische vernieuwing gaat sowieso veel sneller dan de maatschappelijke. BusinessWeek voorspelde in 1975 al voor 2000 het papierloze kantoor. Maar kijk eens op uw bureau. Laat staan dat het virtuele kantoor werkelijkheid is geworden. Hoewel het ons veel ergernis in de file zou schelen, kunnen we het sociale gedonderjaag op het werk en het oogcontact niet missen. Wim Dik en andere telecombazen hadden hun kaarten gezet op internet, maar werden volkomen verrast door de gigantische vraag naar ouderwetse mobiele telefoontjes. Vooral tieners kunnen goed communiceren per telefoon. Misschien dat zij te zijner tijd in staat zijn om de vergadertijd en files terug te dringen. Was het niet professor Galjaard die voorspelde dat de mens ondanks ellenlange files nauwelijks uit de auto zou zijn te slaan? Vanaf het steentijdperk zijn we namelijk succesvolle nomaden. Onze genen leven nog in de steentijd. Die twintig eeuwen van Westerse beschaving als settlers tellen genetisch nauwelijks mee. In de dertiger jaren ontraadde ingenieur Hendrik Casimir zijn medebestuurders van Philips een grammofoon te ontwikkelen. Binnen enkele jaren zouden immers allerlei radiostations in ieder muziekgenre technisch mogelijk zijn. De verzuiling heeft dat tot op heden tegengehouden. Ons koningshuis was een noviteit uit de Middeleeuwen. Maar we hebben op 02.02.02 met bijzonder veel enthousiasme naar de balkonscène van kroonprins Willem-Alexander en zijn jonkvrouwe zitten kijken. Wèl op onze elektronische kijkdoos trouwens. Nu we het toch over onze kritische tv-bonzen hebben, sinds de sixties speelt de verzuiling bij het domme volk nauwelijks meer een rol, een ontwikkeling die al een eeuw geleden inzette. Hoe anders is dit op de Gooise matras, met zijn KRO, NCRV en VARA. Wij zullen nog lang het land van tulpen, windmolens en klompen blijven.
Technische vernieuwingen worden niet perse tegengehouden. Ze kunnen op den duur slagen als ze hedendaagse behoeftes beter kunnen bevredigen. De auto verving onderhoudsgevoelige paardenkrachten. De computer met al zijn ongebruikte mogelijkheden raakte in een stroomversnelling toen het een snel telraam en schrijfmachine bleek te zijn. Maar databases zijn nog steeds niet meer dan handige kaartenbakjes. Alle prachtige mogelijkheden van internet ten spijt, zijn e-mail en digitale reclamefolders vooral een goed alternatief voor Tante Post. Oude wijn in nieuwe zakken dus. Maar die nieuwe zakken moeten wel iets toevoegen: sneller, gemakkelijker, veiliger of goedkoper. Kernenergie motten we daarom nog niet. Genvoedsel voegt ook nog niets toe. Ook in deze branche hebben de techneuten geen geduld en inzicht om draagvlak te creëren, en rollen de knappe koppen dus over straat.
Onze hang aan het verleden wordt ook gevoed door onze emotie. Emotie is niet geïnteresseerd in de toekomst, maar wil bevrediging hier en nu. Niet alleen vernieuwende technieken, ook managementtheorieën voorspellen altijd veel goeds voor de toekomst. Maar in de praktijk komt er niets van terecht, want op korte termijn kosten ze werknemers meestal meer werk en de topman meer geld. Vernieuwingen moeten bestaande karweitjes meteen gemakkelijker maken en direct geld opleveren. Nieuwe technieken kunnen zelfs met torenhoge reclamebudgetten geen nieuwe behoeftes scheppen. Juist ouderwetse behoeftes scheppen bruikbare nieuwe technieken. Maar goed dat ook onze toplieden zo conservatief zijn.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De vlucht voorwaarts van Pim voor een onbehaaglijk verwaarloosd minderwaardigheidscomplexje
2002/03/08 Management Team 17 door Jos van Hezewijk

Geen mooier nieuws dan slecht nieuws. Het kan immers altijd beter. Maar het is zielig als mensen uit een van de beste landen ter wereld er hun ongenoegen op gaan projecteren bij de eerste de beste tegenslag. Men vlucht voor het eigen onbehagen en uit het als onvrede met de 'slechte' maatschappij. De linkse en rechtse vleugels van de grote partijen waren hier altijd een goede uitlaatklep voor. De partijleiders hadden die vleugels niet moeten kortwieken. Nu moeten de lijsttrekkers zelf extremistische praatjes gaan verkopen, waarmee ze Fortuyns onbehaaglijke waanvoorstellingen bevestigen.
Pim Fortuyn wilde zich eerst bewijzen met een marxistische universitaire carrière. Hij schopt het niet verder dan tijdelijk bijzonder hoogleraar vanwege zijn egotripperij. In de linkse Groene Amsterdammer verkondigt hij in 1988 dat een hoogleraarschap voor hem niet is weggelegd gezien zijn kritische houding. Professor Pim leert niet, maar vlucht voorwaarts. In 1992 duikt hij in zakenblad Management Team op als beoogd topman van de nieuwe investeringsclub Extendo. Deze holding heeft als doelstelling met een aantal puissant rijke Nederlanders het bestaande financiële systeem weg te vagen en multinationals over te nemen. Drijvende kracht is de excentrieke J. van der Vegt. De operatie mislukt. Fortuyn wast zijn handen: 'Dat Latijn en die economische theorieën, dat kenmerkt toch een oplichter? Er zijn helaas altijd kleine lieden die erin lopen'. In 1994 zien we professor Pim alweer bij een kwakkelend zaakje. Hij wordt commissaris bij Multihouse, dat in 1996 in surseance wordt overgenomen. Ook Pim's zakelijke carrière loopt vast.
Professor Pim is wel mediageniek. Vooral als columnist en spreekstalmeester maakt hij naam met simplistische betweterige verhalen. Hoezo intelligent? Professor Fortuyn denkt zich - door dit succes overmoedig geworden - te kunnen bewijzen als minister-president. Na geleur bij de grote partijen wordt hij gevraagd voor de Liberale Partij Nederland van zijn vriend, onroerendgoedhandelaar en afgewezen VVD'er Harry Mens.
Na deze mislukking zet hij zijn zinnen op protestpartij Leefbaar Nederland. Deze mediapartij is opgericht door twee omroepkopstukken: zanger, deejay en kroegenbaas Henk Westbroek en Vara/PvdA-coryfee Jan Nagel. Voor het achtergrondkoortje melden zich ook gemankeerde types aan als Henk - Vlam in de pijp - Wijngaard, oud-deejay en bral-ondernemer Willem van Kooten en Westbroeks jeugdvriend Broos Schnetz, onroerendgoedmagnaat, horecaondernemer en belegger. Ook varkensboerenleider Wien van den Brink, voetbaldeskundige Hans Kraay, de mediageile oud-minister Tjerk Westerterp, opperboevenvanger Fred Teeven en seksexploitant Jan Bik bieden zich aan voor deze boerenpartij. Professor Pim dringt zich aan de partij op als lijsttrekker, zoals hij ook de partijstandpunten betreffende wao en asielzoekers ondemocratisch zal negeren. De jonge linkse achterban vertrekt, en Leefbaar Nederland verandert in een Nieuwe Rechtse ouderenpartij.
Professor Pim lijkt zich ook te hebben ingekocht. "Ik heb voor acht miljoen gulden toezeggingen binnen van mensen uit de wereld van het onroerend goed. U moet er niet van opkijken als na 15 mei de grondpolitiek hier drastisch verandert." De enquête rond de bouwfraude vindt hij dan ook flauwekul. Maar zakenroddelblad Quote polst eind 2001 het vastgoedwereldje op de betrouwbaarheid van zijn uitspraken. Zijn vriend Harry Mens beweert direct niet een van de weldoeners te zijn en voegt er aan toe: 'Voorheen zat hij nog wel eens in de put, maar nu is hij minder labiel.' Vastgoedtycoon Uni Invest-baas Richard Homburg verslikt zich haast bij de suggestie dat hij Fortuyn financieel zou steunen: 'Geen haar op mijn hoofd. En zeker niet na die belachelijke uitspraken van hem over zijn bewondering voor Tito en Ceaucescu.' Ton Meijer van projectontwikkelaar MAB reageert laconiek: 'Ik heb er niks van gehoord in het wereldje. Ach, meneer Fortuyn heeft wel vaker uitspraken gedaan waarvan de waarheid nog bewezen moet worden.' Heer Pim lijdt net als Singh Varma aan een ongeneeslijke ziekte, een onbehaaglijk verwaarloosd minderwaardigheidscomplexje.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Gelijk hebben is simpel, gelijk willen krijgen dom...
2002/02/22 in Management Team p.17 door Jos van Hezewijk

Wij Nederlanders zijn een vreselijk vervelend volkje van moralistische betweters. Dit leidt tot allerlei hoogdravende non-discussies. En als we ons gelijk langs de lat van het ideaal leggen, hebben wij natuurlijk allemaal altijd het grootste gelijk van de wereld. Geen gezeik, iedereen gelijk. Uiteraard zijn wij journalisten niet te flauw om wat olie op het vuur te werpen. Roept u maar: veiligheid, multiculturele samenleving, files, openbaar vervoer of wao. Groeit de economie toevallig even niet, dan is enerzijds topman Paul Smits van KPN een sukkel omdat hij het Duitse E-Plus heeft overgenomen, en is anderzijds bestuursvoorzitter Carel van den Driest van ECT een loser omdat Hutchison Whampoa hem overnam. Oorlog is voor links taboe, voor rechts het enige antwoord op oorlogszuchtige terroristen.
Idealistisch gezien heeft iedereen gelijk. De ene helft van Nederland roept bij het minste gebrek aan zorg en onderwijs om meer geld. De andere helft brult dat het geld niet goed benut wordt. Dan komt er een commissie van deskundige buitenstaanders uit het bedrijfsleven, de universitaire wereld en het reservoir Commissarissen van de Koningin, die voor open doel kan scoren met de conclusie dat enerzijds bepaalde onderdelen te weinig geld krijgen en anderzijds andere onderdelen het geld niet goed gebruiken. Knap polderwerk. Dit weerhoudt ons er echter niet van om met de discussie over de ethiek door te gaan in plaats van met een discussie over de haalbaarheid. Dit betweterige welles-nietes-spelletje zou niet zo erg en zelfs goed voor de democratie zijn, ware het niet dat onze toplieden steeds meer door ons dominees worden afgerekend langs de lat met de ideale maten.
Dommer dan de simpele betweters zijn de zelfgenoegzame types die ook nog gelijk willen krijgen. De kans op succes is gering en je haalt je een heleboel werk op je nek. Topmannen als Eric Albada Jelgersma van Laurus, Hans van der Wielen van Numico en Mac Zondervan van Wessanen presteren het om een heel bedrijf op zijn kop te zetten om hun zin te krijgen: in de wereldtop-5 staan om mee te tellen. Onze prins Willem van Oranje op het witte paard dacht na alle enthousiaste toewuivingen in den lande ook dat hij wel weer zijn gelijk kon halen. Zijn mening over Jorge Zorreguieta zou zwaarder tellen dan die van zo’n onbeduidend professortje Baud. Om nog maar niet te spreken van de succesvolle ayatollah Pim Fortuyn, die denkt dat zijn gelijk krijgen even simpel is als zijn gelijk hebben. Helaas zijn er vele verongelijkte dominees die in hun gelijk gesteld willen worden. Slechts een enkeling krijgt gelijk, en dan nog is dat toeval.
Gelukkig zijn we niet alleen een volkje van zalverige dominees, maar tegelijkertijd ook van bikkelharde handelslieden. Onze moralistische discussies lijken dan ook bedoeld om onze gelukzalige inhaligheid te verbergen. Het pleit van het gelijk beslechten we namelijk als handelslieden in de uitvoering. De uitkomst telt. Onze aanpak van veiligheid, files, openbaar vervoer, werkloosheid, allochtonen en zorg behoort tot de beste van de wereld. De praktijk krijgt altijd gelijk.
Daarom zijn onze echt succesvolle topbestuurders niet geïnteresseerd in gelijk hebben en gelijk krijgen. Zij wachten de praktische achterkant van het gelijk met lichte bijsturing af. Deze Van der Veers (Shell), Burgmansen (Unilever), Kisten (ING) en Kokken (Nederland) weten donders goed dat het niet gaat om de knikkers, maar om het spel. Die knikkers komen vanzelf wel. Ze laten de dominees die gelijk hebben en willen krijgen links liggen. Als echte leiders claimen zij achteraf triomfantelijk het gelijk van de praktijk van ons inhalige handelslieden.
Maar wij hypocriete dominees willen niets weten van dit slijk der aarde. Om niet onderuit geschoffeld te worden door onze ayatollahs, moeten onze topmannen daarom tegenwoordig steeds meer hun gelijk in de media opeisen op dat vervelende moralistische betweterige Hollandse toontje.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Juist nu we het zo hard nodig hebben, trapt de top tegen het poldermodel
2002/02/08 in Management Team p.17 door Jos van Hezewijk

De portemonnee wordt even niet dikker. Onze zakelijke en politieke elite wordt er op aangekeken en wijst, volkomen ten onrechte, met de beschuldigende vinger richting sociale partners. Wij columnisten trappen vrolijk na.
Waar de politiek het laat afweten, presenteert het bedrijfsleven zich graag als redder in nood. De commerciële denktankers van minister Jorritsma - Pieter Winsemius (McKinsey), Leendert van Driel (Gilde Investments) en Karel Vuursteen (Heineken) - denken dat het bedrijfsleven zelfs de problemen in onderwijs en zorg kan oplossen. Goede gedachte, alleen zullen bedrijven hieraan weinig verdienen. Hans Wijers (The Boston Consulting Group) betoogde in de Den Uyl-lezing dat het stroperige poldermodel vernieuwing in de weg staat. Maar is het ook niet zo dat Nederlandse topmanagers weinig centen uit hun dik gevulde buidels investeren in r&d?
Ook de politiek, die steeds minder aanzien bij de bevolking geniet, probeert haar falen in de schoenen van de polderwerkers te schuiven en positioneert zichzelf als De Grote Redder. Met D66-kompaan Thom de Graaf schreef Hans Wijers dat de politiek zelf sneller beslissingen moet nemen. Maar was het niet Wijers die destijds de excuustrend heeft gezet, en daarmee de individuele verantwoordelijkheid wist te ontlopen in de affaire rond het te laat aanmelden van regelingen bij de Europese Commissie? Ook De Graaf heeft geen recht van spreken, want politici hoeven zich al jaren niets aan te trekken van stroperige adviescolleges. Ondertussen vecht hij zelf voor een plaatsje in diezelfde slome zuilenclubjes. Deze pleidooien tegen lijzig gedogende ambtelijke organisaties en voor een strenge meester in het voetspoor van premier in spe Pim Fortuyn, lijken vooral hun eigen inertie te moeten verhullen. In communicerende vaten komt de een omhoog door de ander de grond in te boren.
Behalve het huichelachtige karakter van de betogen, kloppen de feiten allerminst. Het Nederlandse poldermodel speelt namelijk nauwelijks een rol. De economische teruggang is ook dit keer geen kwestie van een Dutch Disease, maar een wereldwijd verschijnsel. Ons poldermodel werd vooral beroemd omdat wij na een langere periode van economisch achterblijven begin jaren negentig sneller bijtrokken. Niet de sociale partners en ook niet Frits Bolkesteins Zalmnorm avant la lettre, zoals deze voormalige euroscepticus en huidige Eurocommissaris het nu doet voorkomen, waren de belangrijkste motor achter het economische succes in de jaren negentig. De grootste verdiensten van het poldermodel, loonmatiging en arbeidsflexibiliteit, zijn eerder te danken aan de hoge werkloosheid en de snel gestegen arbeidsdeelname van vrouwen in de jaren tachtig, zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau in Rapport 2000 eens becijferde. Ook de invloed van de vakbonden is niet op lucht gebouwd. Alleen het CNV heeft immers al meer leden dan alle politieke partijen bij elkaar, zoals haar voorzitter Doekle Terpstra in 1998 eens fijntjes opmerkte. En volgens directeur Coen Teulings van het Tinbergen Instituut blijkt uit onderzoeken dat de tevredenheid van de andere werknemers over de vakbonden zeer hoog is - iets waar de politieke partijen niet op kunnen bogen. Alleen willen die andere werknemers voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Dat kán ook, want cao’s worden efficiënt algemeen bindend verklaard. Bovendien is de starheid van het Nederlandse poldermodel nonsens. Uit een onderzoek van de Oeso uit 1999 naar het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt, blijkt Nederland na de VS vele malen sneller dan andere landen.
Een poldermodel is noodzakelijk en daarom niet uniek voor Nederland. Uit vele managementonderzoeken blijkt dat een goede consensus-voorbereiding de langere uitvoeringsfase, en daarmee het hele proces, bekort. De drama's rond de toplieden van NS en Laurus zijn een lichtend voorbeeld van hoe top-down-dictatuur tot mislukking is gedoemd. Nederland zit dus niet te wachten op stoere zakelijke en politieke leiders. Zeker nu de alsmaar krapper wordende arbeidsmarkt de lonen dreigt op te drijven, moeten we het juist hebben van het poldermodel.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Conservatief kuddegedrag biedt weer kansen voor eigenwijze durfals
2002/01/25 Management Team 17 door Jos van Hezewijk

Een golf van angst en conservatisme lijkt door de wereld te gaan, nu de bomen niet meer tot in de hemel groeien. Beleggers laten het massaal afweten op de gokvloer van de beurs en volgens de media hebben burgers de warmte van het gezin, zorg en veiligheid zeker na het incident dat 11 september is - weer hoog in het vaandel. Ook het bedrijfsleven kiest uit angst weer meer conservatief voor een topman uit de eigen kudde. Moest de van Sara Lee afkomstige Cor Boonstra Philips opstoten in de vaart der volkeren, zijn opvolger Gerard Kleisterlee stamt uit de conservatieve Philips-hap. Omwille van nieuw elan werd Karel Vuursteen door Freddy Heineken bij Philips vandaan geplukt. Maar het afgelopen jaar heeft Freddy bij diens vut voor alle zekerheid uit de Heineken-gelederen Anthony Ruys gerekruteerd, de zoon van een ouderwetse havenbaron van Nedlloyd. Bij Nedlloyd mag nu ouwe getrouwe Haddo Meijer het roer overnemen van de ambitieuze, van Aegon afkomstige Leo Berndsen. Ook bij Getronics, Randstad, Martinair, Amstelland en C&A Nederland mogen respectievelijk veteraan Peter van Voorst, Cleem Farla, Arie Verberk, K. de Ruiter en Bart Brenninkmeijer de boel weer normaliseren.
Dit conservatisme lijkt van het ene jaar op het andere te zijn ontstaan, maar dat is slechts schijn. Achter de waan van elkaar snel opvolgende, opmerkelijke incidenten is het behoudendheid troef. De meeste mensen hebben nooit substantieel belegd, lieten internet vrolijk links liggen en vonden gezin, zorg en veiligheid altijd al het belangrijkst. En ook in het bedrijfsleven komen de meeste succesvolle topmannen altijd al braaf uit de eigen organisatie. Denk maar aan Kees Storm van Aegon, Ewald Kist van ING en Antony Burgmans van Unilever. Als er al sprake is van toenemend conservatisme, dan kan dit op het conto geschreven worden van enige voormalige elitaire linkers als Pim Fortuyn (binnenkort vast nog tegen homo's), Paul Rosenmöller (voorstander van bombardementen) en Wim Kok (tegen gedogen). Bovendien was de nieuwe economie slechts een hype. Zeker in tijden van hoogconjunctuur droomt men graag dat de bomen tot in de hemel groeien. Zo ging het ook al in de sixties.
In dit licht gezien, was het geloof in de nieuwe economie ook ouderwets kuddegedrag. Men leek zich geen buil te kunnen vallen aan zware investeringen in deze nieuwe economie. Niemand keek er vreemd van op dat op het hoogtepunt pensioenfondsen uitgebreid in nieuwe aandelen gingen, KPN zwaar investeerde in umts, en Roel Pieper het suffe Philips verliet voor een investeringsmaatschappij in internetbedrijfjes. Iedereen geloofde erin. En al was het te laat, je was in ieder geval niet de enige sukkel die de mist in ging. Want uiteraard gaat dit kuddegedrag de fout in. Achter een hype aanlopen geeft geen concurrentievoordeel. Alleen voorlopers als Frits Goldschmeding van Randstad, Joop van Oosterom van Volmac, John de Mol van Endemol en Paul Wessels van World Online zijn gigantisch binnengelopen. Zij waren eigenwijs genoeg om van de gebaande paden af te wijken terwijl iedereen zat te wachten op de volgende hype.
Eigenlijk zijn nu weer gouden tijden aangebroken voor de ambitieuze durfals. Op dit moment zijn enkele succesvolle ondernemers van de toekomst hard bezig met creatieve vondsten uit te bouwen en binnen te lopen. Nu pas is eigenlijk voor ondernemingen ook het moment aangebroken om te investeren in nieuwe producten, mensen en markten. Bij de huidige lage beurskoersen zouden beleggers aandelen moeten kopen. Maar het tegendeel is waar. De budgetten voor research en development zijn lager dan ooit. Dure werknemers worden geloosd. Reclame-uitingen voor nieuwe doelgroepen zijn op een dieptepunt. Aandelen zijn uit. Op visionaire toplieden zit niemand niet te wachten. Iedereen hoopt op de volgende hype. Uit angstig conservatisme kiest men liever voor de zekerheid een van de vele sukkels te zijn, dan voor het risico van de eigenwijze durfal.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De toverspreuk 'globalisering' had nooit uitgesproken mogen worden
2001/12/14 in Management Team p.21 door Jos van Hezewijk

Met de AEX boven de 900 en de nieuwe wereldeconomie onder 0 leek het Hollandse stadstaatje in 2001 weer dat eigengereide, provinciaalse en paradijselijke vlekje op de wereldkaart. Maar al snel werd duidelijk dat we ons nooit meer aan de boze buitenwereld en vooral Europa zullen kunnen onttrekken. De toverspreuk 'globalisering' had tien jaar geleden nooit uitgesproken mogen worden. Europa, en dus ook de provincie Nederland, is in 2001 in staat van beleg als MKZ ons platteland via allerlei onzichtbare netwerken bedreigt vanuit Groot-Brittannië. In Brussel schrijven ze ons de maatregelen voor.
Vanuit Engeland wordt ook het laatste sprankje hoop in de moderne menselijke schepper verketterd als 'Frankenstein food'. Genetische manipulatie wordt, net als eerder enge nucleaire technologie, door investeerders op de lange baan geschoven. Bij Pharming wordt de vermaarde onderzoeksdirecteur Gerard van Beynum aan de kant gezet. Evenals bij Newconomy van Maurice de Hond verlaten alle commissarissen het zinkende schip. Ons kroonprinsje Willem-Alexander kiest zelfs voor een buitenlandse vrouw, Máxima Zorreguieta. Gelukkig weet de blonde schone alle oorlogstrauma's van haar vader weg te wuiven.
De grote beleggers kunnen in 2001 niet meer cashen met introducties op de beurs, dus gaan onze ondernemingen in de uitverkoop. Onze nationale Mentos-trots Van Melle valt in handen van het Italiaanse Perfetti, Scania-importeur Beers wordt met chantage ingepikt door de Zweedse truckfabrikant Scania, en Joop Krant verpatst 'zijn' Kempen & Co aan het Belgische Dexia. Topman Rob van den Bergh doet zijn love-baby's, VNU-tijdschriften, over aan het Finse SanomaWSOY en koopt zich met de tegenvallende opbrengst in bij het Amerikaanse ACNielsen. De Duitse familie Gerling adopteert als dochter de Credietverzekerings Maatschappij. En niet Hoogovens, maar het Oostenrijkse Voest-Alpine haalt Polynorm binnen.
De uit het buitenland overgewaaide trend van aandeelhoudersalmacht snelt in 2001 nog meer koppen. In 2001 behaalde slechts 13 procent van de aftredende toplieden het pensioen. Spectaculair zijn de val van Cees van Luijk van Getronics, Paul Smits van KPN, Ole van der Straaten van Laurus, Hans Zwarts van Randstad, Carel van den Driest van ECT en Aart van Bochove van Martinair. Topman Karel Vuursteen van Heineken, Cees Knol van Geveke en Tob Swelheim van Nuon voelen zich evenals onze minister-president Wim Kok te oud voor een recessie. Voor je het weet, zeur je alleen nog maar over te veel gedogen. De AEX is inmiddels met 30 procent gedaald, een goed moment voor een nieuwe generatie om in te stappen.
In 2001 rukken de buitenlanders nog verder op in de raden van bestuur. Vorig jaar steeg hun aandeel al naar 24%, en dit jaar zet de globalisering verder door. Kees Storm wijst bij wijze van practical joke zijn Amerikaanse medebestuurder Donald Shepard, 'de man van 22 miljoen', aan als zijn opvolger bij Aegon. Bij VNU staat de Amerikaan Gerald Hobbs als vice-voorzitter in de wacht. Van Leer, Baan, Reed Elsevier en Vedior gingen op deze manier al voor de Euregio Nederland teloor.
Niet dat we in navolging van onze provinciale schaduwminister-president Pim Fortuyn de haat tegen onstuitbare arme buitenlanders willen aanwakkeren. Maar in dit geval zijn zij rijk en machtig. In 2001 stoten we op het gebrek aan binnenlandse politieke middelen om onze afwijkende economische en maatschappelijke ontwikkelingen bij te sturen. Onze eigen Wim Duisenberg laat als president van de Europese Bank de oren uiteraard hangen naar het machtige Duits-Frans-Engelse triumviraat. Wij zijn hun kolonie geworden. Wim Kok moet zijn genuanceerde reactie op de aanslagen in de Verenigde Staten omzetten in oorlogszuchtige taal, wellicht ingegeven met het oog op een internationale carrière. Op beschamende wijze dringt hij zich op aan een intiem Afghaans triootje van Blair, Schröder en Chirac. Globalisering brengt de wereld onoverkomelijk bijeen, maar geeft al snel aanleiding tot aanranding, als de krachten ongelijk verdeeld zijn. Wullie is klein en zullie zijn groot.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Het beste is om big brothers en daarmee nakomertjes te voorkomen
2001/11/30 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Nakomertjes zijn zielig. Apen ze hun grote succesvolle broer na met al zijn fouten, dan krijgen ze op hun flikker van zijn vriendjes als het mis gaat. Zo ging Paultje Smits, topmanager van KPN, braaf voort op de doodlopende digitale snelweg van voorganger Wim Dik. Hij werd door Wims old boys naar de zijlijn gehaald. Grote broer Wim doet of zijn neus bloedt. Ceesje van Luijk, topmanager van Getronics, had conjuncturele pech met de internationale reuzenovername van zijn grote voorganger, ‘generaal’ Ton Risseeuw. Met Wang als een molensteen om de nek werd hij afgezonken door Tons commissarissenvriendjes. Ton zelf was er even niet bij, die had het te druk met de negatieve nalatenschap van vriend Wim Dik. Kloontje Ole van der Straaten van Laurus moest de grote droom van big brother Eric Albada Jelgersma verwezenlijken: Albert Heijn overklassen met het Konmar-concept. Het werd een nachtmerrie en Eric keek even opzij toen zijn vriendjes uit de raad van commissarissen zijn nakomertje afdroogden. Op dezelfde manier werden de kroonprinsjes Herman Bruggink van Elsevier en Theo Henselijn van de Bijenkorf afgeserveerd onder de toeziende ogen van grote broers Pierre Vinken en Arie Maas.
Soms zijn nakomertjes zo dom om de fouten van grote succesvolle broer te willen herstellen. Deze voelt zich mét zijn commissarissenvriendjes op de pik getrapt, en ze delen klappen uit. Hansje Zwarts, topman van Randstad, mocht dat ervaren met Frits Goldschmeding. Ook kroonprinsje Arie van der Zwan werd onttroond bij de sanering van de monomane expansiedrift van Vendex-keizer Anton Dreesmann. De succesvolle Martin Schröder heeft onlangs de zetel van zijn opvolger Aartje van Bochove aan het wankelen gebracht door alle banden met Martinair te verbreken.
Af en toe komen nakomertjes er met de wind in de rug goed vanaf. Bij geld en drugs bijvoorbeeld zit het tij zelden tegen. Topman Keesje Storm van Aegon - die het drama bij Laurus overigens als president-commissaris van dichtbij mocht gadeslaan - heeft er geen moeite mee in de voetsporen van Jaap Peters verder te gaan. Kareltje Vuursteen heeft braaf de oren laten hangen naar Alfred Heineken en kan nu met vervroegd pensioen. Ook de bestuursvoorzitters Hansje Smits van de Rabobank, Ceesje van der Hoeven van Ahold, Edje Hamming van VendexKBB en Dougie Dunn van ASML liepen weinig risico in het kielzog van respectievelijk de visionaire Herman Wijffels, superkruidenier Albert Heijn, strateeg Jan-Michiel Hessels en de welsprekende Willem Maris. In hun geval zat niet alleen het tij mee, maar ook waren hun gepensioneerde grote broers zo welwillend om alle banden met de zaak te verbreken.
Verkoop van de tent door grote broer bij zijn verscheiden is soms een oplossing. Zeker onder een ongunstig gesternte. Dat hebben big brothers als Piet Derksen van Center Parcs, Pieter Korteweg van Robeco, Nico van der Vorm van de Holland Amerika Lijn en Carlo de Swart van Stad Rotterdam gedaan. De afdaling van heersers die lang de scepter hebben gezwaaid, draait toch veelal uit op een testamentaire uitverkoop. Dit was niet alleen het geval bij genoemde Pierre Vinken (Elsevier), Anton Dreesmann (Vendex) en Arie Maas (KBB), maar ook bij André Baar (NBM Amstelland), Sylvia Tóth (Content), Dan Huesmann (Ohra) en Henk Rootliep (Nedlloyd).
Maar het beste is om big brothers en daarmee nakomertjes te voorkomen. Dit kan door alleen vijftigers op de voorzittersstoel te benoemen of door een beperkte regeerperiode in te stellen. Zeven jaar lijkt het maximum. Toplieden als Cees van der Hoeven van Ahold, Kees Storm van Aegon en Frank Meysman van Sara Lee/DE lijken daar ver overheen te schieten. Net als in de politiek zijn onze grootste multinationals als Shell, ABN Amro, Unilever, Philips, Akzo en SHV met beperkingen aan de zittingsduur van hun presidenten jarenlang groot gebleven. Iedereen is vervangbaar. Big brothers in spe kunnen beter een tweede leven beginnen, zoals Herman Wijffels bij de SER, Pieter Korteweg bij de VVD en Jan-Michiel Hessels bij het CDA.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De netwerkoorlog of het management van onzichtbare en zichtbare netwerken
2001/11/16 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Wij houden van een veilig beheersbare wereld met duidelijk zichtbare organisaties. Ons eigen leven is al angstig genoeg. De huidige 'onzichtbare' netwerkoorlog maakt ons dan ook heel bang. Maar onzichtbare netwerken zijn niet het exclusieve onrecht van old boys en terroristen. En zo onzichtbaar zijn ze ook niet. Informele netwerkjes zijn in de hele wereld eerder regel dan uitzondering. Vriendjespolitiek is niemand vreemd. In het geval van old boys vinden wij networking echter vies.
Maar eigenlijk kan de formele bovenwereld helemaal niet zonder deze onzichtbare informele netwerken. Natuurlijk, bureaucratie, afweging, consensus en afhandeling volgens de formele procedures is de beste manier om onwenselijke informele initiatieven afgesteld te krijgen. Dit is het grote probleem voor goedwillende overheidsdienaren, die in principe tot officiële kanalen veroordeeld zijn. Bovendien kun je niet met iedereen opschieten, zodat alleen al daardoor veel zaken de mist in zouden gaan. Zo leed de fusie tussen Kluwer en Elsevier schipbreuk, maar was die tussen Kluwer en Wolters in een mum van tijd geregeld: commissaris Harrie Langman was niet met Pierre Vinken, maar wel met Meindert Ververs vriendjes. De old boys-netwerken zijn, op alle niveaus, de smeerolie voor het goed functioneren van organisaties. De formele bovenwereld is slechts het topje van de ijsberg.
De bovenwereld móét ook een afspiegeling van de informele wereld zijn. Want zonder deze platonische liefde rijzen er problemen. De topmannen Ole van der Straaten van Laurus, Jaap de Hoop Scheffer van het CDA en Rijkman Groenink van ABN Amro kwamen in moeilijkheden door decreten die niet spoorden met de gevoelens in de onderliggende informele leemlagen. De leider kan slechts een beetje snoeien en doen bloeien.
Omgekeerd kunnen de onzichtbare informele netwerken niet zonder de zichtbare formele netwerken van de bovenwereld. Niet voor niets is er weinig terechtgekomen van de netwerkeconomie, tijdelijke samenwerkingen tussen organisaties op basis van tijdelijke voordelen. In de eerste plaats bieden vrijblijvende relaties aan organisaties weinig continuïteit. Van de vele door KLM, Rabobank en KPN met aangekondigde allianties is niets terechtgekomen. In de tweede plaats wordt het een chaos zonder formele structuur. Bij gebrek aan hiërarchieën, regels en missies kunnen managers nergens op afgerekend worden.
Angstwekkender zijn natuurlijk de onzichtbare netwerken van criminelen, terroristen en fraudeurs. Deze zelfsturende teams maken slimme onderwereldfiguren soms net zo effectief als onze old boys. Dat het slechts een enkeling lukt valt minder op, evenmin dat deze informele netwerken als los zand aan elkaar hangen. Door ons heilig geloof in gestructureerde netwerken zoeken we hopeloos naar hun succesvolle organisaties. Denk aan de jacht op Octopus, de aanslag op het WTC en operatie Clickfonds. Het zijn echter hoogstens tijdelijke samenwerkingen op basis van tijdelijke voordelen. Deze weinig gestructureerde boevenbendes kennen weinig continuïteit. Tegenstellingen worden gemakkelijk uitgespeeld. De meeste bendeleiders vallen dan ook onder het pistool van een concullega.
Voor continuïteit is ook de onderwereld op de zichtbare netwerken aangewezen. Schurken hebben evenals onze eigen old boys-netwerkjes de behoefte aan de veilig beheersbare bovenwereld. De Hakkelaar streefde naar legalisering van drugs, Osama Bin Laden wil na het arme Afghanistan de macht overnemen in het rijke Saoedi-Arabië, en de beursfraudeurs wilden zich meester maken van eerbiedwaardige effectenkantoren. Schurken maken bovendien noodgedwongen misbruik van onze formele netwerken voor middelen als luxe, vliegcursussen en witwassen. Onderwereldfiguren komen zodoende onze bovenwereld binnen via de achterkant van onze (globale) netwerken. Dat maakt hun wankele onzichtbare netwerken zichtbaar voor de boze belastingambtenaar. Want als ze vrouwe Justitia en de concurrentie al overleven, gaan ze evenals Al Capone vele jaren achter de tralies wegens een veroordeling voor belastingfraude.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Openbare aanbesteding van kroonprinsen heeft een heilzame werking
2001/11/02 in Management Teamp.19 door Jos van Hezewijk

Bij de term 'old boys network' denken we automatisch aan het bedrijfsleven. Volkomen ten onrechte, de politiek hangt vele malen sterker aan elkaar van de old boys-netwerken. Politici horen volgens de wet onafhankelijk het algemeen belang te dienen, evenals overigens commissarissen bij structuurvennootschappen. Niets is minder waar. Net als in het bedrijfsleven worden de gedoodverfde lijsttrekkers en kamerkandidaten door de politbureaus in duistere achterkamertjes bij elkaar geritseld. De lijsttrekkers zijn in principe klonen van hun voorganger, de kamerkandidaten behoren hun slaafse waterdragers te zijn. Anders dan in het bedrijfsleven moet deze eenheidsworst vervolgens bij de achterban door de strot geduwd worden. Eigenlijk zijn politieke partijen old boys-netwerken pur sang. Niets mis mee, zolang de kiezers niet massaal op een redelijk alternatief stemmen. Echter, de geloofwaardigheid van de partijpolitiek wordt uitgehold. Begin dit jaar werd Ruud Koole tegen de wil van het Haagse PvdA-establishment in tot partijvoorzitter gekozen. Tot woede van het politbureau sprak hij zich direct uit voor een democratisch gekozen lijsttrekker. Toen Kok onlangs Ad Melkert presenteerde als zijn troonopvolger, hoorden we van Koole taal noch teken meer. In tegenstelling tot de sociaal-liberalen, lijkt er bij de individueel-liberalen na de affaire rond partijchef Joris Voorhoeve geen vuiltje meer aan de lucht. Voor de VVD'ers geldt zolang het rendement hoog is, de ijzeren wet van het bedrijfsleven: ieder voor zich en de directie voor ons allen. De oppositionele Haagse CDA-old boys hebben echter weinig baantjes te verdelen onder hun lijstduwers. Gecombineerd met een al eeuwen slinkende gekerstende achterban, is dat dodelijk. De provinciale partijbaronnen zwoeren op het laatste moment onder aanvoering van de partijvoorzitter samen tegen de door de christelijke nomenclaturen uitverkoren lijsttrekker Jaap de Hoop Scheffer. Maar ook hun communicatie met de klantjes liet te wensen over. Een andere old boy werd naar voren geschoven. Zelfs bij de achterban van het bedrijfsleven groeit de oppositie tegen deze arrogante old boys. Stroman Karel Vuursteen van Alfred Heineken, gedoodverfde troonopvolger Paul Smits van KPN's Wim Dik, schaduwtopman Hans Zwarts van Randstads Frits Goldschmeding: ze kwamen onder het mediavuur van beleggers, klanten en werknemers te liggen. Net als in de politiek overleef je dat tegenwoordig niet meer. En met hen vielen er velen. Uit eigen onderzoek blijkt dat bij de 500 grootste ondernemingen slechts 13 procent van de toplieden het pensioen haalt - tegen nog 26 procent in 1996. Zij worden zonder moeite voortijdig onderuit gehaald door concurrenten. Want deze kereltjes, gespecialiseerd in het bespelen van de interne netwerken, zijn daardoor meestal slecht in de communicatie met de boze buitenwereld. Maar het kan anders. Je hebt charismatische leiders, die het toeval hebben ook van de publieke opinie de zegen te hebben gekregen. Een Cees van der Hoeven van Ahold, een Carlo de Swart van verzekeraar Stad Rotterdam en een Cees Storm van Aegon pompen de beurskoersen van hun ondernemingen zonder problemen op tot grote hoogten. Dit toeval kun je echter afdwingen. Laat bijvoorbeeld verschillende kroonprinsen eerst de afvalrace van het publieke optreden lopen, zoals General Electric deed. Met publiekelijk gekeurde kroonprinsen kunnen ondernemingen misschien weer een vaste schare van beleggers, klanten en werknemers aan zich binden. Voor het politiek bedrijf is openbare aanbesteding van kroonprinsen echter een must. De lijsttrekker móét een great communicator zijn. Het politbureau staat hiermee niet buitenspel. Bovendien verhoogt dit de betrokkenheid van kiezers en de geloofwaardigheid van de partijpolitiek. Met voorverkiezingen van lijsttrekkers kunnen de grote partijen, net als in de VS, de vele politieke activisten weer achter zich scharen.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Oorlog voeren? De meeste managers weten nog niet nog steeds niet hoe het moet
2001/10/19 in Management Team p.19 door Jos van Hezewijk

Nu de hele wereld zich in oorlogskleuren lijkt te hebben geschilderd, is het zinvol stil te staan bij 'De kunst van het oorlogvoeren', vrij naar Sun Tzu, een Chinese oorlogsfilosoof van voor Christus. Zijn klassieke ideeën zijn niet alleen populair bij moderne Amerikaanse bevelhebbers als Norman Schwarzkopf tijdens de Golfoorlog, maar ook bij minder belangrijke postmoderne topmanagers, die tegenwoordig steeds meer en harder met elkaar concurreren.
Volgens de overlevering achtte die oude Sun Tzu de beste strategie achtereenvolgens: a) het in de war brengen van de tegenstander, b) het ruïneren van de allianties van de vijand en pas dan c) het aanvallen van het vijandelijke leger. Idealiter versla je de concurrent zonder slag of stoot. De slechtst denkbare oorlogsoptie is volgens Sun Tzu het belegeren van de vijand. Denk maar aan de voortslepende controverses bij Fortis, SNS Reaal en Friesland Coberco. Je aanval is liefst onzichtbaar, zoals die van Amro-topper Rijkman Groenink op ABN'ers Maarten de Jong en Rijnhard van Tets, dan wel snel, zoals die van Tony Martin op Vedior-topman Ger Smit. Langdurige onrust is de voedingsbodem voor verzet.
De vijand in de war brengen door je eigen positie voortdurend te variëren en die van de tegenstander voortdurend te frustreren, is een strategie die in de not for profit-wereld voortdurend met succes wordt toegepast. Wie weet nog de weg op het slagveld van de medische wereld? En wie nog hoe het slagveld van de uitkeringsinstanties er uitziet? Ook HBG weet voortdurend effectief verwarring te zaaien onder belegeraars Boskalis en Heijmans. NS-topman Hans Huisinga wist met succes de allianties tussen vakbonden, personeel en overheid te ruïneren.
De oude Chinese baas pleitte indertijd al voor een platte, weinig hiërarchisch gestructureerde organisatie met goed opgeleide soldaten. Het maakt een leger erg effectief. En het maakt een leger ook voor de vijand ongrijpbaar. Het werd de succesformule van Nazi-Duitsland. Overigens wees Sun Tzu er al voor het jaar nul op dat goed kennismanagement onmisbaar is. Torstein Hagen legde het in 1993 tegen Nedlloyd-topman Henk Rootliep af omdat hij niet goed genoeg op de hoogte was van het feit dat de koper van zijn aandelen het pensioenfonds van Nedlloyd zelf was: Hij miste essentiële kennis. Maar het betreft niet alleen informatie over de vijand, maar zeker ook over het eigen netwerk. Op dat laatste punt ging het bijvoorbeeld dit voorjaar mis bij supermarktketen Laurus, toen het ten strijde trok tegen grote broer Albert Heijn.
Een ander belangrijk principe is dat je beter moet zijn dan je tegenspeler, weten de aandeelhouders van HBG, anders is er sprake van zinloos geweld. Verder moet je aanval nodig zijn voor je expansie. De overname van Kluwer door Pierre Vinkens Elsevier in 1987 werd om die reden door de haute finance als overbodig beschouwd. Je wint ook nooit indien je aanval een emotionele reactie is op agressie van anderen, zoals Erik Albada Jelgersma van Unigro in 1988 ervoer nadat hij in de kwestie Schuitema het onderspit had gedolven tegen Albert Heijn. Je bent dan slecht voorbereid op een verder zinloos achterhoedegevecht. Vechtersbazen moeten kunnen incasseren en opnieuw beginnen.
Zet je tegenstander ook nimmer met de rug tegen de muur, een kat in het nauw maakt rare sprongen. NS lijkt hieraan te bezwijken. Geef je tegenspeler een uitweg, liefst een die overeenkomt met je doel. Creëer een win (meer)-win (minder)-situatie. Zo gunde Rob Hazelhoff van ABN zijn tegenspeler Roelof Nelissen van Amro-bank ruimhartig als eerste een topfunctie bij de fusie. Daarna nam hij voor jaren zelf het heft in handen.
De twee belangrijkste principes van die oude baas Sun Tzu zijn echter dat een aanval alleen redelijk is wanneer deze tot verbetering leidt en je zeker wint: Pax Romana. Zinloos geweld is helemaal uit den boze.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Hoe de sociale partners elkaar het ja-woord gaven en vervolgens een coup plegen bij het bedrijfsleven
2001/10/05 in Management Team p.113 door Jos van Hezewijk

Het lijkt slechts een kwestie van tijd of de werknemers en aandeelhouders veroveren het commissarissenpluche bij de grote ondernemingen. Zijn wij dat? Wel en niet. Wél, omdat we het over beleggingen met onze pensioencentjes (1,5 biljoen gulden) hebben. Niet, omdat we deze pensioenfondsen niet in eigen hand hebben. Deze worden namelijk eendrachtig bestuurd door apparatsjiks van de vakbonden en werkgeversorganisaties.
Zo close zijn deze twee partijen anders niet altijd geweest. Tot 1982 stonden ze lijnrecht tegenover elkaar, net als hun voornaamste politieke achterban, PvdA en VVD. Ruud Lubbers, als CDA'er in het politieke landschap een natuurlijke intermediair tussen deze kemphanen, wist onder druk van een nieuwe loonmaatregel een monsterverbond te forceren tussen voormannen Wim Kok en Chris van Veen: het akkoord van Wassenaar. Deze haat/liefde-verbintenis werd het startpunt van het te veel geroemde poldermodel. Zo monsterachtig was dit verbond nou overigens ook weer niet, want beide tegenpolen hadden samen al een lucratieve financiële joint venture in pensioenen en uitkeringen. De apparatsjiks kwamen er eigenlijk achter dat ze, in tegenstelling tot de achterban, gelijke belangen hebben. En de staat heeft feitelijk met het bijeenbrengen van dit machtige duoblok triomfantelijk het paard van Troje binnengehaald in haar machtige tripartiete adviesorgaan, de SER.
Deze quasi-haat/liefde-verhouding kreeg ook in de regering onder Wim Kok gestalte: paars. Ook bij deze politieke apparatsjiks stonden leden en ideologie op voldoende afstand. Ruud Lubbers heeft dus met zijn beroemde compromis het eigen CDA uit het middenveld gemasseerd. Zelfs de overheid mocht zich terugtrekken. Aanvallen van de overheid op uitkeringskassen van de sociale partners werden tot nu toe in innige paarse mist afgeslagen met gedoogsteun van Ad 'ESF' Melkert. Ondertussen kunnen VNO en FNV de ogen niet afhouden van de tientallen miljarden van onze multinationals. Oud-FNV-topman Johan Stekelenburg pleitte al in 1998 voor een old boys network van bondsbestuurders. Die zien vol vreugde de macht van de topmanagers wegsmelten ten gunste van henzelf als grootaandeelhouders. FNV-topmanager Lodewijk de Waal gooit ieder jaar nog wat olie op het vuur door zijn collega's bij de ondernemingen uit te maken voor 'kleptocraten', terwijl zijn broeders bij pensioenfonds PGGM en ABP vrolijk hun salaris met een verhoging van zo'n 40 procent in de pas laten lopen met de financiële sector.
In het historische jaar 2000 slaan de apparatsjiks toe met hun SER-voorstel Corporate Governance, dat grote invloed van werknemers en aandeelhouders bepleit op de benoeming van commissarissen bij de multinationals. Zowel werknemers als ook aandeelhouders worden echter vooral vertegenwoordigd door deze apparatsjiks. De knarsetandende topmanagers van de multinationals zijn door hun ambtenaren bij ondernemingsverbond VNO-NCW vrolijk uitgespeeld tegen de ondernemers bij de familiebedrijven, die juist garen spinnen bij genoemd SER-voorstel. Pijnlijk voor oud-Aegon-topman Jaap Peters, die nota bene zelf de aandeelhoudersmacht heeft gepromoot. De door de overheid benoemde SER-leden, vooral hoogleraren, gaan gemakkelijk overstag. De hooggeleerde kringen kunnen, net als die van de sociale partners uit de SER, vele interessante commissariaten tegemoet zien in de commissarissendatabank van het FNV. De topmanagers zoeken hun heil in de uitzonderingsregels. En wij moeten op zoek naar nieuwe vertegenwoordigers.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Topmanagers prijzen zichzelf de markt uit. Komt er een akkoord van Wassenaar voor topinkomens?
2001/09/21 in Management Team p.163 door Jos van Hezewijk

Toch merkwaardig dat de commissarissen de beloningen van de ondernemingsbestuurders niet veel eerder naar een mondiaal niveau hebben opgetrokken. Destijds zou niemand daarover hebben gezeurd. Bovendien waren onze topmanagers in het verleden meer in trek in het buitenland. Misschien waren hoge salarissen in de goeie ouwe tijd niet noodzakelijk omdat topbestuurders het als een secundaire arbeidsvoorwaarde zagen dat zij hun inzicht te gelde konden maken, zoals professor H. van Luijk, emeritus-hoogleraar ethiek van Nyenrode, begin dit jaar stelde? Nu heet dat ongeoorloofde handel met voorkennis, zoals Cor Boonstra onlangs mocht ervaren. Dat topmanagers veel verdienen is geen punt, mits ze goede prestaties neerzetten, zoals Kas-Associatie, Nutreco en Emis over 2000. Laten we daarom hun salarissen eens met de beurskoersen vergelijken op basis van cijfers uit de Volkskrant. Soms zit het mee. Zo lijken de toplui hun oud-collega’s/commissarissen in 2000 goed voor de gek gehouden te hebben. In 2000 kreeg 42 procent van de raden van bestuur (tegen 37 procent in 1999) een loonsverhoging die niet in verhouding stond tot de geleverde aandeelhoudersprestatie. In negatieve zin dan. Het topmanagement van EVC, Versatel en Vendex versierde in 2000 te opzichte van 1999 ruim het dubbele in het loonzakje. Hun commissarissen, maar zeker ook de aandeelhouders, kregen stank voor dank met forse koersdalingen. In tegenstelling tot hun aandeelhouders, zijn er onder toplieden meer winners dan loosers. In 1999 was slechts 32 procent en in 2000 37 procent van de raden van bestuur zo sukkelig om met minder loon genoegen te nemen dan waar ze gezien de beurskoers achteraf recht op hadden. Uitschieter was het topmanagement van verzekeraar ASR, dat zich een inkomensdaling van 10 procent in de maag liet splitsen terwijl de koers 70 procent steeg. Ook de bestuurders van Fugro, Buhrmann en Van der Moolen namen voor 2000 genoegen met minder salaris terwijl de koersen - blijkbaar onverwacht - fors opliepen. Bij de top bestaat dus nauwelijks enig verband tussen beloning en prestatie; wat dat betreft zijn ceo’s net ‘gewone’ werknemers. Nog slechter wordt de verhouding tussen inkomen en prestatie als we kijken naar de gemiddelde stijging. Over het algemeen stegen in 1999 de salarissen van de top met 13 procent tegenover een gemiddelde koersstijging van 37 procent. Terecht, zou je denken. Maar over 2000 ziet het plaatje er wel even anders uit. Tegenover een redelijke gemiddelde koersstijging van slechts 6 procent staat een salaristoename van maar liefst 14 procent. Waarschijnlijk kijken de commissarissen evenals de aandeelhouders vooral naar behaalde rendementen uit het verleden. Dat ziet er voor dit jaar dan heel wat slechter uit voor de topmanagers. Maar om nu met voorzitter Jacques Schraven van VNO-NCW meteen te zeggen dat het einde van hun inkomensstijging in zicht is, nee. Want alle door minister Gerrit Zalm toegekende aandeelhoudersinvloed ten spijt, maken de meegraaiende aandeelhouders zich weinig sappel over zelfverrijking. Daardoor kunnen de bestuurders van grote ondernemingen nog lang hun rendementen uit het verleden te gelde maken. Daarmee ruïneren ze echter wel op langere termijn hun publieke imago en politieke macht. Moeten ze straks niet raar opkijken als ze weer genoegen moeten nemen met een polderloontje in ruil voor piekkoersen. Het politiek gezeur over hun salarissen is een teken aan de wand. En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De leugen regeert. Althans de grote leugen, want op kleine leugentjes wordt je keihard afgerekend
2001/09/07 in Management Team p.113 door Jos van Hezewijk

Dat pathologische leugenaars het ver kunnen schoppen, is niets nieuws. Maar het is wel opmerkelijk dat zij grote leugens zonder problemen kunnen rondstrooien, terwijl hun kleine leugentjes genadeloos worden afgestraft. Verhullende jaarcijfers bij grote concerns worden door de voor vele miljoenen benadeelde kleine beleggers als zoete koek geslikt, terwijl diezelfde beleggers de toplieden bij een kleine stiekeme greep in de kas zonder bezwaar opknopen. Zo kon Cor Boonstra bij zijn afscheid wijzen op mooie zwarte cijfers, terwijl zijn opvolger Kleisterlee kort daarop met rooie cijfers op de proppen kwam. Het ging om een groot verschil, honderden miljoenen minder in de kas. Maar Boonstra wordt met pek en veren het dorp Nederland uit gejaagd, omdat hij wordt verdacht van handel met voorkennis in aandelen Endemol. Vriendin Sylvia had zeker hardop gedroomd. Miljarden worden vrolijk uitgegeven door semi-overheidsinstellingen als universiteiten, politiekorpsen en zorginstellingen, geld waarop de Tweede Kamer en Algemene Rekenkamer nauwelijks controle kunnen uitoefenen. Om maar te zwijgen van de Europese subsidies. Ad Melkert hoeft zich dus geen zorgen te maken over de ESF-affaire. Daarentegen werden René van der Linden, Robin Linschoten en Bram Peper uit het ambt gezet voor respectievelijk een ondeugdelijk paspoort, gekibbel bij het Ctsv en een paar slordige declaraties. Bestuursvoorzitter Ole van der Straaten kon op de instemming van zijn commissarissen rekenen bij een honderden miljoenen verslindende ombouw van alle Laurus-supermarkten tot Konmar, maar kleine achterbakse afspraakjes met toeleveranciers kostte mede-bestuurder Peter Stuyts de kop. Blijkbaar kan de burger en dus ook de pers zich geen voorstelling maken van de grote leugens, maar des te meer van de kleintjes. Misschien omdat burger en pers zelf ook niet altijd eerlijk zijn. Maar er is meer aan de hand: waar rook is, is vuur. Alle genoemde slachtoffers golden al langer als controversieel. En hun potenzagers wisten dat je deze topmanagers-met-een-slecht-imago niet onderuit haalt met grootse onthullingen van slecht beleid, maar juist aan de hand van de kleine menselijke streken. Daarmee kun je gemakkelijk scoren bij de toeschouwer. Dus de harde Cor Boonstra kon Philips de laatste jaren straffeloos stiekem laten versukkelen, Peter Stuyts verbouwde met grootheidswaanzin en gejuich Laurus om tot Konmar, de lompe Bram Peper kon zonder noemenswaardig verzet zijn slechte Rotterdamse bestuur verdoezelen, kleine aandeelhouders lieten de zelfingenomen Nina Brink jarenlang World Online vol lucht pompen, de hooghartige Roel in ‘t Veld mocht miljarden wetenschapsgeld over de balk smijten, dictator Arie Maas kreeg geen slechte pers toen hij de Bijenkorf voor een appel en een ei moest verkopen aan Vendex en diva Singh Varma loog jarenlang zonder ooit een motie van wantrouwen aan haar jurk te krijgen in de Tweede Kamer. Voor hun vijanden was het echter wachten op het naar buiten komen van die kleine stiekeme misstap. Of vermeende misstap. Forensische accountants zeggen dat een onderzoek 'een beproefd middel is om iemand in een kwaad daglicht te stellen’. De persoon in kwestie komt er nooit goed uit, omdat in de reglementen zelden duidelijk is omschreven wat wel en niet is toegestaan. Maak je niet dik om grote leugens, maar let vooral op de kleintjes.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Topmanagers vallen van hun voetstuk en gaan politici achterna: op de knieën voor het gepeupel
2001/08/24 in Management Team p.95 door Jos van Hezewijk

Waarom vallen zo veel ceo's en old boys tegenwoordig van hun voetstuk? In 2000 haalde slechts 13 procent van de bestuursvoorzitters van top 500-ondernemingen hun pensioen, tegen nog 26 procent in 1996. Tevens hebben we vastgesteld dat de old boys van de grootste ondernemingen, anders dan de berichtgeving suggereert, plaatsmaken voor tijdelijke, populaire leiders. Wat is hier aan de hand? Topmanagers, in de jaren zeventig met afkeer bejegend, werden in de jaren tachtig met de economische wind van het Lubberiaanse poldermodel in de rug weer op de troon gezet. De politiek vroeg de commissies van Wisse Dekker (Gezondheidszorg), Jaap Peters (Corporate Governance), Pieter Bouw (zenderfrequenties) en Roel Pieper (automatisering) om raad. Topambtenaren raakten in de privatiseringsgolf hun overheidsorganen kwijt en de raden van toezicht van de universiteiten werden bevolkt met managers. Een bedrijfsmatige aanpak werd de norm: managementjargon raakte gemeengoed bij de overheid. Tegelijkertijd daalde het aantal politici, ambtenaren en hoogleraren in de raden van commissarissen van de ondernemingen fors. Ondertussen werd er in al in de jaren tachtig aan de poten van de troon van deze topmanagers gezaagd door koning klant. Ten eerste was de vraageconomie op een breed front omgeslagen in een aanbodeconomie. Er werd veel meer geproduceerd dan de klant kon kopen. Topmanagers moesten op de knieën voor de klant. Klantvriendelijkheid betekende niet langer alleen goede en goedkope producten, maar ook sociale producten, al was dit vaak niet meer dan kretologie. Zelfs de grijze Shell-topman Cor Herkströter wist de Brent-Spar-affaire achteraf toe te dekken met een fraai klinkend excuus. Echter, in de jaren negentig deed een nieuwe en machtiger stakeholder een aanval op de status van de topmanagers. Door het economische succes was de middenklasse zo rijk en machtig geworden dat hun centjes feitelijk de effectenbeurs gingen domineren, ofschoon voor het grootste deel via de pensioenfondsen, verzekeraars en banken. Een mooi sociaal verhaal voldeed niet langer. De aandeelhouders wilden winst zien. Aandeelhouderswaarde werd het nieuwe politieke adagium van de topmanagers, maar velen van hen vielen door de mand. Vandaar het fors gestegen aantal gevallen topmanagers in de afgelopen jaren. Bovendien hadden de topmanagers geen rekening gehouden met de andere zijde van hun torenhoge status: noblesse oblige. Immers, alleen geld telt voor hen. Tengevolge van hun koele zakelijke adviezen aan de samenleving concurreert de welvaart nu het welzijn van de burger weg. Die strenge rekenmeesters uit het bedrijfsleven zorgen wel erg goed voor zichzelf. In de woorden van de minister-president maken zij zich schuldig aan 'exorbitante zelfverrijking'. Vorig jaar rekende ik in deze column voor dat de salarisverhogingen in 37 procent van de gevallen niet in verhouding stonden tot de prestaties. Last but not least moet de topmanager nu een mooi gezicht opzetten voor de spaarzame werknemer. Die wil niet alleen een sociaal bedrijf mét een goede winst, maar ook een goede werksfeer. En die werknemers krijgen met een beetje pech nog commissarissen ook. Net als de politicus zal ook de topmanager dan populistisch moeten neerdalen tot het niveau van de werkvloer.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De Nederlanden, let op uw saeck. De top van ons bedrijfsleven is te aantrekkelijk voor buitenlanders.
2001/07/06 in Management Team p.95 door Jos van Hezewijk

De enkele buitenlandse manager die het interesseert, zal bij het lezen van verontrustende berichten over coffeeshops, red light district, euthanasie, MKZ en de abortusboot de wereldkaart raadplegen en erachter komen dat Nederland een stadstaatje is als Hong Kong of Singapore, maar dan heel ouderwets met een Koninklijk kaasmeisje aan het hoofd.
De meer economisch geïnteresseerde zal weten dat Nederland een oliestaatje met een hoop gas is en een enorme wapenhandel. Bovendien heeft deze Duitslandpoort per statistiekje bepaald dat het de grootste haven van de wereld heeft. Financieel specialisten weten ook dat Nederland net als alle bananenrepubliekjes een belastingparadijs is. Vele van de grootste ondernemingen zijn fiscaal gedreven buitenlandse dochters. En uiteraard investeert zo'n piratennest zijn geld massaal in de Verenigde Staten. Met enorm succes.
Zo verdienen Ahold, Aegon, ING, ABN Amro, Numico, Buhrmann, Hagemeyer, Wolters Kluwer, Reed Elsevier en ook onze eigen uitgeverij VNU een substantieel deel van hun geld in het buitenland, vooral de VS. Niet alleen de modale asielzoeker, maar ook buitenlandse toppers eisen echter hun deel van de buit. Ahold (twee van de vijf bestuurders buitenlander) en Aegon (een kwart) hakken al een decennium met dit bijltje. ING (eenderde) en TNT Post (idem) betraden de laatste jaren het wereldtoneel. Dit jaar globaliseerden ABN Amro (eenvijfde) en vooral Numico (de helft) hun bestuur. Het gaat hard. Van 1987 tot 1997 nam het aandeel van buitenlandse bestuurders in de grootste beursfondsen toe van 4 naar 12 procent. In 2000 was het 20 procent en nu al weer 24 procent. Anders dan de loonzakjes van onze toplieden doen vermoeden, neemt het aantal Nederlanders in buitenlandse dienst echter af. Er zwoegen nog tijdelijk enkele Calvinistische polderjongens in het tranendal van verkocht kleiner industrieel erfgoed als DAF, Endemol, Van Melle en zelfs enige onrendabele nutsbedrijven. Een substantieel aantal buitenlanders in de raad van bestuur geeft wel problemen. Shell en Unilever hebben al decennia lang een haat-liefdeverhouding met de Engelsen - op fifty-fiftybasis in de raad van bestuur -, hoewel de Nederlanders juridisch domineren. Akzo heeft na de oorlog met moeite de Duitse invloed teruggedrongen. Het Belgisch-Nederlandse Fortis zoekt van ellende maar een derde nationaliteit. Cor Boonstra wist de buitenlandse vrienden van Jan Timmer bij Philips op tijd te verwijderen. Vedior en Reed Elsevier zijn daarentegen zo goed als in Engelse handen gevallen. Van Leer en Baan werden ons zelfs door de buitenlandse bestuurders uit handen genomen. Ook KPN, Buhrmann, ASML en Wolters Kluwer dreigen met de helft buitenlandse bestuurders voor de bijl te gaan. De grote baas van MT's uitgeverij VNU, Rob van den Bergh, is gewaarschuwd met zijn mega-aankoop van AC Nielsen.
Buitenlandse bestuurders drijven de salarissen op. D. Shepard van Aegon streek vorig jaar maar liefst 22,2 miljoen op. We mogen dan als om onze zwakheden te verbergen een flinke morele keel opzetten tegen onze grote buren - behalve kooplieden worden we ook als dominees gezien -, het mag van ons vooral niks kosten. Laten we derhalve ter bestrijding van de dreigende machtsovername en de inflatie buitenlandse bestuurders minder gaan uitbetalen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Het vastgeroeste old boys network rond multinationals sterft uit. De nieuwe netwerken van charismatische figuren zijn groter, maar ook vergankelijker.
2001/06/15 in Management Team p.129 door Jos van Hezewijk

Moeten old boys-netwerken bestreden worden? Nee, want ze sterven vanzelf uit. Maar laten we bij het begin beginnen.
Na de Tweede Wereldoorlog begonnen de verzuilde relatienetwerken en de familienetwerken in te krimpen. Daarvoor in de plaats rukten in de jaren zestig en zeventig in de raden van commissarissen de netwerken op rond multinationals als Shell, Unilever en Philips. In de jaren tachtig zagen we in het bijzonder ABN Amro centraal staan in het old boys network. Met name deze netwerken van academisch gevormde managers, die elkaar al leerden kennen in de studentencorpora, vormden wat bekend raakte als het old boys network. Als eerder beschreven in mijn artikel in Management Team van 9 februari (First in, first out) zien we in de loop van de jaren negentig dat deze old boys er de brui aan geven.
Maar de oude old boys worden vervangen door nieuwe. Old boys overigens alleen in de letterlijke zin dat ze nog altijd 60-plus zijn. Echter, dit nieuwe netwerk is geen old boys network in de figuurlijke betekenis van het woord, aangezien ze elkaar niet van de studentencorpora en van familiebijeenkomsten kennen. De nieuwe old boys zijn ook niet langer per definitie oud-topman van grote multinationals als ABN Amro, Shell en Unilever. Het aantal top 100-commissarissen dat de groep ABN Amro-toplieden leverde, kalfde af van zeventien in 1986 tot acht in 1998. Bij Unilever van zeven tot vier, ING van zes tot vier en Shell van zeven tot drie. De oud-ABN Amro-topman Rob Hazelhoff had nog twaalf commissariaten, terwijl zijn opvolger Jan Kalff er ‘slechts’ zeven heeft. Oud-Shell-bestuurder Henny de Ruiter had er acht, de voormalige Shell-topman Maarten van den Bergh zegge en schrijven één. Oud-Unilever-topman Frans van den Hoven had nog negen commissariaten, bij de voormalige topman Morris Tabaksblat staat de teller stil op vijf.
De nieuwe old boys worden dus niet vanwege hun afkomst gevraagd, maar vooral omwille van hun charismatische optreden. Meer op grond van hun prestaties, zou je kunnen zeggen. Nieuwe sterren aan het firmament zijn onder anderen de zachtmoedige Pieter Bouw, voorheen KLM, kartelbestrijder Karel van Miert (ex-Europese Commissie), de maatschappelijk geëngageerde Jan Michiel Hessels, ex-Vendex, de frisse Canadees Andrew Land (voorheen Hagemeijer) en ook een vrouw: Dien de Boer-Kruyt, oud-voorzitter van Lieve en Actieve Vrouwen. Charisma zet meer zoden aan de dijk dan afkomst, want de nieuwe old boys stapelen commissariaat op commissariaat. Was er in 1995 slechts één multicommissaris met acht commissariaten, nu zijn er dat achttien. Onder anderen oud-ING-topman Aad Jacobs op zijn bruine schoentjes, oud-OGEM-professor Lenze Koomans en oud-Getronics-topman/entertainer Ton Risseeuw hebben er maar liefst elf. En natuurlijk komen deze supersterren elkaar in al deze raden van commissarissen voortdurend tegen, zodat er sprake is van nog uitgebreider netwerken.
Maar van een vastgeroest old boys network is geen sprake, want in deze nieuwe netwerken staan niet langer de eeuwige multinationals, studentencorpora of families centraal, maar de vergankelijke charismatische toplieden zelf. En dat charisma hebben ze van ons in bruikleen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Het grootschalig ruimen van vee is niet nieuw, van agrarische topmanagers wel
2001/06/01 in Management Team p.129 door Jos van Hezewijk

Terwijl hele kuddes boerenmanagers door de achterdeur verdwijnen, zijn alle camera-ogen gericht op hypes als varkenspest, BSE en nu dan MKZ. Ten onrechte wordt voetstoots aangenomen dat deze ziekte iets te maken heeft met de intensieve veehouderij en de mondialisering (het gesleep met dieren). In de Volkskrant van 3 april j.l. zette agrarisch historicus J. Bieleman uiteen dat al eeuwenlang jaarlijks honderdduizenden stuks vee door Europa werden gesleept, compleet met ziektes en ruimingen. Toch wordt de lezer nog dagelijks in de Volkskrant vergast op het verband tussen die verfoeilijke verschijnselen en MKZ.
Toch is het algemeen gevoelen niet geheel bezijden de waarheid. Er wel degelijk is iets mis met de landbouw. De Nederlandse boeren voeren in de internationale agrarische keten het smerigste bulkkarwei uit tegen een lage prijs, met als resultaat een gigantisch mestprobleem en arme boeren. Die misstand kan alleen in stand worden gehouden dankzij importbelemmeringen voor goedkoop vlees uit de Derde Wereld, inkomenssubsidie aan boeren en een kostbare mestvervuiling. Het resultaat is ook nog dat we zo'n drie maal teveel betalen voor ons voedsel.
Deze wantoestand voor alle partijen hebben we te danken aan het succes van de groene maffia. Centraal daarin staat al een eeuw de voormalige NCB, de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond. Dit old boys network is financieel en personeel ten nauwste verbonden met allerlei coöperatieve multinationals als Cehave, Encebe, Campina Melkunie, Interpolis en Rabobank. Begin jaren negentig wist deze agrarische 6 procent van de bevolking bijvoorbeeld 40 procent van de stemmen te verwerven in Brabant. Zeg maar CDA. Met steun van deze Brabantse varkensboeren durfde Gerard Doornbos, voorzitter van het LTO - een koepel van Christelijke landbouworganisaties naar voorbeeld van het CDA - de cowboys van de Veluwe te trotseren.
Maar aan dit succes van het CDA/landbouwbolwerk zit inmiddels ook een negatieve kant. In de eerste plaats hebben de boeren veel Haagse invloed verloren toen hun CDA uit het centrum van de macht verdween. Op de tweede plaats heeft dit tot gevolg gehad dat de agrarische sector nog altijd niet in staat is om te vernieuwen naar hoogwaardiger en rendabeler producten. De boerenmanagers zitten in de wurggreep van hun behoudende achterban. Boerentoplieden worden voor een appel en een ei afgemaakt. Vorig jaar was het prijs bij Coöperatie Avebe, waar directievoorzitter Marcel Van Handenhoven en bestuursvoorzitter A. de Jonge werden gesaneerd. De Jonge legde ook vorig jaar het loodje bij Campina Melkunie, samen met directeur B. De Lange en Anthony Zoomers. De laatste werd al eerder weggestuurd bij Avebe en Friesland (Coberco), waar ook Bernard Bijvoet en G. Stolk en in 1999 B. Majoor, J. Plageman, Johan Lokhorst en J. de Vries werden geruimd.
Voorlopig wordt, voorspelbaar, uitstel van executie gezocht in schaalvergroting en fusies. Een sanering als in de scheepsbouw in de zeventiger jaren, zoals bijvoorbeeld Marcel van Dam voorstelde, lijkt onmogelijk. Boeren zijn nu eenmaal geen brave herplaatsbare werknemers. Het valt te vrezen dat het goede ook ditmaal van boven zal moeten komen. Nu van de Europese Commissie. Maar voordat deze kogel door de kerk is, zullen we nog heel wat tractorblokkades moeten ruimen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Vanwaar die opwinding? De babyboomerelite veranderde niks aan de machtsverhoudingen, hun protest was alleen een mediahype.
2001/05/18 in Management Team p.137 door Jos van Hezewijk

In de media woeden heftige discussies over babyboomers – preciezer, de vroege baby boom- of protestgeneratie, geboren tussen 1946 en 1954 - die de touwtjes stevig in handen zou hebben. Maar bij de 500 grootste ondernemingen is van hun macht niets te merken. Rond 1994 bereikte de eerste jaargang de salonfähige leeftijd van 48 jaar. Je zou verwachten dat vanaf dat moment de gemiddelde leeftijd van de ondernemingsbestuurders een beetje omlaag zou gaan. Het omgekeerde was het geval. De gemiddelde bestuurder was 47 in 1994 en is nu 50. Bovendien zou de macht van de babyboomers zich moeten vertalen in een verlenging van de regeerperiode van deze bestuurders. Maar al sinds 1994 vertrekken ondernemingsbestuurders gemiddeld tussen hun 54ste en hun 55ste.
Toch is er wel iets gebeurd, maar dat was in de periode ervoor. Begin jaren negentig daalde de gemiddelde aantreedleeftijd dramatisch, van 50 in 1989 naar 47 in 1994. Die aanval van de eerste babyboomers lijkt afgeslagen, gezien het feit dat de gemiddelde leeftijd daarna weer ging stijgen,. Vooral de overnames staken een spaak in het wiel. Want ook de oudere bestuurders van de fusiepartners werden overgenomen. Juist de (vroege) babyboomers moesten al snel het onderspit delven. De gemiddelde leeftijd van de afvallers daalde in dezelfde periode ook dramatisch: van 59 jaar in 1989 naar 55 in 1994. Denk aan de opkomst en ondergang van bedrijvendokter Johan Schaberg (1949), Willem Smit (1946) van Newtron, Maurice de Hond (1947) van Interview, Erik Jan Nederkoorn (1946) van Fokker en Gerard van Vliet (1953) van Wegener. Dat dit niet zonder slag of stoot ging, blijkt vooral uit het feit dat vroegtijdig vertrek met als reden onenigheid of om persoonlijke redenen, wat meestal staat voor ruzie, vanaf 1994 sterk is toegenomen. Van 54 procent in 1994 tot 79 procent in 2000. De gemakkelijk rijk geworden babyboomelite is altijd een kleine groep notoire dwarsliggers - en ook slechte managers - gebleven. Zo predikten zij vanaf begin jaren negentig als managementgoeroe’s hun chaostheorie, hun reengineering en empowerment, commerciële versies van hun revolutionaire hagenpreken uit de jaren zestig, die gelukkig slechts tot vermaak van menig manager hebben gediend. Babyboomers zijn de beste stuurlui aan wal. Uit onderzoek van bijvoorbeeld Andries van den Broek van het Sociaal en Cultureel Planbureau komt zelfs naar voren dat afgebakende generaties, en dus ook babyboomers, helemaal niet bestaan. Behalve dan in de zin van ouders en kinderen. De groep van 1946 tot 1954 is nog geen generatie door vergelijkbare ervaringen in hun tienerjaren. Bovendien, zegt de socioloog, waren de veranderingen die worden toegeschreven aan de protestelite uit de jaren zestig al vanaf het begin van de twintigste eeuw gestaag aan de gang onder de gewone bevolking. De jaren zestig waren slechts een schakel in die trend. De protestgeneratie was net zo'n media-hype als internet. De massa gelooft er graag in. De kleine protestelite is er echter niet in geslaagd de macht in de top van het bedrijfsleven over te nemen. Integendeel. Degenen die wel de top bereikten, waren al in hun tienerjaren zeker geen revolutionairen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Politici hebben hun sorry-cultuur. Maar bedrijven vegen de trap eerder van bovenaf schoon
2001/05/04 in Management team p. 105 door Jos van Hezewijk

In 2000 vloog zowel World Online als een wijk in Enschede de lucht in. In beide gevallen lag het aan wanbeleid. Bij het ondemocratische World Online moest de hoogst verantwoordelijke, Nina Brink, haar biezen pakken. Maar terwijl de democratische overheid de mond vol heeft van zero-tolerance en minder gedogen, zijn de hoogst verantwoordelijken, burgemeester Mans en minister De Vries van Binnenlandse Zaken, de dans mooi ontsprongen. In het verleden hebben ministers en staatssecretarissen om minder hun biezen kunnen pakken. Denk maar aan de paspoort- en de CTSV-affaire. Het gedogen van onverantwoordelijke leiders is slecht omdat anderen dit kunnen opvatten als een signaal dat ze kunnen doen en laten wat ze willen. Om het vertrouwen van de burger in de overheid op peil te houden, moeten er af en toe klappen vallen. Het bedrijfsleven doet dat beter, ofschoon een enkele topman wegkwam met een slap excuus. Denk maar aan Herman Scheffer van Internatio, Aad Veenman van Stork en Paul Smits van KPN, die een belangrijke fusie zagen mislukken. Paul Smits van KPN en topman Ole van der Straaten van Laurus zagen net als burgemeester Mans van Enschede zelfs kans twee medebestuurders de schuld in de schoenen te schuiven van hun falen. Dat lukt alleen als je een mooi verhaal hebt. De publieke opinie weten te bespelen, is voor pluche-plakkers een must. Daaraan ontbreekt het de toplieden van de Nederlandse Spoorwegen. President-directeur Huisinga liet in een van zijn spaarzame interviews terloops vallen dat de NS een van de beste openbaar-vervoersbedrijven ter wereld is. In het democratisch proces komen meer 'great communicators' bovendrijven. Immers, de gemiddelde topman van een top 500-onderneming zit tegenwoordig korter (5 jaar) op het pluche dan ministers en staatssecretarissen. Wim Kok haalt misschien de 12 jaar wel.
Uiteindelijk vullen praatjes geen gaatjes. Kok heeft bijvoorbeeld, overladen met opportunistische loftuitingen van de volksvertegenwoordigers, onze kroonprins gered dankzij de excuses van Maxima en een bruiloftverbod voor haar vader. Maar op de langere termijn blijft Nederland het imagoprobleem van een koning met een 'foute' schoonvader houden. Succesvol de publieke opinie bespelen, is nog geen goede communicatie; dat is het pas als de leider ook met een echte oplossing komt. Weliswaar kunnen de consumenten de bestuurders van ondernemingen niet direct kiezen, maar indirect heeft de tucht van de markt een heilzame invloed op de leiders. 76,4 procent van de bestuursvoorzitters van top 500-ondernemingen vertrekt vroegtijdig. Reeds bij kleinere (financiële) rampen in het bedrijfsleven legden het afgelopen jaar de meeste toplieden het loodje. Bijvoorbeeld Caspar van Kempen (Wolters Kluwer), Aad de Ruyter (IHC Caland) en Gert Smit (Vedior). Overigens is de afrekencultuur sterker bij 'jonge' bedrijven. Zo moesten bij Brunel algemeen directeur Sven Parsser, bij Origin Robert Pickering en bij Holland Colours J. Poel opkrassen. Toplieden van oerconservatieve ondernemingen als Herman Brenninkmeijer van C & A en Marcel Van Handenhoven van Avebe werden zelfs zonder pardon op straat gezet, zonder schuld aan de problemen. Maar opgelost hadden ze die ook niet. De trap veeg je van bovenaf schoon.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Aanstormende, stoere vrouwen en onzekere toplieden strijden om de macht. Roofdieren verloochenen zichzelf nooit.
2001/04/20 in Management Team p.117 door Jos van Hezewijk

Jammer voor de mannen. De vrouwenbeweging heeft geen feministisch manifest meer nodig, zij is krachtig genoeg om als vanzelfsprekend de bijl in het old boys network te zetten. Nu eerst de kinderopvang goed regelen en een redelijk aantal topvrouwen is nog slechts een kwestie van tijd. Maar voorlopig zal menige vrouw vanwege het extra moeilijk begaanbare carrièrepad voor het middenkader kiezen.
Uiteraard is de top in dit stadium weggelegd voor de stoere figuren, die zich het best thuis voelen in het mannelijk territorium. Zoals vice-premier Annemarie Jorritsma, Marike van Lier Lels, bestuurder van Schiphol, en mediabobo Vera Keur. Van deze dames zijn er voldoende, al hebben topmannen er nog weinig oog voor. Het glazen plafond snijdt aan twee kanten. Hoewel vrouwen het vaakst worden geweerd uit leidinggevende functies, zijn zij niet de enigen. Ook huidskleur en een jeugdig uiterlijk zijn makkelijk discrimineerbare kenmerken. Subtieler is de buitensluiting van de grote groep van niet-agressieve mannen en personen uit 'lagere' milieu's. Overigens is de voorkeur voor de eigen soort een kenmerk van iedere groep. Ook van de vrouwenbastions.
Kunnen topvrouwen zichzelf blijven? was onlangs weer de vraag in een openbare discussie. Zeker wel, om de eenvoudige reden dat op een psychopaat na iedereen zichzelf is. Jorritsma is echt cool, maar stoerdoenerij kan voor vrouwen evenals voor topmannen een uiting zijn van onzekerheid. Iedereen heeft zo zijn eigen wijze om zijn emoties te tonen. Neem nu het 'emotieloze' voorkomen van minister-president Wim Kok en ING-topman Ewald Kist of de gemaaktheid van een Ron Brandsteder. Naast kundigheid is zo'n pokerface de sterkste troef om aan de top te komen; je stoot niemand voor het hoofd. Deze mannen hoeven zich hiervoor helemaal niet in allerlei bochten te wringen. Zij zijn gewoon van nature bang om zich bloot te geven. Zij doen dat al voor minder dan een topfunctie. Verschillende topmannen hebben in interviews bekend dat zij eigenlijk onzeker zijn, onder wie Erik Albeda Jelgersma (Unigro), Gerlach Cerfontaine (Schiphol) en Leo van Wijk (KLM). Overigens zijn er ook genoeg vrouwen met een masker: PvdA-Kamerlid Sharon Dijksma, multi-commissaris Lotgard van den Berghe en televisievrouw Linda de Mol. De vrouwelijke eigenschappen hoeven zij heus niet te verloochenen. Hun mannelijke evenknieën maken zich bijvoorbeeld ook ernstig zorgen over hun uiterlijk: het juiste streepjespak, het kunstmatig gebruinde gezicht en een charmant gebaar. Kortom: lijk ik wel succesvol?
Meer vrouwen aan de top is mooi, maar zal het vechtcultuurtje aldaar waarschijnlijk niet doorbreken. Daarvoor is de top een te aantrekkelijk slagveld. Neem de dertig procent vrouwelijke Kamerleden. Daar zitten weinig schatjes tussen, terwijl die nog democratisch gekozen worden. En niet alleen de hoogste regionen zijn voorbehouden aan de roofdieren. Ook in de minder prestigieuze managementrangen, waar vrouwen beter zijn vertegenwoordigd, winnen de wolven in schaapskleren bijna per definitie. De apenrots is niet het walhalla. Bovendien doen leiders wel heel stoer, maar uiteindelijk zullen ze om succesvol te zijn toch moeten uitvoeren wat de meerderheid van de kiezers, consumenten en kijkers wensen. En die zijn ook geen engeltjes. Vrouwelijke vrouwen kunnen misschien maar beter hun eigen bedrijf oprichten.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Het Haagse hoofdkantoor kan moeilijk wennen aan een faciliterende rol en blijft dromen van dat goeie, ouwe centrale gezag.
2001/04/06 in Management Team p. 109 door Jos van Hezewijk

Na de rampen in Enschede en Volendam klinkt alom de roep om de sterke arm. De elite uit Den Haag grijpt haar kansen. Maar de gepreekte Culturele Revolutie van Marten Oosting is niets anders dan een nieuwe cosmeticalijn. Als er gevaar dreigt voor grote groepen burgers juichen we strengere controle toe; blijkbaar had dat een lage prioriteit. De individuele verantwoordelijkheid van de ondernemer doet hier, anders dan VVD-fractievoorzitter Hans Dijkstal beweerde, niets aan af. De gelegenheid schept de dief. Je kunt weliswaar niet alles controleren, maar de centrale overheid had op zijn minst prioriteiten kunnen stellen binnen de echt grote gevaren die de burgers bedreigen. Nu laat de overheid deze prioriteiten afhangen van incidentele rampen. Zelfs dan is het stellen van prioriteiten niet gegarandeerd. Ook na de Bijlmerramp en de vuurwerkwerkexplosie in Culemborg zijn geen preventieve maatregelen genomen. Wel is de overheid erg druk met allerlei tegenstrijdige en veel te gedetailleerde milieu-, schoonheids- en bouwregeltjes. Dus als de overheid roept dat het maar eens afgelopen moet zijn met gedogen, maak dan je borst maar nat. Zodra alle gedetailleerde, tegenstrijdige regeltjes dwingend zouden worden opgelegd, loopt het ganse raderwerk vast. Stiptheidsacties noemen we dat soms. Juist gedogen is de smeerolie van een goed functionerende maatschappij in een wirwar van regeltjes. Het gaat bij handhaving om de geest van de wet, om heldere algemene regels. Minister van Binnenlandse zaken Klaas de Vries, voorheen hoofddirecteur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stond na het vernietigende rapport van de Commissie-Oosting meteen klaar met zijn ferme veroordeling van diezelfde gemeenten. Er moet een centrale rampenorganisatie komen en meer gecentraliseerd toezicht. Welnu, we hebben gezien wat daarvan na de Bijlmerramp en Culemborg terecht kwam. Nu zijn meer dan drie, met elkaar concurrerende toezichthoudende instanties die ook nog jammerlijk langs elkaar heen werken wel wat veel. Maar het had wel als positief neveneffect dat ze in hun poging om zelf de schuld te ontlopen bij elkaar de vinger op de zere plek legden. Jawel, bij de overheid is wel degelijk concurrentie mogelijk. Beter toezicht betekent dus concurrerende toezichthouders op gebieden met een hoge prioriteit. Hoe graag Pieter van Vollenhoven de rampenklussen ook in zijn eentje zou willen klaren, als voorzitter van de beoogde Nationale Ongevallenraad. Belangrijk is ook ervoor te zorgen dat die toezichthouders geen baan voor het leven krijgen. Anders loop je het risico dat ze met de te controleren ondernemers gezellig een hapje gaan eten. En maak ze geen spreekbuis van de overheid, maar wettelijk onafhankelijk. Besteed delen van de uitvoering van het toezicht eventueel uit aan bedrijven. Die kun je tenminste strafrechtelijk aanpakken bij miskleunen. Terzake belanghebbenden houden het best toezicht. Overigens is de dagelijkse veiligheid voor de burger veel belangrijker en dan heeft VVD-fractievoorzitter Hans Dijkstal wel gelijk dat de burger hier vooral zelf voor moet zorgen. Dit is geen brevet van onvermogen, maar een dappere, onconventionele politieke uitspraak. Uitbesteden aan de meest belanghebbenden werkt het beste. En dat is zeker niet Vadertje Staat.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Het gaat niet meer uitstekend, dus gaat het slecht volgens de media. Niet de leugen, maar de emotie regeert.
2001/03/23 in Management Team p.155 door Jos van Hezewijk

We stellen het bij voorkeur zwart-wit: een economische neergang is onvermijdelijk. Niet dat het slecht gaat; 3 procent economische groei is best goed. Maar 'best goed' valt door de media aan de klanten slecht te verkopen. Voor de nuance is er geen geld. De publieke opinie wil alleen goed of slecht. Dit is overigens geen kenmerk van het digitale tijdperk, maar past eerder in een eeuwenoude christelijke traditie. Mensen snakken naar duidelijkheid in het leven en 'best goed' is niet goed genoeg. Jarenlang is er immers gemeld dat het uitstekend ging met het Nederlandse bedrijfsleven, terwijl ook daar veel op af te dingen viel. De netto toegevoegde waarde van de meeste bedrijven gaf geen aanleiding tot een juichstemming. Eigenlijk ging het toen ook al 'best goed'. Eigenlijk gaat het al eeuwen 'best goed'. Nederland staat al eeuwen stabiel, met vermeende pieken en dalen, in de top 10 van welvarendste landen. Maar goed, nu waren de zwartkijkers weer aan de beurt. Dus melden de media dat het slecht gaat. Eigenlijk is alleen maar gebleken dat de juichstemming vooral gebaseerd was op ongegrond optimisme. Zo vielen eerst hoogvliegers van weleer uit de oude economie: Hagemeyer (met topman Rob ter Haar), Elsevier (Herman Bruggink) en Randstad (Hans Zwarts). En nu zijn ook de luchtbellen uit de nieuwe economie: Getronics (Cees van Luijk), KPN (Paul Smits) en UPC (Henk Koning) leeggelopen. Niet dat het zo slecht gaat met deze ondernemingen. Slechts de torenhoge beurskoersen zijn terug op aarde. Hun eclatante successen waren echter volkomen afhankelijk van die hoge beurskoersen. Nu moeten ze net als de meeste bedrijven het geld gewoon lenen. Pech voor genoemde opvolgers van de charismatische oud-toplieden van deze bedrijven, respectievelijk Andrew Land, Pierre Vinken, Frits Goldschmeding, Ton Risseeuw, Wim Dik en Marc Schneider, die achteraf gezien enorm de wind mee hadden. Hetzelfde 'best goed' is op dit ogenblik alleen maar nieuws als het wordt verkocht als 'slecht nieuws'. De emotie regeert en niet de leugen, zoals Koningin Beatrix en onlangs nog haar vriend Herman Diederik Tjeenk Willink, onderkoning in de Raad van State, beweerden. Optimisme veroorzaakt derhalve een goed en pessimisme een slecht economisch klimaat. Onderliggende economische factoren, waar wordt verwezen, zijn in geringe mate een oorzaak van neergang, maar slechts een voorwaarde. Economen hoeven eigenlijk alleen de stijging van optimisme of pessimisme onder het volk te meten, want dat gaat vooraf aan conjuncturele veranderingen. En als de pessimisten het eenmaal voor het zeggen hebben, dan gaat het ook bar slecht, compleet met overstromingen, BSE, verloederd onderwijs, rampzalige wachtlijsten in de gezondheidszorg, brandgevaarlijke disco's, een falende overheid en onbetrouwbare politici. Hoogtijdagen voor de slecht-nieuwsshow - ook wel journaal genoemd - de negatieve uitzondering die de positieve televisie-avond bevestigt. Een zwarte periode heeft evenwel ook zijn voordelen. Het gezamenlijke bedrijfsleven krijgt de tijd om na alle overnames op adem te komen, om aandacht te besteden aan werknemers, klanten en producten en vooral om veel overbodige gebakken lucht te laten ontsnappen. Dankzij de hypes van goed en slecht blijft alles stiekem best goed.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Worden bestuursvoorzitters machtiger? Klinkklare onzin. De ceo schrompelt juist zorgelijk ineen.
2001/03/09 in Management Team p.129 door Jos van Hezewijk

Klinkklare onzin: alom wordt geschreven dat de voorzitter van de raad van bestuur, of de ceo, de laatste jaren almachtig is geworden. Neem de vorige president-directeur van Koninklijke/Shell, Maarten van den Bergh. Hij kon vervroegd aftreden, zit niet in de raad van commissarissen van Shell en heeft geen enkel commissariaat in Nederland. Daarentegen was de president-directeur van Shell in de zeventiger jaren, Gerrit Wagner, het allesbepalende gezicht. Wagner werd na zijn pensioen bij Koninklijke/Shell dan ook voorzitter van de raad van commissarissen van de Koninklijke. Naast Nederlandse commissariaten bij Gist, KLM, Hoogovens, De Nederlandsche Bank - alle voorzitterschappen - en de Amrobank had hij een prestigieus buitenlands commissariaat bij Chase Manhattan (Verenigde Staten) en ook bij het Duitse Bosch. Bovendien was hij de grote industrie-goeroe van die tijd met zijn commissie-Wagner.
Ook Wagners hooghartige opvolger, Lo van Wachem, de huidige voorzitter van de raad van commissarissen van de Koninklijke en Philips, regeerde met strakke hand. Deze echte topman van 's-werelds grootste onderneming gaat alleen voor wereldcommissariaten als ATCO, IBM, Zurich, Bayer, BMW en ABB. Henny de Ruiter, de machtigste Nederlandse commissariatenverzamelaar, moest destijds als tweede man bij Shell tegen hem opkijken. Of neem een Frans van den Hoven, tot mei 1984 de almachtige topman van Unilever, die zich boven iedereen verheven voelde en vóór Henny de Ruiter jarenlang veruit de machtigste commissariaten van Nederland had. Maar zijn almacht als de topman van Unilever vertaalde zich later vooral in zijn buitenlandse commissariaten bij Deutsche Bank, AT&T, Rockwell en de International Chamber of Commerce.
De laatste topman van Unilever, Morris Tabaksblat haalt het hierbij niet, met commissariaten bij Aegon, Elsevier, TNT Post, Ernst & Young en het Duitse Veba. En zo kunnen we nog talloze potentaten uit het grote Nederlandse bedrijfsleven van de vorige eeuw noemen. Denk maar aan deftige jonkheer Aernout Loudon, alleenheerser van Akzo van 1982 tot 1994, de pauselijke Herman Wijffels van de Rabobank (1986-1998), 'gifkikkertje' Roelof Nelissen van de Amrobank (1983-1992), de barse André Batenburg van ABN (1974-1985), de arrogante ("Tuurlijk, ben ik ook") Floris Maljers van Unilever (1984-1994).
Ga je nog verder terug in de tijd, dan vind je in het grote bedrijfsleven alleen nog maar grotere dictators, die jarenlang zonder tegenspraak de scepter zwaaiden. We stuiten op een boeiend fenomeen: vooral uit de lengte van hun regeerperiode blijkt dat de macht van toplieden alleen maar minder wordt. Volgens een onderzoek van Drake Beam Morin onder een kleine 500 van 's-werelds grootste bedrijven in 25 landen (onder wie 7 uit Nederland) zaten in 1984 nog 35 procent van de ceo’s langer dan 10 jaar op hun voorzittersstoel tegen 17 procent nu. Volgens eigen onderzoek haalde van de vertrekkende bestuursvoorzitters van de 500 grootste Nederlandse ondernemingen in 2000 slechts 13 procent het pensioen tegen nog 26 procent in 1996. De overigen moesten voor het grootste deel vertrekken van de commissarissen. Zoals we al schreven niet om financiële redenen, maar wegens verloren machtsstrijdjes na fusies en overnames. Anders dan in de media wordt beweerd, is de almacht van de bestuursvoorzitters zorgelijk aan het ineenschrompelen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Who wants to mary a king? Over ongeloofwaardige troonpretendenten en de Argentinië-connectie van de Oranjes.
2001/02/23 in Management Team p. 121 door Jos van Hezewijk

Eindelijk komt een troonopvolger van de Oranjes eens met een aantrekkelijke partner op de proppen, is het weer niet goed. Jarenlang moesten we het in de roddelbladen hebben van de aantrekkelijke partners van de Monegasken en natuurlijk van de Engelse kroonprins Charles. Inmiddels zijn onze koningskinderen ook kinderen van hun tijd, op zoek naar een beetje jeu in het leven. Evenals prins Charles wil Willem Alexander niet meer dat brave, of in ieder geval, zoals zijn tante Marijke, dat voor het oog brave koninklijke leventje leiden. De uitspattingen in zijn studententijd, een mysterieus auto-ongeluk en de publicitair slechte zwijnenjacht zijn hem vergeven. Problematischer werd het al met zijn deelname aan het IOC. Nu hij aan komt zetten met de Argentijnse schone Zorreguieta, krijg je toch de indruk dat Alex onhandige keuzes maakt. Die voor Argentinië is overigens niet geheel toevallig, want Prins Bernhard had daar al uitstekende contacten. De Oranjes kwamen er vaker. Bernhard is geparenteerd aan verschillende Duitse ondernemersgeslachten, zoals Halbach, Vinke, Krupp, Hasenclever, Hilger, Huetz, Diederichs en Bunge, met familieleden in Argentinië. Vooral de Bunges zijn interessant, omdat zij samen met de Argentijnse familie Born een van de grootste graanhandels ter wereld drijven (een belangrijk vestiging van Bunge staat in Rotterdam). De vader van Máxima had als landbouwbobo heel lang te maken met de graanhandel. Zoals iedereen inmiddels weet, was hij ook minister van Landbouw onder de bloedige dictatuur van Videla. Minister Zalm zei hierover dat vader Zorreguieta 'niet deugt'. Alex zou als een goede kroonprins toch moet weten dat je met zo'n schoonvader niet thuis kunt komen. Volgzaam is hij niet. Zijn houding heeft hij van zijn opa en oma,maar zeker ook van zijn moeder, die onder andere de media op de kast joeg met haar uitspraak dat in de pers de leugen regeert. Nu is leidend Nederland niet zo bang van een 'vorstin naast de rode loper' (dra M.G. Schenk, Magdaleen van Herk), maar wel van een eigenzinnige koning, omdat deze mogelijk als man, maatschappelijk geaccepteerd en openlijk, meer invloed uit kan oefenen dan ons lief is. Je bent geneigd met de moderne Nederlanders te vinden dat jongelui tegenwoordig hun hart moeten volgen. Nu laat geen enkele trouwlustige jongeman die serieuze plannen heeft om een leidende rol te spelen zich meeslepen door zijn hartstochten. Maar Alex heeft ook nog de pech dat de politiek het recht heeft om zich met zijn huwelijkspartner te bemoeien. Tenminste, in die zin dat deze de reputatie van Nederland niet mag schaden. Want gaven de Duitse prinsen waarmee onze koninginnen in spe al tot driemaal toe aan kwamen dragen, gaven aanleiding tot gefronste wenkbrauwen in het buitenland. Een koninklijke dochter van een 'foute' Argentijn zal, hoe verwerpelijk ook, zeker tot roddels leiden - en is, om met Wim Kok te spreken, problematisch. Zeker gezien het feit dat er steeds rechtszaken tegen Videla-getrouwen aangespannen worden. Een geloofwaardige troonpretendent maakt in 's lands belang de juiste keuze tussen hart en hoofd. Alex heeft al eerder een lief, aantrekkelijk, slim meisje kunnen vinden. En met een onbesproken reputatie.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Is internet de brenger van een nieuwe mondiale heilsboodschap of een splijtzwam? The medium is not the message
2001/02/09 in Management Team p.121 door Jos van Hezewijk

De lezer van Management Team was begin 2000 al op deze plaats gewaarschuwd dat frisse wind duur wordt betaald en de nieuwe-economieaandelen van Nina Brink (World Online), Maurice de Hond (Newconomy), Job Bruggeman (Ring!Rosa) en consorten niet gekocht moesten worden of snel van de hand gedaan.
In 1999 is al voorspeld dat de big brothers op internet het heft in handen zouden nemen. Een half jaar geleden is voorspeld dat dotcom-aandelen van bedrijven uit de oude economie die hun producten voor of via internet verkopen veel interessanter zijn. Topman Cees van der Hoeven van Ahold had gelijk: internet is niet meer en niet minder dan een nieuw verkoopkanaal. Merkwaardig wel dat hij zelf voor 250.000 euro aandelen in World Online had gekocht. Voorlopig is internet echter met gekkekoeienziekte besmet, zodat u misschien het beste uw geld voor een mooie 5,8 procent even bij een Turks-Nederlandse bank in deposito kunt zetten, om over enige jaren weer in aandelen te gaan. Er hangt zo veel geld van babyboomers boven de markt dat er wel weer een hausse komt.
Heeft de nieuwe economie dan niets opgeleverd ? Jawel, we zijn geen zwartkijkers. Het ouderwetse bellen - en zeker het nieuwerwetse met mobieltjes - is een stuk goedkoper geworden. En dan is daar hét grote internetsucces: e-mail. Wat dat betreft is het duidelijk wat de consument graag wil: echte interactieve communicatie, ouwehoeren dus. Via de telefoonlijn kunnen mensen met gelijksoortige interesses zich nu razendsnel en wereldwijd organiseren. Zie ook de acties tegen globalisering, 'Frankenstein food' en klonen, de acties van hooligans en vrachtwagenchauffeurs, en de websites van allerhande hobbyisten. Deze virtual communities zullen heel direct een stempel drukken op het maatschappelijke leven. Politieke partijen zullen binnen deze vorm van directe belangengroepen-democratie een nieuwe positie moeten kiezen. Mogelijk brengt het zelfs een nieuwe ideologie voort.
Want de geschiedenis leert dat nieuwe communicatie-infrastructuur niet alleen nieuwe kansen schept voor adverteerders, bouwers en toeleveranciers, maar ook voor nieuwe profeten. Over het nieuwe Romeinse internationale wegennet en later over de internationale zeeroutes konden de islam en het christendom oprukken, de drukpers bracht de wereld de reformatie, over de Napoleonsbanen werd de westerse wereld overspoeld met de Verlichting, met de telefoon- en treinprofeten werden we bekeerd tot het liberalisme, radio en film indoctrineerden ons met het nationalistische gedachtegoed, de televisie probeerde van ons hippe individualisten te maken en internet... Internet betekent mogelijk - omdat het minder een top-downmedium is - het einde van de eeuwenlange christelijke overheersing en de doorbraak van het liberalisme. Op zijn Angelsaksisch, met een sociale en een conservatieve versie. Maar nu dan met directe belangengroepen-democratie.
Let in ieder geval op de aandelen van de telecombedrijven, eventueel in combinaties met de mediaondernemingen en de altijd florerende financials. Maar pas op: het zal net als met de oliemaatschappijen uitdraaien op de big six. Dus alleen de VS, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Japan en eventueel Rusland, ook China of Spanje tellen mee. Overigens brengt internet niet alleen goeds. Internet brengt weliswaar mensen dichtbij die veraf zijn, maar ook mensen veraf die dichtbij zijn.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Ceo's worden niet op financiële prestaties afgerekend. Wel op macht. De winnaar van de ruzie-na-de-fusie mag blijven
2001/01/26 in Management Team p. 137 door Jos van Hezewijk

Al degenen die denken dat ceo's steeds meer worden afgerekend op financiële prestaties, komen bedrogen uit. Succes is meestal niet de resultante van de prestaties van je eigen bedrijf; je kunt het kopen dankzij het enorme aanbod van kapitaal (de pensioengelden van de babyboomers). De succesvolste toplieden van eind vorige eeuw op de beurs - Andrew Land van Hagemeyer, Pierre Vinken van Elsevier en Meindert Ververs van Wolters Kluwer - hadden hun succes vooral te danken aan fusies en overnames.
Telkens verschenen er in de kranten grote koppen met winststijgingen - dus geen rendementsstijgingen - van tientallen procenten, waarop de goedgelovige beleggers reageerden met massale inkoop van aandelen. En met dat geld kon de ceo weer nieuwe winststijgingen kopen. Enzovoorts. Geloof doet wonderen. Helaas kwam hierin de klad doordat internetbedrijfjes dankzij het nog sterkere geloof in de nieuwe economie dit kunstje nog beter konden flikken. Zonder een cent op zak, sterker nog, met alleen miljoenen schuld wisten zij deze beurshefboom nog succesvoller te bedienen.
Natuurlijk was dit piramidespel geen lang leven beschoren. Er wordt gelukkig een zachte landing verwacht, dankzij de toestromende spaarcentjes van oudere jongeren, die er overigens voor zullen zorgen dat er na enkele jaren van groeistuipjes een nieuwe beurshausse zal komen. De ceo's van voormalige beurslievelingen zoals Hans Zwarts van Randstad, Cees van Luijk van Getronics en Paul Smits van KPN ontkomen echter niet langer aan winstwaarschuwingen. Financieel moeten de toplieden weliswaar met hun voorheen riante optieregelingen een veer laten, maar bij Randstad, Getronics en KPN wandelen de topmannen nog vrolijk rond.
Ceo's worden helemaal niet op financiële prestaties afgerekend. Mislukkingen kun je tegenwoordig aan je collega's in de raad van bestuur delegeren: je stuurt de zondebokken met een gouden handdruk naar huis. Zo mochten Wouter Kranenburg en Jan van Rooten bij Laurus de schuld op zich nemen en B. De Groot en Erik Vonk bij Randstad. Het gevolg is dat de laatste twee jaar het aantal onvrijwillig vertrekkende bestuurders bij de top 500 ondernemingen is opgelopen tot dik boven de helft (in 2000 zelfs 69 procent).
Op hun beurt zijn de ceo's niet geheel de dans ontsprongen; van de vertrekkenden haalde slechts 14 procent het pensioen. De gemiddelde doorlooptijd van de ceo is zelfs gedaald van 8 jaar in 1994 tot 4. Zelden had het onvrijwillige vertrek met wanprestaties te maken. De meesten zijn ten onder gegaan in post-fusie-ruzies. Met al dat gekochte succes hadden ze namelijk ook allerlei concurrenten aan de bovenkant binnengehaald. Zo sneuvelden toplieden na de fusies/overnames bij Baan (Mary Coleman), WorldOnline (Nina Brink), Wolters Kluwer (Casper van Kempen) en P&O Nedlloyd (Tim Harris).
Bij Stork Internatio, HBG Boskalis (Jan Veraart) en Ahrend Samas escaleerde de machtsstrijd al voor dat het tot een daadwerkelijke fusie-overname kwam. Ook de zogenaamde financiële afrekeningen bij toplieden F. Van Duyne en J. Bryant van Corus en Gert Smit Van Vedior hebben alles te maken met ruzies na de fusie. En uiteraard scheidden deze mannen met een stevige alimentatieregeling. Op financiële resultaten worden ceo's nog altijd niet afgerekend. Wel op macht.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Geluk is niet te koop, maar maakt geld gelukkig? Daar kom je altijd te laat achter.
2000/12/15 in Management Team p.167 door Jos van Hezewijk

Het grootste succes van 2000? Internet. De grootste mislukking van 2000? Iinternet. Per saldo komen de gevierde internetmiljonairs er dit jaar maar slecht af in de Quote 500 rijksten - heel interessant als je hem een beetje analyseert - met een score van 1,6 procent. Toch hebben enkelen een flink fortuin overgehouden aan hun avontuur. Van huis uit bouwer Dick Wessels het meest, een slordige miljard door te investeren in WorldOnline. En natuurlijk Nina Brink - we durven haar bijna niet meer te noemen - enkele honderden miljoenen. Geluk hadden ook Robert Bonnier (scoot.com, 240 miljoen en de zoon van oud-KNP BT- topman Rob Bonnier), Dick Raman (Tie, 135 miljoen), Michiel Mol (Lost Boys, 125 miljoen en de zoon van Jan Mol, oprichter van Volmac), Jeroen Mol (Gorilla Park, 110 miljoen), old boy Maurice de Hond (Newconomy, 110 miljoen), Marien ten Houte en Robert Klep (Ilse, 80 miljoen). Hun vermogens zijn echter even virtueel als internet en de beurskoersen zijn helaas in mineur.
Het doet ons denken aan de ICT-hype van de broertjes Baan, die het afgelopen jaar maar liefst 39 procent (550 miljoen) van hun papieren vermogen mochten afschrijven. ICT'ers maken overigens inmiddels 7,8 procent uit van de rijksten. Hoe lang het kan duren voor een nieuw medium geld oplevert, blijkt uit de grootste verdieners uit de Quote-ranglijst. Endemoleigenaren John de Mol (+2,5 miljard) en burned out Joop van de Ende (+2,2 miljard) plukten pas veertig jaar na de grootschalige invoering van televisie de vruchten. Maar ook zij hebben vooral virtuele aandelen Telefonica.
De grootste winnaars waren echte ondernemers. Zoals Bakker Bart van Elsland (180 miljoen gecasht). Ook Hans Brus van Datelnet die door gewone winst zijn portemonnee met 75 miljoen dikker zag worden tot 410 miljoen. Eigenlijk won hij in de tweede grote succes/mislukking-hype van dit jaar, telecommunicatie. De oeroude handel (deels onder de naam bouw, vastgoed, detailhandel en investeringen) is nog altijd de belangrijkste geldmachine en is goed voor bijna de helft van de 181 miljard van de rijksten.
Zijn multimiljonairs nu gelukkiger dan de rest? Wij denken van wel en de superrijken zullen dit beeld grijnzend bevestigen. Maar nummer 1 (Brenninkmeijer) zit dik in de verliezen. Nummer 2 (Freddy Heineken) is bang voor ontvoering. Nummer 3 (Fentener van Vlissingen) zoekt zijn geluk in New Age. Nummer 4 (Oranje) mag misschien niet trouwen met de vrouw van zijn dromen en nummer 5 (Goldschmeding) is dit jaar meer dan de helft van zijn vermogen (2,3 miljard) kwijtgeraakt.
Waar doen we het voor? Om met oud-topman van Volvo Car Frans Sevenstern te spreken: "Ik heb vaak dingen geslikt om maar gewaardeerd te worden. (...) Wat dat betreft sta ik model voor veel andere mannen in mijn positie." Maakt geld dan ongelukkig? Nou nee, het geeft een zeker comfort. Uit verschillende onderzoeken blijkt echter dat de modale Nederlander begin jaren 50 de geluksgrens heeft overschreden en dat alle extra's daaraan weinig meer toevoegen. Maar daar kom je altijd te laat achter, als je met veel moeite en geluk rijk geworden bent.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Poldercommissarissen? Verbeter liever eerst de informatie en hef bescherming van ondernemingen op. De markt doet de rest.
2000/12/01 in Management Team p.169 door Jos van Hezewijk

Bedrijven zijn (verlichte) dictaturen, die onder toezicht staan van een handjevol vriendjes, de commissarissen. Dus vinden de democratiseerders uit de jaren zestig het hoog tijd dat het huidige old boys network wordt doorbroken. Er moeten voor hen democratisch enkele plaatsjes worden ingeruimd. Vandaar het wetsontwerp van D66 en Groenlinks: eenderde werknemers- en aandeelhouderscommissarissen. En vandaar ook de halfzachte poldervariant van de SER, zeg FNV en VNO, met natuurlijk minder aandeelhoudersmacht dan in het wetsontwerp. Tot vreugde van de zwijgende toplieden. De democratiseerders worden gesteund door old boys als Frits Fentener van Vlissingen en Jaap Peters (Commissie-Corporate Governance). Het old boys netwerk is echter moeilijk uit te roeien. Mr. dr. P.J. Verdam, de commissievoorzitter die het huidige zelfbenoemingssysteem van commissarissen ontwierp, sprak in de jaren zeventig al zijn bezorgdheid uit over het ontstaan van een nieuwe regentenstand. Maar aandeelhouders kunnen toch hun aandelen verkopen als de beslissingen hen niet zinnen ? De topmanagers kruipen al jarenlang voor de aandeelhouders, al was het maar om de rendementen van hun opties op peil te houden. Bovendien zijn aandeelhouders volgens onder anderen professor Arnoud Boot vooral geïnteresseerd in een kortzichtige strategie: onderdelen verkopen, eigen aandelen inkopen, opsplitsen en werknemers op straat zetten. Arie de Geus, auteur van management-bestseller The Living Company en voormalig topstrateeg van Shell voorzag in 1997 een afkeer van de overvloedige en desastreuze shareholder value en een grotere rol voor (kennis)werknemers. Maar die kunnen in de huidige krappe arbeidsmarkt ook zonder pluche hun onvrede over het management uiten, door op te stappen. Verder maken zij in principe met hun spaarcentjes de meerderheid van het aandeelhouderskapitaal uit. Hun pensioenfondsen oefenen al regelmatig druk uit op de ondernemingsbestuurders. Maar in de keuze van banken en verzekeraars laten werknemers zich vooral kennen als korte-termijnbeleggers. Ook maken de werknemersraden zelden gebruik van hun rechten, volgens onderzoeken van professor Paul van der Heijden en mr. H.J.M.N. Honée begin dit jaar. Bovendien hebben de werknemers al lang vertegenwoordigers in het old boys-netwerk. En waarom staat er in de ontwerpen voor een democratische raad van commissarissen niets over de belanghebbende koning klant, de schrik der ondernemers begin jaren negentig? Het adagium luidt 'de klant staat centraal', maar in werkelijkheid gaat het alleen om de aandeelhouder, zei Rabo-directeur Wim van Dinten in 1997. De oorspronkelijke maatschappelijke inbreng lijkt in de voorstellen voor een democratischer ondernemingsbestuur geheel uit zicht verdwenen. In 1995 schreef Shell-topman Jan de Slechte over 'het recht dat een gemeenschap verleent aan bedrijven en instellingen om te bestaan'. Daarentegen zijn de meeste overheidscommissarissen uit de ondernemingen teruggetrokken en vervangen door ondernemers. Topambtenaren kregen te maken met schadelijke belangenverstrengeling, aansprakelijkheid en stonden een goede informatievoorziening over ondernemingen aan de overheid zelfs in de weg. Laten we deze wijze les van de overheid volgen en eerst de informatie verbeteren. Ook de beschermingsconstructies bij ondernemingen kunnen worden opgeheven. De markt van overheid, burgers, consumenten, werknemers en aandeelhouders doet dan wel de rest.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Du moment dat topcommissarissen een slimme nieuwkomer zouden opnemen op het pluche krijgen ze een gevaarlijke concurrent in de exclusieve club erbij
2000/11/17 in Management Team p.233 door Jos van Hezewijk

Toppers kunnen er altijd maar weinig zijn. Anders zijn het geen toppers. Dus als topcommissarissen zeggen dat het zo moeilijk is om een goede medecommissaris te vinden, moet je dat altijd met de nodige korrels zout nemen. Du moment dat ze een slimme nieuwkomer zouden opnemen op het pluche, krijgen ze een gevaarlijke concurrent in de exclusieve club erbij.
Bovendien wil iedereen voor het uiterlijk vertoon de kleine elite van toppers in zijn raad van commissarissen. Vandaar het old boys network. En vandaar ook dat de minder bekende Co van Angelen bij Fortis moest wijken voor Carlo de Swart, de baas van de overgenomen verzekeringsmaatschappij ASR, die in het topmilieu veel meer bekendheid geniet. Dat is wat telt aan de top van het Nederlandse bedrijfsleven.
Dus kwamen we dit jaar bij de uitdeling van commissariaten weer uit bij de in beperkte kring bekende gezichten: Jan Kalff (commissariaat bij Stork erbij), Hans van Liemt (ABN), Floris Maljers (KLM), Morris Tabaksblat (Aegon), Jan Timmer (Van Melle), Pieter Bouw (CSM), Dien de Boer-Kruyt (Reed Elsevier), Dudley Eustace (KLM, KPN) en Andrew Land (HAL, Aalberts). Als er al nieuwkomers worden opgenomen, dan zijn het de bobo's, waar de topcommissarissen niet omheen kunnen, zoals oud-EG-commissaris Karel van Miert (Wolters Kluwer, Philips) en VNO-NCW-voorzitter Jacques Schraven (Oranje-Nassau, NUON). Of er worden ongevaarlijke compromisfiguren uit de hoge hoed van de old boys getoverd, zoals Boonstra's opvolger Gerard Kleisterlee en Koks VN-topper Ruud Lubbers. Evenmin als in het bedrijfsleven bestaat er in de politiek een transparant systeem om de beste toppers naar boven te laten komen.
Ook al krijgen de SER en de commissie corporate governance van old boy Jaap Peters hun zin: meer invloed op benoemingen van commissarissen door ondernemingsraden en merendeels machtige institutionele aandeelhouders, dan nog valt het ten zeerste te betwijfelen of er aan het principe van het old boys network wat verandert. Ook op de apenrots van het collectieve geheugen van deze instituties is het dringen geblazen, zoals blijkt uit het geringe aantal ondernemers dat wordt genoemd in het onderzoek van Management Team naar 'De beste/slechtste ondernemingen en ondernemers'.
Bovendien zijn in de praktijk van de 'werknemerscommissaris' of vertrouwenscommissaris altijd dezelfde namen naar voren geschoven, zoals Johan Stekelenburg, Meiny Epema-Brugman en Jules van Dijck, die zelfs in het old boys network konden doordringen. En zelfs de media brengen niet alleen uit showbizz en politiek, maar ook uit het bedrijfsleven almaar weer dezelfde kopstukken over het voetlicht.
Net als bij de invoering van het algemeen kiesrecht zal blijken dat werknemers en aandeelhouders conservatiever zijn dan de elite. In de praktijk van de ideale parlementaire democratie draait het immers ook uitsluitend om "de twintig van Kok", zoals oud-minister Tjerk Westerterp hen onlangs noemde. De kiezers tanen er niet naar dat de partijtop nieuwkomers als partijvoorzitter Marijke van Hees bij de PvdA laten vallen.
Het SER-advies is wel een slecht voorteken voor de toppers. En ook de consumenten rammelen aan de achterdeur. Het aanbod van toplui neemt almaar toe door fusies, overnames en de vergrijzende babyboom, terwijl de top door fusies, overnames en (organisatorische) 'verplatting' alleen maar exclusiever wordt. In tegenstelling tot vaklui, hebben we toplui zat.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Nina Brink breekt haar tanden op World Online. Ons kent ons nog slechter dan we al dachten
2000/11/03 in Management Team p.185 door Jos van Hezewijk

Nina Brink was een afgesloten hoofdstuk, dachten we. Tot onlangs mr P.J. Kok in de hoedanigheid van persvoorlichter van Nina Brink reageerde op 'De elite' in Management Team nummer 15 (22 september). In het intro schreven we: 'Heel wat toplieden braken hun tanden op World Online. Ons kent ons slecht'. Mr Kok schrijft: “In dat artikel staan insinuaties en feitelijke onjuistheden die onacceptabel zijn en een rectificatie noodzakelijk maken.” Omdat we de mening van de voorlichter hoogst interessant vinden, worden de gewraakte passages uit die column en de reactie van de heer Kok hier onder elkaar vermeld. Oordeelt u zelf. De column: 'De bestuursvoorzitters van Ahold (Cees van der Hoeven, voor 250.000 euro aandelen World Online), Heineken (Karel Vuursteen, 300.000 euro) en Getronics (Cees van Luijk, 500.000 euro) bleken op het afscheidsfeestje van Nina Brink bij het Friends and Family-programma van World Online.te horen. Maar de familie van Nina Brink is er 200 miljoen op vooruit gegaan, terwijl de vrienden er voor 200 miljoen instonken'. Mr Kok: “De personen die worden genoemd in het artikel (de heren Van der Hoeven, Vuursteen en Van Luijk) zijn geen van allen vrienden van mevrouw Brink. Zij zijn ook niet op enig afscheidsfeestje geweest. Het zogenaamde 'Friends and family programma' is indertijd tot stand gekomen en aandelen zijn toegewezen via het hoofdkantoor van World Online. Daar heeft mevrouw Brink geen bemoeienis mee gehad. Wel is haar naam op de lijst opgenomen en vermeld achter deelnemers aan dit programma. De lijst bevat namen die door diverse personen zijn aangereikt en is zeker niet de lijst van mevrouw Brink, zoals in het artikel wordt gesuggereerd. "De indruk wordt gewekt dat mevrouw Brink 200 miljoen aan de beursgang heeft verdiend. Dat is pertinent onjuist. Mevrouw Brink heeft geen aandelen verkocht vlak voor tijdens of na de beursgang.” De column: 'Nina was begin jaren negentig betrokken bij de Newtron-affaire samen met Joep van den Nieuwenhuyzen (ex-Begemann), Peter de Ridder (ex-Bever), Berry van den Brink (ex-Industrieele Maatschappij) en Willem Smit (ex-Datex). Zij brachten in de jaren zeventig en tachtig als eersten automatiserings- en bedrijvendokter-zeepbellen naar de beurs. Deze heren hebben hun lesje geleerd en investeerden niet in de zeepbellen van Nina'.
Mr Kok: “Ook de passages omtrent Newtron zijn volledig onjuist. Mevrouw Brink is pas na de beursgang toegetreden tot Newtron. In de periode daarna zijn er vele managers ontslagen behalve zij. Zij is vertrokken toen de heer Van den Brink toetrad.” Bij een fout wordt gerectificeerd, zoals toen George Banken, de voormalige ondernemer/eigenaar van Detron in deze column een onbetrouwbare jonge hond werd genoemd en de toevoeging 'gezien de beurskoers' in de eindversie wegviel. Maar rectificeren is ditmaal onzin. Sterker nog: alleen al uit het feit dat Nina Brink denkt zich op deze wijze te kunnen rehabiliteren, blijkt eens te meer dat de val van World Online niet zomaar domme pech was in de nasleep van de dip van andere techfondsen. Nina is een heel eind gekomen, maar ongeschikt voor de top. Ze kent zichzelf en haar situatie nog slechter dan we al dachten.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De wegblokkades waren begrijpelijk, maar wel aan het verkeerde adres gericht. Wij tanken voor een betere wereld
2000/10/20 in Management Team p.233 door Jos van Hezewijk

Wie dacht dat de samenleving een piramide was met aan de top een elite en onderaan een brede basis van arbeiders en middenstanders, zullen de wegblokkades de ogen geopend hebben. Een elite is er zowel aan de bovenkant als aan de onderkant. Beide hebben ook nog veel gemeen: de wet - dat modale monsterverbond - is voor hen weinig interessant. Een elite van truckers, vissers en boeren vocht niet tegen hun slecht betalende klanten, ook niet tegen hun olieleveranciers of de bestuurlijke elite in Den Haag, maar tegen de modale lotgenoten die verlies lijden door de hoge benzineprijzen. Volgens Telegraaf-onderzoek gebeurt dit trouwens met instemming van zo'n 90 procent van de burgerij. Maar Wim Kok deed vervolgens een greep in de portemonnee van de modale Nederlander om de oproerkraaiers met honderden miljoenen af te kopen. Misschien moeten we hooligans ook maar afkopen. Het gelag wordt betaald door de braven met hun hoge brandstofaccijnzen. Niet de belangenbehartiger van autorijdend Nederland, de ANWB, maar profiteur Shell voerde - nogal knullig - actie tegen de overheid als de grootste profiteur. De snelle reactie van de bestuurlijke elite getuigde van goed management, want even leek het erop dat de revolutie als een veenbrand in Europa om zich heen zou grijpen. Evenals bij de Franse Revolutie stond bij de wegblokkades een elite van de minst sociaal bewogenen op de barricades voor hun eigen hachje. Achteraf blijkt uit berekeningen van het CBS dat, gecorrigeerd voor inflatie, de brandstofprijzen niet gestegen zijn en lange tijd zelfs laag waren. Net als bij huizenprijzen ging de correctie wel erg snel en dreigde zelfs door te schieten. De regering had de accijnzen ook langzamer kunnen stijgen om de pijn uit te smeren. Maar dan had ze de triomf van haar begrotingsoverschot niet gehad. We zijn verwend door almaar dalende prijzen van bijvoorbeeld elektronica en ict. De ouderwetse mechanische industrie kan naar verhouding niet zo veel automatiseren, dreigt om financiële redenen in een uithoek van de economie terecht te komen. Daardoor dreigt de industrie eerder het loodje te leggen in de concurrentieslag. Dat gold al eerder voor nog arbeidsintensievere bedrijfstakken als openbaar vervoer, zorg, onderwijs, landbouw, visserij en transport. En dat in een land dat baadt in weelde. De olieprijs was eigenlijk de druppel die de emmer deed overlopen. We zullen eraan moeten wennen dat arbeidsintensieve producten door accijnzen, subsidies of doorberekende kosten nu eenmaal relatief duur zullen blijven. Maar dat wisten we al van dure hotels. En daar betalen we ook graag voor. Het meest in de verdrukking zitten de onderontwikkelde landen, waar de meeste olie vandaan komt. Hun elite echter vecht in tegenstelling tot onze verongelijkte underdogelite niet eens zozeer voor (ontwikkelings)subsidiefooien, maar vooral voor een redelijke olieprijs voor hun rijke Westerse klanten. Tanken voor een betere wereld dus. Moet alleen de bevolking in die onderontwikkelde landen nog even wegblokkades opwerpen, in dit geval om de corrupte elite te dwingen tot asfalteren.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Topmannen zouden zich in vrouwennetwerken moeten begeven. Niet zozeer voor de seks, maar de mannelijke managers raken op.
2000/10/06 in Management Team p.169 door Jos van Hezewijk

Machtige mannen hebben volgens psychologen een grote aantrekkingskracht op vrouwen. Het valt niet te ontkennen dat Ahold-topman Cees van der Hoeven zijn schoonheidsspecialiste wist te verleiden, oud-Philips-topman Jan Timmer zijn overbuurvrouw, ABN Amro-topman Rijkman Groenink zijn secretaresse en KLM-topman Pieter Bouw zijn stewardess. Maar bij de vrouwelijke toptalenten maken onze topjongens weinig klaar.
Slechts zes topmannen van de honderd grootste bedrijven (gerekend naar het eigen vermogen) hebben een topvrouw weten te strikken: mevrouw Shafer bij Amoco Nederland (olie), Taylor-Whitfield bij Eli Lilly Nederland (farmaceutisch), Solnit bij Cadbury Schweppes (dranken), Bergfelt bij SKF Holland (werktuigbouw), Hudson bij Eureko (verzekeringen) en Van Lier Lels bij Schiphol. Wat valt op? Inderdaad, het zijn op een na allemaal buitenlandse topmannen die goede sier maken. De Nederlandse topman belijdt zijn voorkeur voor topvrouwen hooguit met de mond. De uitzondering is Gerlach Cerfontaine van Schiphol, gehuwd met nieuwslezeres Pia Dijkstra. Overigens heeft het aantrekken van ir. Marike van Lier Lels weinig met zijn charme en alles met haar kwaliteiten te maken - de nieuwe topmanager prefereert een vrouwelijke partner.
Is met de benoeming van Van Lier Lels voor het eerst het glazen plafond aan diggelen gegaan in de categorie grote multinationals, bij het MKB gebeurde dat al jaren geleden. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau en Opportunity in Bedrijf komt naar voren dat tegenover deze zes (0,2 procent) vrouwelijke bestuurders bij de top-100-bedrijven, in het MKB 2,5 procent van de directeuren (177 in de top 5000) een vrouw is. En dat vooral in 'mannelijke' branches als werktuigbouw, bouw en chemie, zo bleek uit de lijst van 100 vrouwelijke directeuren die de Volkskrant onlangs publiceerde. En vooral in familiebedrijven.
Heren, u hebt ze voor het uitkiezen! Toch schiet de zaak niet erg op. Als macht al sexy is, dan kennelijk vooral die van de modale directeur. Bij multinationals werkt het niet anders. Weliswaar is de gemiddelde ceo geen ladies' man, de middenmanagers van grote ondernemingen daarentegen hebben gelukkig heel wat meer oog voor capabele vrouwen. De Shell-top kan geen vrouwelijke bestuurder vinden, het middenmanagement bestaat al voor bijna 6 procent uit vrouwen. Bij Unilever is dat 8 procent. In ieder geval kom je niet zomaar in het topmanagement. Er gaat gewoonweg veel tijd overheen voor gevestigde groepen openstaan voor anderen, goede bedoelingen van mannen ten spijt. Jeannine Molier van Toplink, dat vrouwen voor hogere functies bemiddelt, zegt dat vrouwen te weinig in de bestaande mannennetwerken voorkomen. Nee, het probleem ligt omgekeerd: topmannen zouden zich juist in vrouwennetwerken moeten begeven. Niet zozeer voor de seks, maar op strikt zakelijke gronden: de mannelijke managers raken op. Er moet dus wel worden geworven onder vrouwelijk toptalent. Toch willen de heren er nog niet aan. Stiekem zijn ze bang dat hun mannelijke groepscultuur zal verdwijnen. Bij investeringen in internet-jochies storten ze zich wel in een avontuur, maar bij vrouwelijk toptalent zeuren ze dat het onvindbaar is. Het zakenleven roept om positieve discriminatie.
Reactie
Arme, arme meisjes in Brabants Dagblad 16 november 2000
Netwerken. Ik kan het woord niet uitspreken zonder dat een intense triestheid door me davert. Zeker nu vrouwen het ook al blijken te doen. Dat concludeerde ik tenminste bij het doorbladeren van een geldblad dat Management Team heet. Arme, arme meisjes! Een zekere Jos van Hezewijk schrijft enigszins ranzig over hen: "Topmannen moeten zich in vrouwennetwerken begeven. Niet zozeer voor de seks, maar op strikt zakelijke gronden: de mannelijke managers raken op. Er moet dus wel worden geworven onder vrouwelijk toptalent. Toch willen de heren er nog niet aan. Stiekem zijn ze bang dat hun mannelijke groepscultuur zal verdwijnen."

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Ons kent ons slecht
2000/09/22 in Management Team p.209 door Jos van Hezewijk

De bestuursvoorzitters van Ahold (Cees van der Hoeven, voor 250.000 euro aandelen World Online), Heineken (Karel Vuursteen, 300.000 euro) en Getronics (Cees van Luijk, 500.000 euro) bleken op het afscheidsfeestje van Nina Brink bij het Friends and Family-programma van World Online te horen. Maar de familie van Nina Brink is er 200 miljoen gulden op vooruit gegaan, terwijl de vrienden er voor 200 miljoen instonken. De nieuwe generatie topjongens voelt zich schijnbaar wel thuis bij Nina of wist niets van haar verleden. Ons kent ons in ieder geval slecht. Nina was begin jaren negentig betrokken bij de Newtron-affaire samen met Joep van den Nieuwenhuyzen (ex-Begemann), Peter de Ridder (ex-Bever), Berry van den Brink (ex-Industrieele Maatschappij) en Willem Smit (ex-Datex). Zij brachten als eersten automatiserings- en bedrijvendokter-zeepbellen naar de beurs. Deze heren hebben hun lesje geleerd en investeerden niet in de zeepbellen van Nina. Zij hadden ook slechte ervaringen met zakendoen in de vriendenkring. Hun zakelijke-vriendenclubs als Courtier en Capercaillie vielen bij de economische teruggang begin jaren negentig uit elkaar. Door verraad kwamen zij onder vuur te liggen in Operatie Clickfonds. Dat is het nadeel van onder ons. Enkele rotte appels steken de rest gemakkelijk aan. Anderen leren daarentegen niets. Soort blijft soort zoeken. Zo investeerden de broertjes Danny en Joel Wyler zelfs na het debacle van Capercaillie en de beursfraude lustig 3 miljoen euro en een commissariaat in WOL. Ook vrouwen konden Nina's charme niet weerstaan. De weduwe van onroerendgoedmagnaat Jaap Kroonenberg ( 250.000 euro WOL-aandelen), onlangs even de vlam van Emile - tsjakka! - Ratelband, behoorde tot de vriendenkring. Jaap zaliger was een grondlegger van het als zeer dubieus bekend staande 'barretje Hilton', waar de hier genoemden figureerden, naast maffiabazen als Klaas Bruinsma en bordeelkoning Theo Heuft. Dit had onze toplieden van Ahold, Heineken en Getronics te denken moeten geven. Of werden zij verblind door Nina's hartsvriendin prinses Fergie (1.000.000 euro), door Barbara Streisand of Tina Turner (250.000 euro)? De laatste heeft Nina trouwens nooit ontmoet. Ook Hanja Maij-Weggen en Neelie Kroes zaten bij de inner circle. Makelaar Cor van Zadelhoff (500.000 euro), eveneens barretje Hilton, en de Brabantse onroerendgoedmagnaat Groenewoud (1.000.000 euro), schoonvader van Frans Hetzenauer van luchtbel Tulip, investeerden eveneens. Ongelooflijk. De onroerendgoedjongens bliezen in de jaren zestig en zeventig de eerste luchtbellen voor investeerders op. Met doorverkoop van onroerend goed wisten zij de prijzen voor institutionele beleggers tot ongekende proporties op te drijven. Sommige 'incubators' van hippe internetbedrijfjes lijken tegenwoordig dezelfde strategie te praktiseren, nu een beursgang nauwelijks meer interessant is en institutionele beleggers en multinationals weer zitten te springen om investeringen. De toplieden van Ahold, Heineken en Getronics zijn niet de eersten die hun tanden breken op dit milieu. ING (Willem Scherpenhuysen Rom, Ton Soetekouw), SHV (John Fentener van Vlissingen), Robeco (Lauw van Nieuwkerk en Willem Mak) en ABN Amro (Louis de Bièvre) gingen hen voor. Ons kent ons buitengewoon slecht.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Exorbitante angst
2000/09/08 in Management Team p.77 door Jos van Hezewijk

Het overzicht, in de Volkskrant, van de bezoldiging der bestuurders van grote ondernemingen in 1999, laat zich lezen als een tegenhanger van Dallas. Er zijn veel winnaars, maar ook verliezers. Zo ging 17 procent van de bestuurders akkoord met een salarisdaling omdat zij niet hadden verwacht dat de beurskoers zou stijgen. Heel dom van die topmannen van bijvoorbeeld VNU, Vendex KBB, Getronix en ASM Lithography, dat berucht werd vanwege zijn enorm hoge opties. Het kwam ook voor, in 15 procent van de gevallen, dat de beurskoers onverwachts meer omhoog ging dan de salariskosten. Zo kregen de Philipsbestuurders er een bescheiden 0,4 procent bij - Philips hoefde in 1999 eens geen oprotpremie op tafel te leggen - terwijl de koers meer dan verdubbelde. Ook Shell, Akzo Nobel, KPN en UPC (de familie Schneider is niet geïnteresseerd in salaris) lieten de lonen van hun topbestuurders niet evenredig oplopen met de beurskoersen. Bij 31 procent klopte de verhouding tussen salarissen en koersen.
Echter, in 8 procent van de gevallen wisten de bestuurders er meer salaris uit te slepen dan de beurskoers rechtvaardigde. ING-bestuurders waren in 1999 ondanks een beperkte stijging van de koers de best betaalde directeuren van Nederland, met gemiddeld een kleine 4 miljoen per persoon. Bij NIB Capital, vorig jaar opgekocht door ABP en PGGM, verdubbelden de salariskosten, terwijl het resultaat een krappe 20 procent omhoog ging. NIB-topman prof. dr. Marius Jonkhart hield het niet uit als ondergeschikte van de pensioenfondsambtenaren en stapte op. NIB was hierdoor in 1999 een van de vele bedrijven waar een pensioen moest worden afgekocht. Onder de gemiddelde opslag van 13 procent voor topbestuurders vallen weliswaar heel wat sociale voorzieningen, zoals gouden handdrukken en afgekochte pensioenen, maar opties zijn niet meegerekend.
In 29 procent van de gevallen wisten de slimmeriken de schade van dalende beurskoersen te beperken met minder lage salariskosten dan je zou verwachten. Zo hadden de bestuurders van merkenbouwer JSI al een voorschot gekregen op de (afgeblazen) beursgang van begin dit jaar van vijf maal hun salaris. Een record. Bij softwarebedrijf HITT daalde het resultaat in 1999 met 86,5 procent. Daarentegen werd de bezoldiging van algemeen directeur mr. H. Prinsen bijna driemaal hoger. In 1998 verdiende hij overigens het bescheiden bedragje van 110.000 gulden.
Niettegenstaaande de met 40 procent gedaalde beurskoers van NBM Amstelland kregen de bestuurders 162,8 procent meer toegestopt. De nieuwe topman Jan Willem van Bussel mocht van zijn voorganger en later opvolger André Baar na een half jaar weer vertrekken. En zo'n gouden handdruk kost een paar centen.
Per saldo rondden de topjongens in 37 procent van de gevallen het verschil tussen salarissen en resultaten ruim in hun voordeel af. Afgezien nog van de exorbitante optieregelingen in 1999. Hoewel, exorbitant? Dit was nog vóór de nieuwe-economiehype, toen alle koersen automatisch piekten. Net nu de FNV opties eist voor de arbeiders, blijken de koersen te haperen. In 1999 zijn beurslievelingen van weleer zelfs omlaag geschoten, zoals Aegon (min 8,3 procent), Wolters Kluwer (min 26,3 procent) en Hagemeyer (min 26,2 procent).
De bestuurders van deze ondernemingen zagen hun verdiensten op opties fors achteruithollen. De vrees slaat hen dan ook om het hart. Denk maar aan de 200 miljoen van Nina Brink om haar familie veilig te stellen. Een goed salaris biedt meer zekerheid. In plaats van 'exorbitante zelfverrijking' kan men tegenwoordig beter spreken van exorbitante angst.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Welke dotcom-aandelen kopen?
2000/08/25 in Management Team p. 52 door Jos van Hezewijk

Wie weet welke partijen altijd rijk zijn geworden aan nieuwe infrastructuur en welke niet, weet ook waarin hij nu zijn geld moet steken. Niet in providers en portals dus. Wel in adverteerders, bouwers en toeleveranciers, bedrijven die er gebruik van maken en in de financiële sector.
De eerste provider was de dorpsomroeper. Hoe populair ook, rijk werd hij nooit. Zijn adverteerders wel. De uitvinding van de drukpers bracht de hele wereld in rep en roer, maar het werd nooit big business. Behalve de adverteerders ging de firma Heidelberg, producent van drukpersen, voor het grote geld. Vervolgens namen de telegraaf en later de telefoon de rol van dorpsomroeper over, voor de hele wereld. Maar bij gebrek aan private belangstelling heeft de overheid zich maar over het telefoonnet ontfermd. De grote winnaars waren de bedrijven die dankzij de nieuwe media hun handel over hele werelddelen snel zagen toenemen. Zelfs nu nog plukken vooral de makers van de mobieltjes, zoals Motorola, Nokia en Ericsson, de vruchten.
Rond 1900 sloegen de aandelenkoersen van de spoorwegmaatschappijen alle records omdat de beleggers van toen dezelfde fout maakten als onlangs gebeurde met World Online. Maar uiteindelijk is de exploitatie van de spoorwegen bij zwaar gesubsidieerde (staats)bedrijven terecht gekomen. De effectenbanken, die de spoorwegaandelen verhandeld hadden, en de bedrijven die dankzij het spoor verre markten konden ontginnen, gingen aan de haal met de winst. Zo domineerde aan het begin van de vorige eeuw jonkheer J.W. van Loon, wiens familie rijk was geworden in de slavenhandel, de effectenbeurs. Overgrootvader Fentener van Vlissingen mocht als stationschef een handeltje in kolen drijven om het gebruik van het spoor te stimuleren. Het stationnetje heeft hij snel vaarwel gezegd en zijn handeltje werd de Steenkolen Handelsvereeniging (SHV), nog steeds een van de grootste ondernemingen van Nederland en in handen van de familie.
Toen bracht het elektriciteitsnetwerk het bedrijfsleven in een stroomversnelling zonder weerga. Maar ook de elektriciteitsmaatschappijen, die het mogelijk maakten om 's nachts door te produceren, kwamen al snel in handen van de overheid. Ondertussen groeide Philips' Gloeilampenfabrieken - inderdaad, na talloze overnames - uit tot een van de grootste concerns van het land.
Dankzij het snelwegennet werden fabrikanten en winkeliers als Unilever (Van den Bergh & Jurgens), Heineken, Douwe Egberts, Albert Heijn en Vroom & Dreesmann machtige dynastieën. Ook hier mag de staat het onrendabele beheerwerk opknappen.
De komst van radio en televisie maakte van iedereen een wereldburger en de wereld werd een dorp. Reclame is sindsdien de spil van het wereldnieuws, maar ook hier weer leiden de omroepen een economisch marginaal bestaan.
Nu internet de wereld bestormt en we net het World Online-drama achter de rug hebben, vraagt elke belegger zich af wat hij moet doen. De vraag in welke dotcom-aandelen u moet beleggen, is niet moeilijk te beantwoorden. Weer gaan effectenbanken, adverteerders, bedrijven die er producten voor maken en vooral ondernemingen die over het Worldwide Postorderweb hun producten met succes verkopen, er met de buit vandoor. De belegger moet denken aan banken, verzekeraars, supermarkten, softwarebedrijven, computerleveranciers, warenhuizen, uitgeverijen en handelshuizen. Die hoeven alleen nog .com achter hun naam te zetten.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Genadeloos tienerfeestje
2000/07/07 in Management Team p.48 door Jos van Hezewijk

Op het ereschavotje van de allergrootsten is slechts plaats voor drie. Meer mogelijkheden kunnen mensen en zeker beleggers niet overzien. De top van het bedrijfsleven is daarmee verworden tot een bikkelhard tienerfeestje. Je telt niet mee als je niet op het mooiste meisje van de klas jaagt. Hans van Breukhoven van Free Record Shop heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat Vanessa hem geen windeieren heeft opgeleverd. Maar net als in het huwelijk heb je bij fusie en overnames slechts een kans van een op drie dat het echt goed gaat. Als je al tot de grootste binken van de wereld behoort, zoals Unilever, dan kun je je weinig onder de maat veroorloven en duurt het jaren voor je een meisje van de juiste klasse als Bestfood aan de haak slaat. Het kost een paar centen, maar die kun je boekhoudkundig onder de mat vegen, zodat volgend jaar netjes in de krant staat dat de winst met tig procent is gestegen. De mooiste meisjes zijn vaak verwende krengen. KLM-topman Pieter Bouw kreeg eerst verkering met Swiss Air, SAS en Austrian. Liep een blauwtje met buurmeisje Sabena. Maar goed ook, want zoals Amev met AG in Fortis al heeft ervaren, met buurmeisjes kun je alleen ruzie maken. Fortis zoekt dan ook een nieuwe sterke man. Alitalia was natuurlijk een droom voor KLM, die uiteindelijk moet terugvallen op zijn eerste keus: een ondergeschikte rol bij bink British Airways. Hoogovens ging KLM voor met British Steel. P&O Nedlloyd vertoont al barsten. Wat van verre komt, is wel lekkerder, maar slecht houdbaar, tenzij je het inricht als een ouderwets verstandshuwelijk, zoals Koninklijke/Shell en Unilever met twee hoofdkantoren. De meesten zijn veroordeeld tot een bruid uit eigen land. Dat klikt toch het beste. Stork met Internatio is weliswaar geen droompaar, maar met een verstandshuwelijk kun je het toch ver schoppen. Hetzelfde gold voor ABN Amro, NMB Postbank en Wolters Kluwer. Een probleem is dat het geen relaties zijn tussen verschillende seksen. In de wereld van de topmannen moet de macht altijd worden uitgevochten. Een man zegt gemakkelijk ja, maar bedoelt vaak nee. Zo verging het KNP BT en BolsWessanen en zo lijkt het ook bij Vopak af te lopen, waar Van Ommerens topman R. Hendriks Pakhoed alsnog de bons gaf. Zo gaat dat met die moderne netwerkverbintenissen. Elsevier's Pierre Vinken dacht zijn zakelijke partner Peter Davis van Reed evenals zijn Sylvia Tóth onderworpen te hebben, maar was vergeten dit in een degelijke huwelijksakte te laten vastleggen. Voor beleggers, klanten en personeel zijn fusies/overnames meestal niet gunstig. Toplieden zijn echter niet gek. Levert de overname geen winst op, dan is het in ieder geval de beste verdediging tegen zelf overgenomen worden. Daarmee is de kans op een voor hen voorspoedige afloop twee op drie. Ja heb je, nee kun je krijgen.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Nederland moet achterlopen
2000/06/16 Management Team p.61 door Jos van Hezewijk

De naam 'nieuwe economie' is goed gekozen. Dankzij de reclame is het iedereen duidelijk dat 'nieuw' meestal niet 'beter' betekent. Net nu de meeste beleggers er niet meer in geloven en de financiële wereld spreekt van een gezonde-luchtcorrectie, verschijnt er een pamflet ter verdediging van deze hemel op aarde: "Zij dreigt om zeep te worden gebracht door geldwolven, nieuwe beursraiders, die alleen tot doel hebben te graaien in de grote berg beleggersgeld." Maar gemakkelijk rijk worden was voor velen nu juist het aardige aan die nieuwe economie.
De ondertekenaars van het pamflet hebben al vaker met succes achter hypes aan gelopen. Annemieke Roobeek was aanhangster van de empowerment-theorie en bekleedde vanaf 1989 de Cornelis Verolme-leerstoel aan de Universiteit Nyenrode, de kweekvijver voor managers. In 1992, op het hoogtepunt van het snoeien in het middle management, poneerde zij de stelling: "Managers, daar hebben we er steeds minder van nodig." Pikant is de handtekening van Hay-consultant Trude Maas-Brouwer, de nieuwe commissaris van ABN Amro, dat zowel veel geld verdiende, als reputatie verloor bij de beursgang van World Online. Een andere pleitbezorger van de nieuwe economische nostalgie is Leendert Bikker, die in de jaren negentig in grote vaart bureau Bikker Communicatie uit de grond stampte. "Ik zie een toenemende behoefte aan een pas op de plaats," liet hij weten toen hij vorig jaar zijn bureau aan het Amerikaanse Euro RSCG had verkocht. Nu rent hij weer achter de snelle internetwereld aan.
Ook de voormalige topman van KLM Pieter Bouw maakt zich zorgen over een terugkeer naar de 'oude gesloten bolwerken.' Overigens bestaat er nog steeds geen duidelijkheid over zijn vertrek bij KLM op 55-jarige leeftijd en zijn stewardesje. Mogelijk had het ook te maken met zijn filosofie dat topmannen niet te lang moeten aanblijven. Al eerder schaarde hij zich achter de actie 'Redt Bommel,' om de beroemde strip van Marten Toonder te behouden voor NRC Handelsblad. Hij zit inmiddels in de directie van zo'n nieuwe-tijdsbedrijfje.
De ondertekening van de ex-Tandem en oud-Philipsbestuurder Roel Pieper vermag al evenmin verwondering wekken. Hij heeft belangen in nieuwe-economiebedrijven en een grote wrok tegen de 'oligopolistische bolwerken', die hem aan de kant zetten. Wat hem overigens geen windeieren opleverde. En Eckart Wintzen, kampioen van het maatschappelijk ondernemen, maakte fortuin met de vorige automatiseringshype, engageert zich met de nieuwe economie en zette uiteraard graag een krabbel onder het pamflet.
Helaas zijn deze dominees wel te laat. Of niet. Nederland heeft een lucratieve traditie in goede namaak. Het begon met de VOC, die de handel met het rijke Azië met succes afkeek van de Portugezen en de Engelse East India Company. Ook Philips en Shell kopieerden in het verleden met succes nieuwe economische kansen. En Ahold, Aegon en ABN AMRO plukken nog dagelijks met groot succes de vruchten van de Amerikaanse economie. En ook nu weer zullen golden oldies als KPN, TNT Post en VNU met groot succes het stokje van de nieuwe geldwolven overnemen. Beter goed gejat dan slecht verzonnen. Bovendien heeft het kleine Nederland niet genoeg centen om voor de muziek uit te lopen. Nee, Nederland moet achterlopen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Rectificatie
In Management Team van 19 mei 2000 heeft Jos van Hezewijk in zijn column George Banken onbetrouwbaar genoemd. Deze bewering is onjuist en wordt daarom hierbij teruggenomen.

Ieder voor zich en Europa voor ons allen
2000/06/02 in Management Team p. 61 door Jos van Hezewijk

In 1581 schokte de Calvinistische Staten-Generaal van de Nederlanden de gemeenschap in Europa door afstand te nemen van de roomse keizer, Philips II te Madrid. Dit in navolging van andere Europese stadstaatjes. Zonder directe inmenging van de grote mogendheden bloeide de status van de kleine Nederlanden als nooit tevoren. De afscheiding was overigens voorgekookt door de Prins van Oranje, die was uitgerangeerd als topambtenaar aan het Europese hof. Daar had de Prins jarenlang een vooraanstaande rol achter de coulissen gespeeld, vanwaar zijn bijnaam Willem de Zwijger. Bij de zakelijke en politieke elite had de prins wegens zijn vermeende manipulaties niet zoveel krediet. Maar evenals zijn achter-achter-achterkleindochter Koningin Beatrix in niet-rechte lijn kon de Prins rekenen op het sprookjessentiment van het volk. Het huidige Republikeins Genootschap en de aanval van D66-voorman Thom de Graaf zullen daarom in brede lagen van het kiezersvolk worden gesmoord. Inderdaad, 'studentikoze geuzerij', zoals PCM-bestuurder en oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad Ben Knapen het al in 1997 als Philips-voorlichter en ook onlangs weer in de krant verwoordde.
In 2000 heeft Nederland zich weer onvoorwaardelijk geschaard onder de vlag van de grote mogendheden en raken we wederom een Europees topambtenaar kwijt in de persoon van Carlo Trojan. Evenals Willem van Oranje is hij niet van Nederlandse geboorte. Trojan is geboren in Florence met een Italiaanse wijnexporteur als vader en een Nederlandse moeder, hij werkt al vanaf 1973 in Brussel en verblijft elke week slechts enkele dagen bij zijn Deense vrouw in Den Haag. En evenals Willem de Zwijger opereert Trojan alleen achter de schermen en weet hij van de prins geen kwaad. Trojan vindt alle commotie maar 'gelul', houdt bij hoog en laag vol dat hij het uit eigen beweging rustiger aan gaat doen - alleen heeft hij het tijdstip niet zelf bepaald - en zegt alleen te hebben gesproken over tuinieren. Minister van Buitenlandse Zaken Jozias van Aartsen weet zeker dat de uiteenzetting over onkruid wieden met Trojan's degradatie te maken had. De minister maakt zich overigens terecht boos. In 1997 moest al Europees topambtenaar Marius Enthoven een stapje terug doen. De Europese 'roomse keizer' Prodi bedacht in 1999 zijn Italiaanse landgenoot Mario Monti met de zware post in de Europese Commissie die Frits Bolkestein ambieerde. Mogelijk heeft Trojan zijn val te danken aan de Brusselse fraude en ook aan de fraudebestrijding van Europees ambtenaar Paul van Buitenen, die onder zijn leiding plaats had. Maar zeker ook is het een revanche op zijn partijgenoot Bolkestein, die zich tot het uiterste heeft verzet tegen de toetreding van Italië tot de euro: "Only over my dead body." Bovendien liet Bolkestein zich, zoals nu weer blijkt, terecht sceptisch uit over de EEG, hoewel hij dat later uiteraard in zijn baantje als Europees commissaris in alle toonaarden ontkende. Het wordt tijd dat Jozias in woord en daad weer afstand neemt van de 'roomse keizer' en zijn grootmachten. De Europese status van klein Nederland zal weer bloeien als nooit tevoren. De dialectiek van de dominee en de koopman. Ieder voor zich en Europa voor ons allen.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Bazen lijken op hun honden
2000/05/19 in Management Team p. 61 door Jos van Hezewijk

Steeds meer toplieden houden het voortijdig voor gezien. Zo'n 20 procent van de ondernemingsbestuurders vertrok het afgelopen jaar om persoonlijke redenen, tegen 12 procent gemiddeld over de afgelopen zes jaar. Bekende recente voorbeelden zijn Jan-Michiel Hessels van Vendex, Maarten van den Bergh van Shell, Henk Visser van de Rabo en Rob den Besten van de NS. De publieke opinie lijkt een dergelijke emotionele stap toe te juichen. Soms wordt aangevoerd dat door het financiële geweld in ondernemingsland de hondentrouw tot een nulpunt is gedaald. Bovendien kennen toplieden, zijnde algemene managers, minder affiniteit met een bepaalde onderneming. Maar in de praktijk gaat dit nauwelijks op. Toplieden wisselen maar zelden van toppositie, want zij moeten voor lange tijd bij dezelfde onderneming hebben gewerkt om de lange mars door de interne netwerken te kunnen volbrengen. Voorbeelden van falende buitenstaanders zijn er relatief veel: onlangs nog Mary Coleman bij Baan, maar ook Jan Willem van Bussel bij NBM, Aart van der Gaag bij Vedior en Maarten Hulshoff bij Rabo International. Ook is wel opgeworpen dat de riante salarissen meer als oprotpremie werken. Dit gaat weliswaar op voor onbetrouwbare (gezien de beurskoers red.) jonge honden als Rinze Strikwerda en Nico Laan van TAS en George Banken van Detron, maar de old boys waarover we het nu hebben, doen het toch minder voor de centen en meer voor de status. Een andere verklaring kan zijn dat een nieuwe generatie ambitieuze managers het op hun scalp heeft voorzien. Dit is echter nog niet helemaal aan de orde, want hun opvolgers zijn veelal van eenzelfde generatie vijftigers: Ed Hamming van Vendex, Jeroen van der Veer van Shell en Huisinga van NS. Ongezonde werkdruk kan ook geen reden zijn, want uit alle onderzoeken komt naar voren dat leidinggevenden ondanks veel stress blaken van gezondheid. Mogelijk hebben deze vijftigplus-toplieden moeite met de nieuwe economische ontwikkelingen, hoewel die niet nieuw blijken te zijn. De idealen van deze vijftigers vertonen gelijkenis met die van werkschuwe hippies: "Our house is a very fine house," zongen Crosby, Stills&Young al. Maar dan natuurlijk wel een rechtse variant ervan. Weliswaar waren de (scheidende) toplieden van nu in de zestiger jaren hoogstwaarschijnlijk 'foute' carrièremakers, maar mogelijk zijn ze toen als gevoelige studenten toch beïnvloed door de tijdgeest. Ze menen in ieder geval, met het einde van het pluche in zicht, dat een verloren droom - werken is voor de dommen - alsnog moet worden verwezenlijkt. Waarschijnlijk sluiten ze aan bij actuele maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij 'leuke dingen doen' hoog op het verlanglijstje van eenieder staat. Verbazingwekkend is dat niet, want toplieden kun je, geleefd als ze worden door hun overvolle agenda, zelden op originele ideeën betrappen. Toplieden lijken er inmiddels in overvloed, zoals het werkvolk tien jaar geleden. Die werden toen massaal de vut in gedreven. Met de toplieden gebeurt nu precies hetzelfde. Misschien zijn de vertrekkers deze keer bij hun afscheid eerlijk geweest. Hessels en Van den Bergh verklaarden dat zij 'huisje, boompje, beestje' missen. Bazen lijken dus toch op hun honden.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 
Rectificatie
In Management Team van 19 mei 2000 heeft Jos van Hezewijk in zijn column George Banken onbetrouwbaar genoemd. Deze bewering is onjuist en wordt daarom hierbij teruggenomen.

Niets menselijks is hen vreemd
2000/05/05 in Management Team p. 37 door Jos van Hezewijk

Toen in Nineteen Eighty Four wijlen topman Jan de Vries onder het toeziend oog van heel Nederland voor de camera tegen de inquisiteurs van de RSV-enquête verklaarde dat hij de boel een beetje had opgelicht om zijn mongoolse kind voor later een goed leefniveau te kunnen garanderen, dacht iedereen dat hij gek was. Toen Bram Peper begin dit jaar door de mand viel en het uitkwam dat hij zijn vrouw Neelie Kroes op zakenreis had meegenomen als 'adviseur', was men gechoqueerd. En dan had je onlangs de excuusbrief van Nina Brink, waarin zij schreef dat zij stiekem voor de beursgang 200 miljoen aan aandelen had verkocht om haar familie veilig te stellen. Zij kon alleen maar op hilariteit rekenen. Toch spraken zij hoogstwaarschijnlijk de waarheid. Niets menselijks is deze toplieden vreemd.
Ook bij de verdediging lieten ze, nogal onverstandig, hun menselijke kant zien en riepen zij de hulp in van beroemde vriendjes. Vriendjes zijn echter slechte raadgevers. Joep van den Nieuwenhuyzen liet zich in de HCS-voorkenniszaak bijstaan door advocaat Leo Spigt, die bij schoonvader Gerrit van der Valk de schade van de belastingfraude tot een minimum had weten te beperken. Bram Peper trok een heel blik vriendjes open: PricewaterhouseCoopers met vrouw Neelie in de Raad van Toezicht, Eerste-Kamervoorzitter Frits Korthals Altes en advocaat Hans Mentink. Ook Neelie Kroes mocht uitpakken, in diverse interviews. Nina Brink toverde haar eigen dochter uit de hoge hoed en daarnaast Hans Breukhoven (ook weer bevriend met Kroes) en advocaat Mischa Wladimiroff, die de Van der Valk-clan en menig verdachte van zware criminaliteit bijstond. Een keurige advocaat van een gerenommeerd kantoor kwam blijkbaar in haar vriendenkring niet voor. Joep van den Nieuwenhuyzen en Jan Baan bleken al evenzeer mensen van vlees en bloed te zijn. Zij wentelden zich aanvankelijk met succes in de aandacht van de publieke opinie. Hoewel bij RSV het ene gat met het andere werd gedicht, kon Joep een sterk beroep doen op het cliché 'van krantenjongen tot miljonair'. De Baantjes koketteerden met hun gereformeerde achtergrond. Maar een soap bestaat uit een lach en een traan. Zodra ze voor het camera-oog van glurend Nederland werden ontmaskerd als kruimeldiefjes, hadden ze twee dingen kunnen doen. De raad van opa Brenninkmeyer van C & A opvolgen: als je wordt geschoren, moet je stil zitten. Koningin Beatrix zal dit ongetwijfeld doen nu de pers - overigens niet leugenachtig, maar kampend met gebrek aan tijd om de waarheid boven tafel te brengen - haar terugpakt. De andere mogelijkheid was berouw tonen, wat Wim Kok (Joodse repatriëring), Hans Wijers (Europese aanmeldingen) en Cor Herkströter (Brentspar) met succes hadden gedaan.
Joep en Jan waren hiervoor echter te ijdel. Daarom vluchtten ze naar voren en kwamen ze net als Jan de Vries van RSV destijds, maar ook Erik Jan Nederkoorn (Fokker), Erik Nordholt (IRT-affaire) en RLD-kopstuk ir Henk Wolleswinkel (Bijlmerramp) op de proppen met hun arrogantie, die hen als baas altijd zo goed had geholpen. Maar het journaille laat zich niet meer afblaffen en slaat hen terug. Niets menselijks is hen vreemd.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Het aards paradijs
2000/04/21 in Management Team p. 57 door Jos van Hezewijk

Wij moeten leven in het aards paradijs. De economie groeit automatisch, zonder noemenswaardige inflatie - de huizenprijzen niet meegerekend - en het aantal miljonairs onder de 35 jaar neemt explosief toe, met zo’n 20 procent per jaar, tot ongeveer 16.000 in dit jubeljaar. De oudjes, die altijd het monopolie hadden op een miljoen of meer, moesten het tegelijkertijd doen met een aanwas van ‘slechts’ 10 procent per jaar, tot zo’n 230.000 ten tijde van de onverklaard uitgebleven millenniumbug. De nieuwe economische leer wordt verspreid door jonge internetgoden als Michael de Niet (27 jaar jong en goed voor 10 miljoen op papier), Martijn Bevelander (19 jaar en een door sommigen betwijfelde potentiele beurswaarde van 20 miljoen) en Ben Woldring (14 jaar oud en een website van 2 miljoen). De vermogens zijn schattingen uit Quote. De kinderkruistocht is nog niet ten einde. De 32-jarige David Brons, zoon van kunsthandelaar en gewezen eigenaar van een textielsupermarktketen Loek (80 miljoen), is met Davilex afgeweken van de traditie en in de moderne software gedoken. Hij is inmiddels ook goed voor 80 miljoen. Jan Pieter Melchior en Michiel Mol - respectievelijk de zoon van de voormalige Limburgse bouwmagnaat en paardenfokker Leon Melchior (1 miljard) en de zoon van de mede-oprichter van Volmac Jan Mol (500 miljoen) - richtten in 1993 multimediabedrijf Lost Boys op. Hoezo ‘lost’? Pa legde miljoenen op tafel voor een privé-jet met hun logo op de staart. Ook prins Bernhard jr. ging zijn eigen weg - niet op zoek naar een rijk prinsesje. Hij verkocht onlangs voor tientallen miljoenen zijn internetbedrijf Clockwork aan financiële moloch Achmea. Eendagsvlinders dus. Niet voor het eerst dalen jonge halfgoden van het eeuwige grootkapitaal uit de hemel neer. De moderne internetgoden zijn in de zeventiger jaren voorafgegaan door vermaarde jeugdige automatiseringsprofeten als Theo Mulder (Multihouse, 120 miljoen), Joop van Oosterom (Volmac, 2 miljard) en natuurlijk Nina Brink (Akam, 1 miljard). Hun bedrijven zijn inmiddels opgeslokt. Andere jongelieden hervormden in de Seventies de ondernemingen van hun familie, volgens de financiële bijbel van het nieuwe duizendjarige rijk. De broertjes Wyler bijvoorbeeld. Ook het vermogen van Cees de Bruin nadert het miljard. De bekende bedrijvendokter Joep van den Nieuwenhuyzen kwam niet verder dan zo’n honderd miljoen. Zijn RDM heeft nog net het nieuwe millennium gehaald. Aan het begin van de vorige eeuw groeide de economie nog vele malen harder dan nu. Met zo’n 20 procent per jaar zelfs. En ook die groei bood jongelui nieuwe kansen. Denk aan Willem Scholten (Scholten Honig), Johannes de Jonge (Douwe Egberts) en Gerard en Anton Philips. In tegenstelling tot de tegenwoordige tijd bestaan die ondernemingen nog immer. De laatste jaren worden daarom minder gekenmerkt door de aanwas van rijke jochies - die trend is al aan het afnemen -, maar vooral door de afgang van talloze rijke oudere jongeren: Job Bruggeman (Ring!Rosa, 50 miljoen), Piet Oosterling (Prolion, 75 miljoen), René Scholten (TAS, 195 miljoen), Sylvia Tóth (Content, 250 miljoen), Rinze Strikwerda (TAS, 505 miljoen), Jan Brand (Brunel, 750 miljoen), Jan en Paul Baan (Baan, 1,4 miljard) en Joop van de Ende (Endemol, 2,7 miljard). Hun bedrijven zullen het eind van de eeuw zeker niet halen en dat geldt evenzo voor het aards paradijs.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Frisse wind wordt duur betaald
2000/04/07 in Management Team p. 51 door Jos van Hezewijk

Perfecte marketing: nieuw, nieuwer, nieuwst. Dat is wat de mensen willen. In de zestiger jaren beloofden pubers een frisse wind te laten waaien met een culturele revolutie. Ze werden afgekocht met miljarden begrotingsschuld. In de jaren zeventig haalden de intussen oudere jongeren tientallen miljoenen binnen met de nieuwe automatiseringsbranche. Computers zouden het werk voor ons doen. In de jaren tachtig moest alles nog weer nieuwer en trokken zij als bedrijvendokters honderden miljoenen van de kapitaalmarkt. En de jongste trend: de hele economie wordt dankzij miljarden aan beleggerskapitaal opgeschud, met Internet als het nieuwe verkoopkanaal. Frisse lucht wordt duur betaald. Samen met haar vrienden was Nina Brink bij al die vernieuwing steeds haantje de voorste. En zoals Sylvia Tóth en vele andere toplieden in elke fase een nieuwe partner kozen, nam zij een nieuwe naam. Als hippie Nina Vleeschdraager, tijdens de automatisering (Akam met echtgenoot Aka) als Nina Aka, daarna bedrijvendokter (het succesvolle A-Line en Newtron met Willem Smit, Joep van den Nieuwenhuyzen, Peter de Ridder en latere echtgenoot Job Brink) als Nina Brink-Aka en op Internet (World Online) tenslotte als Nina Brink. Haar ex-man Aka had inmiddels via de rechtbank afgedwongen dat ze zijn goede naam in de IT-branche niet langer mocht gebruiken. World Online, een verliesgevend bedrijf, voor miljarden naar de beurs brengen, is voorwaar een uiterst knappe marketingprestatie. Zeker gezien de negatieve pers en de vooroordelen die zij als vrouw krijgt toebedeeld. De eerste beleggers - overigens voor 80 procent institutionele - zullen waarschijnlijk dikke winst maken op die paar bemachtigde aandeeltjes, als zij snel verkopen. Voor de tweedehandskopers wordt het een hachelijker avontuur, want de meeste ICT-introducties raken al snel onder de introductieprijs verzeild. Inderdaad, frisse lucht wordt duur betaald. Maar goed, in een casino heb je minder kans en neem je niet deel aan de Nieuwe Economie. Internet-bedrijven als World Online (WOL) kunnen niet lang meer verdienen aan de sukkels die betalen voor een Internetaansluiting. WOL zal om die reden zeker in navolging van America Online en UPC met de beurscentjes snel een grote onderneming met inhoud uit de ‘oude’ economie moeten kopen. Content noemen ze dat tegenwoordig, waarmee de eigen handel in gebakken lucht wordt onderstreept. Misschien koopt Nina wel ABN Amro, dat WOL zo braaf op de beurs aan het benodigde papieren geld hielp. Niet voor niets waarschuwde topman Jan Kalff van dé Bank voor het speculatieve karakter van zijn cliënte. Wordt de oude economie geheel vervangen door de nieuwe? Dat staat nog te bezien. De nieuwe economie is weliswaar ijzersterk in de marketing van lucht, maar de oude multinationals beschikken over de content, een degelijke bedrijfsstructuur en een uitgebreid relatienetwerk. Het is een teken aan de wand dat Steve Case, de baas van het oude Time Warner, bij het nieuwe AOL Time Warner aan de top kwam te staan. Zo beschouwd, halen de nieuwerwetse bedrijven slechts het paard van Troje binnen. Door zich over te laten nemen door de nieuwe economie (reversed takeover) bemachtigen de oudjes zowel een fris luchtje als ook een berg geld die de beleggers zo nodig wilden spenderen aan de hype. Laat je dus gerust overnemen door een Internetbedrijf. Je geniet een frisse wind en krijgt veel geld toe.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Flexbazen
2000/03/24 in Management Team p.69 door Jos van Hezewijk

De bazen hadden het voor elkaar. Werkgevers hebben er jarenlang voor gevochten om werknemers zo gek te krijgen dat deze flexibel inzetbaar werden. Dat wil zeggen, regelmatig een dagje vrij nemen op eigen kosten en als de baas het druk heeft een dagje extra komen werken. De meeste werknemers hielden oorspronkelijk van zekerheid en duidelijkheid, niet van onregelmatig werk. En al helemaal niet als dat onregelmatige inkomsten betekende. Maar menig werknemer heeft zich er nu bij neergelegd en vindt het niet zo gek om af en toe een dagje vrij te hebben. Deze trend heeft zich ook bij toplieden afgetekend. Topman Fons Driessen (56) van Wavin gaat zich ontspannen wijden aan het coachen van ondernemingsbestuurders. Theo Pruntel (51), gewezen financieel directeur van Randstad, hield de hectiek voor gezien en deed voor de lol een half jaartje de leiding van het kwakkelende Koninklijke Ten Cate. ‘Maar eigenlijk is één keer per dag de wereld redden mijn ideaal,' zei hij in een vraaggesprek.
Ook heeft men jarenlang personeel gestimuleerd eerder op te stappen. Eigenlijk was je als werknemer boven de veertig al nauwelijks meer bruikbaar. Ook hiervoor waren verschillende toplieden wel te porren. Zeker gezien de toenemende werkdruk. Onlangs vertrokken nog de bestuursvoorzitters van de NS (Rob den Besten) en Koninklijke Shell (Maarten van den Bergh). En dan hebben we het nog niet over alle werknemers die heel flexibel in de wao verdwenen. Zelfs bestuurders van grote ondernemingen, zoals Rinze Strikwerda van TAS.
Helaas, de tijden zijn veranderd. Zoals je al jaren kon zien aankomen, ontstaat er zo langzamerhand een gigantisch tekort op de arbeidsmarkt. Bovendien loopt de economie gierend uit de klauw, wat overigens niemand kon voorzien. Dus flexibiliteit is een luxe die de baas zich al helemaal niet meer kan veroorloven. Elk man- en vrouwuur is meegenomen. Maar nu zitten diezelfde bazen die jarenlang maar voortborduurden op hetzelfde liedje, zonder verder te kijken dan hun neus lang is, met de gebakken peren. Steeds meer werknemers verkiezen flexibel werk met af en toe een dagje vrij boven loonsverhoging. De werkgevers echter schreeuwen moord en brand, stellen voor de pensioengerechtigde leeftijd uit te stellen, asielzoekers in te schakelen en personeel aan te trekken uit verre oorden.
Alleen, de bazen hebben steeds minder in te brengen. Met de huidige arbeidsschaarste komt de macht bij de werknemers te liggen. Precies zoals in de jaren zestig en zeventig jaren.
Het is nu de baas die flexibeler moet worden. Want er zijn nog massa's potentiële werknemers die zich niet op de reguliere arbeidsmarkt bevinden, maar best bereid zijn om als flexwerkers in actie te komen. Uit onze eigen praktijk blijkt dat als je zo'n vijftien tot twintig flexibele uren per week hebt te bieden, je nog massa's sollicitanten kunt krijgen. Zoals gepensioneerden, vutters, huisvrouwen en zelfs toplieden die nog graag hun steentje aan de maatschappij willen bijdragen. Want er zijn de laatste jaren genoeg uitgerangeerde topmanagers die nu met hun duimen lopen te draaien. Op deze flexwerkers kun je hele bedrijven bouwen, als je maar flexibel bent. De toekomst is aan de flexbazen.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Te lang op het feestje
2000/03/10 in Management Team p.49 door Jos van Hezewijk

Macht corrumpeert. Dat is niet zo erg, want een machthebber kan dankzij de 'corruptie' ook efficiënt opereren. Zo kon Ruud Lubbers vanuit een sterke persoonlijke machtsbasis het akkoord van Wassenaar tot stand brengen. Wim Kok wist dankzij een coterie van aan zich verplichte vazallen met zijn paarse kabinet werkgevers en werknemers in het gareel te houden. Helmut Kohl had zo veel krediet opgebouwd dat hij de hereniging van de beide Duitslanden er door kon drukken. Maar zo'n privé-netwerkje van slaafjes heeft zo zijn grenzen en de 'corruptie' moet niet te ver voortschrijden, anders stort het kaarthuisje in. De zwart geld-affaire rond Kohl in Duitsland laat dat heel schrijnend zien. Ook Lubbers heeft onlangs bekend dat hij te lang op het feestje is blijven hangen. In dit licht kunnen ook vraagtekens gezet worden bij de hints van Wim Kok dat hij er nog een kabinetsperiode aan vast wil plakken.
Ook in het bedrijfsleven kennen we topmannen die zich niet los kunnen rukken van het feestje. Pierre Vinken bracht in 16 jaar de ingeslapen uitgeverij Elsevier tot grote hoogte. Maar na zijn meermalen uitgestelde vertrek bleek de inner circle van het management zozeer aangetast door betonrot dat zijn gedoodverfde kroonprins Herman Bruggink geen greep meer kreeg op de onderneming als geheel. Ook het succesvolle Hagemeyer van Andrew Land bleek na de dertien jaren van zijn bewind het zicht op verschillende onderdelen, zoals Ceteco kwijt te zijn. Gijs Swalef wist in de elf jaren van zijn voorzitterschap vele verzekeraars onder de vlag van Achmea te brengen. Zijn trouwe opvolger Hoevenaars wacht een moeilijke taak: het vernieuwen van Achmea's vastgeroeste interne netwerkje. Arie Maas zag na veertien jaren schrikbewind zijn geliefde Bijenkorf in handen vallen van aartsvijand Vendex, dat zelf na een jarenlange succesvolle expansie van de onlangs overleden patriarch Anton Dreesmann al uiteengevallen was. Ook André Baar (NBM Amstelland) en Willem Overmars (Campina) moesten ervaren dat - hoe succesvol ook - een te langdurig opgebouwde ivoren toren de continuïteit ernstig in gevaar brengt. Waar de grens ligt, blijkt als we de prestaties en de regeerperiode van de 100 invloedrijkste captains of industry op een rijtje zetten. De tien succesvolsten zwaaiden de scepter gemiddeld 6,5 jaren. Zoals bij die saaie grote multinationals. De 10 minst succesvollen konden pas gemiddeld na 8,5 jaren afscheid nemen van het pluche, met alle desastreuze gevolgen van dien. De magische grens voor een prettige oude dag voor toplieden ligt dus op zo’n 7 vette jaren. Zo bekeken zien we dat bijvoorbeeld Cees van der Hoeven van Ahold, Kees Storm van Aegon, Jan Michiel Hessels van Vendex, Karel Vuursteen van Heineken, Frank Meysman van Sara Lee/DE, maar ook Wim Kok in de gevarenzone zijn gekomen. Iedereen gebruikt al zijn energie om de top te halen, maar vergeet dat de afdaling het gevaarlijkst is. Toch maar doen als de ervaren bergbeklimmer Fons Driessen van Wavin, Maarten van den Bergh van Shell, Paul Snoep van Grolsch, Fokke Kolff van GTI en Pieter Bouw van KLM en op tijd iets plannen voor de terugtocht?

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Superverwende ouders
2000/02/25 in Management Team p. 47 door Jos van Hezewijk

De jeugd van tegenwoordig: verwende krengen zijn het. Ze weten niet meer wat werken is, kunnen alles kopen en hebben te weinig verantwoordelijkheidsgevoel voor als ze straks het land moeten gaan besturen. Zo werd in de vorige eeuw door Elan braaf opgetekend uit de mond van hun ouders. Waar hebben we dat eerder gehoord? Inderdaad, deze ouders - de babyboomers - kregen in hun jeugd in de jaren zestig dezelfde verwijten naar het hoofd gesmeten.
Er zijn veel overeenkomsten in verwennerij tussen de jeugd van tegenwoordig en hun ouders. Een beurshausse, een economie die draait als een tierelier, een groot tekort aan personeel waardoor de baantjes voor het oprapen liggen. Een niet om aan te horen nieuwe muziekcultuur (pop toen en house nu). De ouders haalden destijds de kerkzuilen onderuit, zoals hun verwende kinderen nu de politieke zuilen slechten. De provo's uit de jaren zestig hadden de wind in de rug van een snel groeiend, nieuw en door jongeren gedomineerd medium - televisie heette dat. Het nieuwe medium van de jeugd van tegenwoordig heet gsm en internet. Een andere overeenkomstige verwennerij tussen de hippe ouders en hun cool kids is de nieuwe economie. Door de omslag van een vraaggestuurde naar een aanbodeconomie werden de ouders, als klant, koning. Hun verwende kinderen lijken nu ook hun eigen, nieuwe economie te krijgen, een digitale hemel op aarde.
Maar de verwenstory van de ouders gaat vooralsnog veel verder dan die van hun verwende kinderen. De babyboomers dwongen in de jaren zeventig van hun ouders torenhoge lonen af. Sommigen werden miljardairs in nieuwe branches als uitzendbureau's (Frits Goldschmeding), televisie (John de Mol en Joop van den Ende) en automatisering (Willem Smit, Joop van Oosterom, Jan en Paul Baan). Toen de babyboomers in de jaren tachtig eindelijk gingen sparen voor hun pensioen, veroorzaakten zij door hun massaliteit op de beurs meteen een vicieuze cirkel van hoog in de lucht torenende koersen. Enige geluksvogels die hun bedrijfjes nog niet aan een grote multinational hadden verkocht, konden alsnog op de beurs honderden miljoenen vangen (Cees de Bruin als bedrijvendokter, Jan Brand, Brunel, en Alex Mulder, Unique, als uitzenders, Adri Strating als belegger). De babyboomers zagen ook de prijzen van hun huizen duizelingwekkend de hoogte in schieten. Zij bulken van het papieren geld en zijn voorlopig vele malen verwender dan hun kinderen, die de hoge lonen en vette spaarvarkens nog grotendeels moeten binnenhalen.
En hoe is het gesteld met het verantwoordelijkheidsgevoel van deze superverwende ouders? De omstandigheden van nu zijn bijna identiek aan die van de sixties. Van de vroegere idealistische praatjes is weinig meer over. Gedreven revolutionairen als Herman Wijffels, voorzitter SER, en de ministers Bram Peper en Gerrit Zalm behoren inmiddels tot de eens door hen zo verfoeide klasse van de regenten. Maatschappelijk verantwoorde ondernemers als Arie van der Zwan (Vendex), Eckart Wintzen (BSO) en Paul Fentener van Vlissingen (SHV) hebben plaatsgemaakt voor calculerende powerplayers. Teveel idealisme aan de top mag dan onverantwoord zijn, de babyboomers hoeven in elk geval geen commentaar te hebben op hun kroost. Wat verwendheidsgehalte betreft, doet de jeugd van tegenwoordig niet voor hen onder.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Windvanen in top
2000/02/11 in Management Team p. 43 door Jos van Hezewijk

Waarom hangen windvanen altijd in top? Antwoord: omdat je daar het beste met alle winden mee kunt waaien. Vooral politici worden gezien als windvanen, die met Jan en alleman rekening houden. Nee, dan topmannen in het bedrijfsleven. Zij zijn almachtig, hebben een eigen toekomstvisie, zijn besluitvaardig, daadkrachtig en doelgericht. Hun doelstellingen, markten en stakeholders zijn echter veel bescheidener van aard en ook minder complex. Toch studeert een staatcommissie in navolging van het succes van topmannen in het bedrijfsleven op een plan waarbij zoveel mogelijk medebestuurders, zoals sociale partners en Eerste-Kamerleden, buiten spel worden gezet en de macht wordt geconcentreerd. Bijvoorbeeld bij een gekozen burgemeester.
De praktijk is echter ook in het bedrijfsleven weerbarstig. Het laatste jaar zagen we vele vooruitziende leiders door de achterdeur verdwijnen: Sietse Attema (Start) Dan Huesmann (Ohra), Jan Wesseldijk (Cosun), O. Meijer (Nedcon), Willem de Vlugt (Van Leer), Pieter Porsius (HMG), Jan Willem van Bussel (NBM-Amstelland), Jan Baan en Tim Tinsley (beiden Baan). Ook Mary Coleman, die de gereformeerde gemeenschap van Baan wel eens naar Amerikaans voorbeeld zou hervormen, werd onlangs verstoten. En zo kunnen er nog vierentwintig anderen worden genoemd.
In veel gevallen is er sprake van achterblijvende winsten. Worden onze bedrijfsleiders tegenwoordig dus harder op de centen afgerekend? Nee, want er zijn even zo vele gevallen van tegenvallende resultaten aan te wijzen waarbij de topman niet de rekening kreeg gepresenteerd. Bovendien hebben we in de jaren negentig al vaker zo'n ontslaggolf aan de top gekend. Nee, slechts een tijdelijke verslechtering was ditmaal de aanleiding. De toplieden hadden even niet opgelet wat er om hen heen en vooral onder hen gebeurde en de poten waren pardoes onder hun stoelen vandaan gezaagd.
Niet alleen het aantal gesneuvelde bestuursvoorzitters is het afgelopen jaar met 30 procent toegenomen, ook is het aantal gevallen medebestuurders met 30 procent gegroeid ten opzichte van 1998. Hier tref je de falende potenzagers aan.
Er is in 1999 ook een opvallende categorie van in zwaar weer gestrande eigenzinnige oprichters. Zo waren daar Joseph Tucci, de oprichter van het door Getronics overgenomen Wang, Job Bruggeman (Ring!Rosa), Rinze Strikwerda en R. Scholten (TAS), Piet Oosterling (Prolion) en Jan Brand (Brunel). Zij kregen het schip niet meer vlot getrokken. Zij konden hun visie niet bijstellen aan de voortdurend veranderende omstandigheden. Wat dat betreft kunnen ze een voorbeeld nemen aan de oprichters Ton Risseeuw (Getronics) en Jan Zeeman (Zeeman), die - in het voetspoor van Bill Gates (Microsoft) - de bui al zagen hangen en op tijd beseften dat hun visie slechts geschikt was voor een opbouwfase. Slechts visieloze draaikonten hebben het eeuwige leven en gelukkig zijn de meeste toplieden dat wel. Visie is een constatering achteraf, aldus Gerrit Wagner van Shell in 1998. Want ook in het bedrijfsleven geldt dat je niet aan de top blijft door tegen de wind in te koersen, maar door als een windvaan met alle winden mee te waaien.
Daar is niks mis mee. De voortdurend veranderende maatschappelijke windrichting kunnen aanvoelen is namelijk een uitstekende en zeldzame kwaliteit. Alleen willen de mensen wel dat je doet alsof je machtig bent en niet met alle winden meewaait.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Waar rook is ...
2000/01/28 in Management Team p. 35 door Jos van Hezewijk

Nederland is een vreselijk vlak, zompig landje, waar de middelmaat regeert en waar je hoofd eraf wordt gehakt als je het boven het maaiveld uitsteekt. Dat ondervond enkele maanden geleden Joan Leemhuis-Stout, Commissaris van de Koningin van Zuid-Holland. Zij was nota bene de enige provinciale bestuurder die het niet eens was met het bankieren van de provincie. Toch was het juist zij die de rekening kreeg gepresenteerd bij het eerste de beste debacle.
Zo werd Jan Hovers, voorzitter van de Raad van Bestuur van Océ, door zijn 'vriend' en voorganger Harry Pennings naar huis gestuurd bij de eerste slechte resultaten, nog voor hij de erfenis van zijn vriend op orde kon brengen. Ohra-baas Dan Huesmann kon na enige slechte resultaten opstappen, hoewel hij het volle vertrouwen genoot van zijn raad van commissarissen. Allerlei beschuldigingen aan het adres van Bram Peper, vooral bekend als oud-burgemeester van Rotterdam, zijn flinterdun. Dit keer, als minister van Binnenlandse Zaken, lijkt hij zijn eindstation te hebben bereikt. Waar rook is, is ook vuur. Nederland op zijn smalst.
De Nederlander kan echter ook heel barmhartig zijn. De winst van het Philips van Cor Boonstra is al in geen jaren echt vooruit te branden, Kees - Aegon - Storm legde een 'exhibitionistische zelfverrijking' aan de dag, Wim Diks KPN kon niet anders toegeven dan dat de service slecht is en het Paars II van Wim Kok gaat gebukt onder onvoldoende daadkracht. Niettemin behoren zij tot de meest populaire toplieden, zij steken hun hoofd voortdurend boven het maaiveld uit en zitten vast in het zadel. Waar vuur is, hoeft geen rook te zijn.
Hebben zij geluk gehad? Ongetwijfeld ook. Of wordt er met twee maten gemeten op het Nederlandse maaiveld? Rationeel wel, maar emotioneel niet. De ratio is niet geschikt om in dit soort veelomvattende zaken een oordeel te vellen. Het gaat niet alleen om (wan)daden, maar vooral om bedoelingen en verwachtingen. De collectieve emotie van de publieke grand jury doorziet de mensen haarscherp: Is ze niet te arrogant? Heeft-ie wel genoeg hart voor de zaak? Is-ie niet te ijdel? Of te egoïstisch? Noem maar op. Dat laat zich niet rationeel meten, maar de aandeelhouders, werknemers, burgers en klanten moeten het kunnen voelen. Daarom is de topman steeds meer een publieke figuur geworden en zou hij daar ook op uitgekozen moeten worden.
Dat heb je in je en het komt eruit of niet. Vaak niet dus. Mevrouw Leemhuis maakte weliswaar een daadkrachtige, maar ook een arrogante indruk. Hovers had weliswaar zijn sporen verdiend als topman van Stork, maar van hem kreeg men de indruk dat hij door zijn vriendje en voorganger Pennings bij zijn jeugdliefde Océ was geparachuteerd om nog wat nieuws om handen te hebben op zijn oude dag. Huesmann had grote plannen met Ohra, maar zag zijn middenkader niet staan. Bram Peper ging als burgemeester van Rotterdam persoonlijk van conflict naar conflict. Hij kan goed relativeren, maar toch. Tot veler verbazing werd hij door het partijkader naar voren geschoven voor een post in het kabinet. Rook is erger dan vuur.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Hebzucht, wordt vervolgd
1999/12/03 in Management Team door Jos van Hezewijk

Geld is in Nederland een groot taboe. Groter nog dan seks. Cor Boonstra bijvoorbeeld konden we in het Concertgebouw wederom openlijk zien flikflooien met Sylvia Tóth, maar als we iets te weten willen komen over zijn inkomen, en met name over zijn optieregeling, dan hult het jaarverslag van Philips zich in nevelen. Opmerkelijk is ook dat je straffeloos van topfunctionarissen kunt suggereren dat ze waardeloze managers zijn, maar zodra je iets zegt over hun inkomsten en zeker over de gewraakte optieregelingen krijg je allerlei reacties, zelfs van hun jurist.
Dat gebeurde ook met de column 'Hebzucht' uit Management Team nummer 17, van 22 oktober. Zo zou in deze aflevering van De elite gesuggereerd zijn dat de raden van commissarissen niet beslissen over de optieregelingen. Ook dat bestuurders gebruik maken van (strafbare) voorkennis. Overigens is het ook buiten de wettelijke voorkennis-termijnen nog wel degelijk lucratief om inside-informatie te hebben. Bij de beursgang van DAF Trucks in juni 1989 bijvoorbeeld deelden de bestuurders aan zichzelf, uiteraard met toestemming van de raad van commissarissen, van te voren flink wat opties uit. Toenmalig bestuursvoorzitter Aart van der Padt en de latere bestuursvoorzitter Cor Baan verkochten opties, uiteraard buiten de voorkennis-periode, en streken zo een winst op van ruim 2 miljoen gulden op. Kort daarna bleek het met DAF helemaal niet zo goed te gaan. Over het verwateren van de winst per aandeel is in de column 'Hebzucht' geen uitspraak gedaan. Optieregelingen zijn in dat opzicht nooit gunstig voor de aandeelhouder. Dat lijkt de aandeelhouder echter niet te weerhouden de betreffende aandelen te kopen.
Wel kon men uit die column de indruk krijgen dat de toplieden van Aegon, ING en Randstad salarissen ontvangen bij versluierde dochters op belastingparadijsjes. Daarvoor excuses. Het was in meer algemene zin bedoeld. Er mag geen misverstand over bestaan dat juist de toplieden van Aegon, ING en Randstad gezien hun pretaties in aanmerking komen voor hoge beloningen. Overigens is het prijzenswaardig van ING dat ze de optieregeling bij de eerste afkeurende signalen uit de samenleving hebben teruggedraaid. Ook andere ondernemingen hebben zich gelukkig de kritiek aangetrokken van hun klanten en werknemers.
Hoge beloningen zijn in principe helemaal geen probleem, maar moeten wel in verhouding staan tot de prestaties. Topman Jan Kalff van ABN Amro zei in 1997 in De Telegraaf dat al te riante optieregelingen mensen alleen maar van hun werk houden; dan gaan ze dagdromen over miljoenen en luxe jachten. Riante optieregelingen missen niet alleen financiële prikkels, maar werken ook als oprotpremie. In 1997 vertrok financieel topman Theo Pruntel 'uit verveling' bij Randstad voor 'een voettocht naar Santiago de Compostela.' Hij moest wel toegeven dat hij zich in een luxepositie bevond, omdat hij al financieel onafhankelijk was. "Als ik een week niet werk, kan ik toch pindakaas kopen."
Erger nog dan dagdromen bij hoge optiewinsten, is het feit dat de dagdromen van toplieden niet wreed verstoord worden als het slecht gaat met de onderneming. Hun ondergeschikten leverden jarenlang loon in om de ondernemingen er weer bovenop te krijgen. Voor hun hoogste bazen lag dat nooit in de rede.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Big Brothers
1999/11/19 in Management Team door Jos van Hezewijk

'E-commerce' prevelend loopt half jong Nederland met dollartekentjes in de ogen onder aanvoering van de gevallen toplieden Roel Pieper (Philips), baron Sweder van Wijnbergen (Ministerie van Economische zaken) en Maurice de Hond (Wegener). Maar vooralsnog zijn vooral de leveranciers van nieuwe elektronica, software en automatiseerders binnengelopen. Zoals Michiel Frackers, grondlegger van KPN-dochter Planet Internet, de ex-computerhackers Rob Gonggrijp en Felipe Rodriguez, grondleggers van KPN-dochter Xs4all en Nina Brink-Vleeschdrager van World Online, waar NS Telecom aandeelhouder is. Evenals met de invoering van de mechanica (de stoommachine en de elektromotor) in de vorige eeuw, zal het met de invoering van de informatica tientallen jaren duren alvorens het algehele bedrijfsleven hiervan de vruchten gaat plukken. Opmerkelijk is dat de aanbieders van informatie, het gemakkelijkste product op Internet - en dan heb ik het niet over porno en spelletjes - niet hebben kunnen profiteren van de Internet-hype. Dat is onder druk van de concurrentie voorlopig bijna gratis geworden.
Ook voor de aanbieders van andere producten - die zullen massaal moeten toestromen - geldt dat de kostenvoordelen in de portemonnee van de consument zullen stromen. En wat dacht je van de reclamekosten op zo'n World Wide Web met miljoenen aanbieders. Alleen de big brothers kunnen dat opbrengen. Geen wonder dat topman Cees van der Hoeven onlangs op een bijeenkomst van de Nederlands-Amerikaanse Kamer van Koophandel verzuchtte: Het is gewoon een nieuw distributiekanaal, meer niet? Postorderbedrijven noemden we dat nog een paar jaar geleden in het tijdperk van de elektronische telefoon.
Wie er wel garen bij spint, is goeie ouwe tante Pos, die met genoegen de fysieke stroom Internet-pakjes tegemoet ziet. Tegen alle verwachtingen van het virtuele, papierloze kantoor in, en tot zijn grote logistieke ellende, zag post-baas Ad Scheepbouwer de stroom briefjes maar gelukkig ook de winst al groeien dankzij de computer. Nu de pakjes nog. Veel concurrentie heeft-ie niet in deze oeroude bedrijfstak. De overname van TNT was een gouden zet.
Ook zijn oude moeders' baas, topman Wim Dik van KPN, ziet de aanzwellende stroom van informatie wel zitten. Voorlopig is de ouderwetse telefoon in draadloze uitvoering de echte grote hype. Een nieuwe generatie gebruikt de telefoon niet alleen voor zakelijke afspraken, maar weet met haar gsm'etjes uitgebreid te communiceren. Over e-commerce gesproken. Maar KPN beheerst uiteindelijk met zowel de fysieke als de virtuele lijntjes het Nederlandse World Wide Web. Vooral de virtuele lijntjes gaan bakken informatie opleveren over interesses van mensen, als tenminste niet te veel klanten met wat technische hulpmiddeltjes (anonieme e-mailadresjes) ondergronds gaan.
Helaas zijn Koninklijke KPN en TNT Post Groep niet de enige die de macht van de fysieke en virtuele kanalen in de gaten hebben. Zij zullen daarom worden opgeslokt door een van de buitenlandse big brothers. Want die vinden dat de experimenteerfase is afgelopen. In september richtten onder andere de big brothers Bertelsmann, Vivendi, Deutsche Bank, Marks and Spencer, DaimlerChrysler, Disney, Time Warner, AOL, Nokia, Fujitsu, NTT, NEC en ABN Amro het Global Business Dialogue on Electronic Commerce (GBDE) op om stiekem de internet-koek te verdelen. De snelle internet-boys, die nog niet binnen zijn, kunnen e-commerce wel vergeten. Niet snel genoeg.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Echte vrienden
1999/11/05 in Management Team door Jos van Hezewijk

Baron Sweder van Wijnbergen heeft zijn echte vrienden leren kennen. Als we het goed hebben begrepen uit de pers, kan hij binnenkort een topfunctie bij Shell, Akzo Nobel of ABN Amro tegemoet zien. Want in het NRC Handelsblad van 27 september konden we lezen hoe Cor Herkströter, oud-topman van Shell, Cees van Lede van Akzo Nobel en Rijkman Groenink van ABN Amro hem in het weekeinde van zijn val een hart onder de riem staken: "Jij bent iemand die onze taal spreekt, wij staan achter je. We willen dat je blijft."
Het heeft niet geholpen. Topambtenaar Sweder van Wijnbergen besloot op zondagochtend 26 september de eer aan zichzelf te houden. Organisaties blijven (verlichte) dictaturen. Deze les heeft ook Europees ambtenaar Van Buitenen geleerd: je mag alles, maar kunt weinig zeggen.
Als Sweder van Wijnbergen dan binnenkort bij Shell, Akzo Nobel of ABN Amro zit, zal dat overigens een omwenteling in de top van het Nederlandse bedrijfsleven betekenen. Nog nooit heeft daar een bestuurder namelijk ongestraft kritiek op de hoogste baas mogen uitspreken. Neem bijvoorbeeld Getronics. In januari 1990 - na drie maanden actieve dienst - vertrok bestuurder Ton aan de Stegge bij het bedrijf wegens een conflict met Risseeuw, zo stond er in de krant te lezen. De volgende dag greep Risseeuw hoogstpersoonlijk de telefoon om het lek binnen het bedrijf op te sporen. Cor Herkströter had er nooit een geheim van gemaakt dat Shell een in zichzelf gekeerde club van technocraten is. Dat heeft hij geweten: geheel tegen de Shell-traditie in maakt Herkströter als oud-topman géén deel uit van de raad van commissarissen. Ook commissarissen Jan Timmer en Floris Maljers hebben hun kritiek op het 'eigen' Philips met een galgenmaal moeten bekopen.
Meestal schoppen notoire expressieve types het in organisaties niet zo ver. Pierre Vinken, Frits Goldschmeding, Paul Fentener van Vlissingen, Eckard Wintzen en nu ook Roel Pieper: zij lieten zich kritisch uit over de toppen van het Nederlandse bedrijfsleven. Hen vind je, ondanks hun geweldige prestaties als bestuurder, niet terug in de commissarissen-gremia van deze bedrijven. Voorkomen is beter dan genezen.
Wetenschappers zijn ook zo'n enge soort. Altijd maar weer de theorie laten prevaleren boven de praktijk. En die theorie is altijd een streep door de rekening. De moedige aanstelling van de wetenschapper Sweder van Wijnbergen door de intellectuele Hans Wijers doet wat dat betreft denken aan het aantrekken van wetenschapper Arie van der Zwan als topman van Vendex door Prof.dr.drs. Anton C.R. Dreesmann. "Die man heeft guts," sprak Anton. Arie had gelijk. Er moest gesaneerd worden bij Vendex. Maar in theorie gelijk hebben, is nog wat anders dan in de praktijk gelijk krijgen. Intellectuelen zijn geen topmanagers. Baron Sweder van Wijnbergen kan niet alleen een carrière aan de top van de overheid, maar ook van het bedrijfsleven en zelfs van een geprivatiseerde overheidsorganisatie gevoeglijk vergeten. Hij beleidt wel het geloof van zijn vrienden, maar spreekt niet hun taal.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Hebzucht
1999/10/22 in Management Team door Jos van Hezewijk

Welk groot Amerikaans bedrijf zou bestuursvoorzitter Kees Storm van Aegon als topman willen hebben? Of Godfried van der Lugt van ING? Of Hans Zwarts van Randstad? Stilte. We kunnen dus absoluut niet stellen dat de internationale markt in alle gevallen de beloningen dicteert. Toch hebben genoemde heren zichzelf op grond van dit principe opties toegekend ter waarde van miljoenen guldens. Topwerknemers kunnen hun eigen salaris vaststellen als de toezichthoudende wijze oude mannen uit de raad van commissarissen even zitten te dromen over hun eigen goeie ouwe tijd aan de top.
Des te zwakker waren die riante optieregelingen omdat ze werden ingevoerd op het moment dat het bijzonder goed ging met het bedrijfsleven. Het rationele argument van een stimulans tot betere prestaties ging dan ook nauwelijks op. Je moest wel een reuze sukkel zijn, wilde je geen winsten in de dubbele procenten maken. Dan was de optieregeling voor de managers van ASML veel dapperder. Toen onder anderen Gerard Verdonschot en Willem Maris hun opties kregen, waren deze niet veel meer waard dan een rol wc-papier. Maar voor de managers van ASML is het daarentegen nu door de hoge, maar sterk wisselende koers bijna een oprotpremie geworden. Gerard Verdonschot hebben we dan ook zien vertrekken.
De bestuurders bij Aegon, ING en Randstad bepalen zelf het meest lucratieve moment voor hun optiebeloning. Uiteraard kennen zij het juiste moment om uit te stappen. Ze ontvangen hun opties naast salarissen bij versluierde dochters op belastingparadijsjes. Niks prestatie dus. De werkelijke reden voor deze gang van zaken is even simpel als menselijk: hebzucht. De meeste directeuren hebben zich de kritiek wel aangetrokken, door hun salarissen en opties niet te veel naar boven bij te stellen. Dat bleek uit cijfers van het CBS. Zo slecht zijn onze commerciële leiders nu ook weer niet. Al was de kritiek op de optieregelingen van bestuursvoorzitter Jan Kalff van ABN AMRO en Cees van Lede van Akzo Nobel niet helemaal koosjer, want zij hebben van huis uit al veel geld.
In principe zijn hoge beloningen niet erg, als ze maar in verhouding tot de prestatie zouden staan. En het blijft niet altijd feest op de effectenbeurs, waardoor de optieregelingen vanzelf minder excessief worden. Maar als signaal van leiders die een voorbeeldfunctie in de maatschappij hebben, is het des te desastreuzer. Want de storm van kritiek op de optieregelingen wordt ook gedreven door afgunst. En die gevaarlijke emotie wordt door de graaiende toppers nog eens aangewakkerd.
Even leek de optiestorm dit jaar te luwen. De aanval van FNV en CNV op de topinkomens gooit echter roet in het eten in het zicht van de loononderhandelingen. En dat vanwege het exorbitant hoge inkomen van een enkele overgenomen Amerikaanse bestuurder. Ook de afkeuring van VNO-NCW heeft natuurlijk weinig met fatsoen van doen, want zij begreep dadelijk dat de motor achter het succes van het veel geroemde poldermodel, de loonmatiging, hiermee ernstig in gevaar komt. Op de huidige krappe arbeidsmarkt zullen loonstijgingen de optieregelingen vanzelf nivelleren. Tenzij de graaiende toplieden dan put-optie-regelingen uit de hoge hoed gaan toveren.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Boerenslim
1999/10/08 in Management Team door Jos van Hezewijk

Als handel emotie is, is onzekerheid big business. Dat wist de kerk al eeuwen geleden. Naar analogie van het kassucces van het IQ beweren goed boerende managementgoeroes wel dat je het EQ (emotionele-intelligentiequotiënt) kunt meten en dat een hoog EQ net als een hoog IQ tot groot succes leidt. Als we de emotie-goeroes mogen geloven, zijn openheid, motivatie, inspiratie, visie, sociaal-voelendheid en creativiteit de hoogste emotionele waarden op weg naar de management-hemel op aarde. Dat nemen we natuurlijk niet voetstoots aan, hoewel de gedachte een goed gevoel geeft.
Laten we daarom ter toetsing eens het EQ van de meest succesvolle topmannen onder de loep nemen. Welnu, wie bij Achmea weet welke inspirerende visie de topman Gijs Swalef heeft, met zijn vloot van bedrijven, na de mislukte fusie met de Rabobank? Trouwens, wie kent de man eigenlijk? En is Kees Storm van Aegon uit eigen vrije wil ooit tegenover zijn personeel open geweest over zijn opties? Zijn die opties wel zo creatief?
Was Jaap Peters bij Aegon voor het personeel nu echt meer dan de schrijver van het voorwoord in het sociaal jaarverslag? Rekenmeester Aad Jacobs van ING werd pas populair bij zijn afscheid, laat staan dat hij motiverend of inspirerend was. Blijkbaar zijn deze emotionele waarden voor een topcarrière onbelangrijk.
Of zelfs gevaarlijk. Want drie topmannen met een hoge EQ-score op openheid gingen juist daardoor onderuit: onlangs dr. J.C.M. Hovers van Océ, gepromoveerd in de bedrijfseconometrie op 'Expansie door overname', dr. ir. A. Maas, van KBB, met een 4,7 op zijn prestatierapport en in 1989 dr G. Bresser van Gist Brocades bij de mislukte fusie met ACF.
Als je emoties al in een rangorde kunt zetten, dan kom je bij topcarrières vaak heel andere combinaties tegen dan de goeroes ons voorhouden: zowel gesloten als onderhoudend, achterdochtig en vriendelijk, agressief en geduldig, ijdel en nuchter, arrogant en matig, angstig en avontuurlijk. Een toptalent is een vat vol tegenstrijdigheden.
Een topman moet zijn ondergeschikten natuurlijk absoluut naar een gedragscursus sturen. Veel zullen ze er niet door veranderen, maar misschien geloven ze wat daar over openheid wordt gepredikt en tonen ze hun zwakheden, waarna de topman weet hoe hij hen moet aanpakken. Er zijn altijd wel een paar mensen die al open, motiverend, inspirerend, visionair, sociaal of creatief zijn en dat is voor de organisatie mooi meegenomen. Hoewel je er ook niet te veel van moet hebben, want dan wordt het een chaos. Gewezen visionaire toplieden als Paul Fentener van Vlissingen van SHV, Eckard Wintzen van BSO, Willem van der Mee van Greenery, Dan Huesmann van Ohra en Harrie Groen van NCM zijn leuk om in een korte tijd de organisatie creatief een beetje op te kloppen, maar op de lange duur zijn het rampenplannen. Van lieve navelstaarders, trouwe grijze muizen, slaafse bureaucraten, dominante bazen en andere stereotypes kan de organisatie er meer gebruiken. Voor iedereen is er een plekje onder de zon.
Voorlopig blijven emoties, die belangrijke menselijke eigenschappen, het domein van de intuïtie. Mensenkennis is voor een topman essentieel. Ik spreek liever van het BQ, het boerenslimheidsquotiënt.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Yes Minister
1999/09/24 in Management Team door Jos van Hezewijk

Onze topambtenaren wilden zo graag de stoere topmanagers van NV Nederland worden, net als hun collega's in het bedrijfsleven. De bijbehorende keiharde jungle waren ze blijkbaar even vergeten. Want de SG's hoor je de laatste tijd almaar piepen over de opofferingszetten van hun excellenties. Zij klaagden over de zuivering van het departement van Volksgezondheid door minister Borst, over de eliminatie van super-PG Arthur Docters van Leeuwen door minister Sorgdrager en over de beschuldigingen door hun excellenties in de Bijlmer-affaire. Ministeriële verantwoordelijkheid voor de uitvoering kan ook inhouden dat zijne excellentie voortvarend zijn topmanagers ontslaat. Hij kan niet alles weten. Management by objectives heet dat. Kijk maar naar het bedrijfsleven. (Nuts)Ohra-topman Dan Huesmann had zo'n beetje al zijn topmanagers weggejaagd alvorens onlangs zelf het loodje te leggen. Ook bij Fortis zijn de nodige slachtoffers gevallen om de Nederlands-Belgische verzuiling in evenwicht te houden. Topmanager Coppoolse van het slecht draaiende Otra werd geofferd om de goden gunstig te stemmen. En ook Harrie Groen, toen nog topman van NCM, elimineerde verschillende toppers om bedrijfspolitieke redenen. Eerder maakten we al melding van het twijfelachtige vertrek van Frits Eigenfeld op bevel van Hagemeyers excellentie Andrew Land, van Marinus Minderhoud door Aad Jacobs (ING) en van Doug Dunn door Cor Boonstra. Philips-bestuursvoorzitter Boonstra heeft er zelfs openlijk beleid van gemaakt om de ondertop verantwoordelijk te stellen voor hun zaakjes. Ministeriële verantwoordelijkheid kun je ook delegeren.
Ook ministers - en vooral staatssecretarissen - konden vertrekken vanwege uitvoeringsfouten van topambtenaren. Bijvoorbeeld Ernst Hirsch Ballin en Ed van Thijn in de IRT-affaire. Ook in het bedrijfsleven. Relatief gebeurt dat in de politiek ongeveer even vaak als in het bedrijfsleven: gemiddeld één per dertien excellenties per regeerperiode. Dat neemt ook in bedrijven af onder een gelukkig economisch gesternte. Cor van der Klugt werd door zijn adjudanten bij Philips op het verkeerde been gezet en moest na enige weken in 1990 de winstverwachting omzetten in een waarschuwing, wat hem de kop kostte. Ook bij Reed Elsevier ontbrak het aan goed topmanagement, wat het einde van Herman Bruggink betekende. Verder werden de bestuursvoorzitters Pieter Bouw van KLM, Siebe Attema van Start, Willem van der Vlugt van Van Leer en Jan Hovers van Océ ten val gebracht door toedoen van de ondertop.
Natuurlijk werd er geklaagd dat de politiek - of de aandeelhouder - zich laat leiden door irrationele details. Ze kunnen niet alles weten. Het is daarom zelfs heel verstandig om beslissingen op basis van emoties te nemen. Intuïtief management heet dat. Het is dan ook opmerkelijk dat aansprekende excellenties als Hans Wijers van Economische Zaken en Hans Dijkstal van Binnenlandse Zaken, maar ook Kees Storm van Aegon en Wim Dik van KPN op het pluche mochten blijven zitten, ondanks forse kritiek op respectievelijk de vergeten aanmelding van regels bij de Europese Commissie, de bedenkelijke nasleep van de IRT-affaire, exorbitante zelfverrijking met opties en slechte service. Zij beklaagden zich niet, maar beleden openlijk beterschap. Toch nog gerechtigheid in de keiharde jungle van de excellenties.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De onderkoning
1999/09/10 in Management Team door Jos van Hezewijk

Koningen worden met pracht en praal bijgezet in de historie. Maar de werkelijke macht ligt dieper in organisaties verscholen. Bijvoorbeeld bij de onbekende onderkoningen.
De grootste onbekende is misschien wel Jan Zegering Hadders, directeur Algemene Zaken van ING, die bij ING gemakshalve 'Zet-Ha' wordt genoemd. Deze 'afgesplitste hersencel van de raad van bestuur', zoals hij zichzelf noemt, rapporteert direct aan de bestuursvoorzitter over strategie. Net als zijn vorige baas Jacobs beweegt Hadders zich met lichte spot op foute bruine schoenen door de hoogste kringen.
De stille onderkoningen zijn het hardst nodig bij dominante leiders, net als Tom Poes bij Heer Bommel. Ton Risseeuw, de 'Generaal' van Getronics, had Peter van Voorst om een list te verzinnen. De charismatische directeur-grootaandeelhouder Gerard van Loon van CSM kon bij Herman Bolt uithuilen. En de 'harde' Cor Boonstra heeft financiële man Jan Konings van Sara Lee/Douwe Egberts naar Philips meegenomen om zijn handje vast te houden. Deze relatie tussen Konings en Boonstra samen ook wel 'Koonstra' genoemd - overleefde menige vrouw.
De onderkoningen zijn vaak de financiële genieën van de onderneming. Haddo Meijer van het voortdurend noodlijdende Nedlloyd heeft zijn topman Henk Rootliep verschillende malen uit de financiële nesten mogen halen. Dudley Eustace zorgde bij Philips voor een goede financiële onderbouw onder leiding van 'slager' Jan Timmer. En de gewezen topambtenaar van het ministerie van Financiën, Victor Goedvolk, zorgt ervoor dat topman Carlo de Swart van verzekeringsmaatschappij ASR (Stad Rotterdam) zijn stevig neergezette ambities in bijvoorbeeld het Feijenoord Stadion financieel kan hardmaken.
Het opstappen van 'soul mates' is dan ook voor 'Kremlinwatchers' vaak een aanwijzing dat het vertrek van de grote leider niet lang op zich laat wachten. Toen zich in 1998 bij KPN een vervanger voor Cees Griffioen aandiende, wist men dat het pensioen van Wim Dik aanstaande was. Ook toen Den Hartog in 1996 KLM plotseling verliet, was het al snel gedaan met topman Pieter Bouw.
Onderkoningen moeten volgens eeuwenoud gebruik met hun koning het graf in. Bij het vertrek van Andrew Land gaven ook onderkoningen Dick Birner en Richard Higgerson er bij Hagemeyer de brui aan. Loek van Vollenhoven, de rechterhand van Pierre Vinken, die eveneens verschillende partners van de andere sekse overleefde, mocht niet in de board van Reed Elsevier blijven zonder zijn baasje. Kroonprins worden onderkoningen nooit.
Menig onderkoning krijgt zelfs stank voor dank. Registeraccountant Hans Bollen, de financiële steun en toeverlaat van Max Abram bij M&S, werd met een fooi van 1 miljoen en een trap in de rug naar huis gestuurd. Piet - Center Parcs - Derksen maakte het helemaal bont. Niet alleen sleepte hij zijn financiële onderkoning Ruud Jansen voor de balie wegens fraude, maar ook beschuldigde hij zijn commissarissen, te weten zijn dochter, schoonzoon en bridgevriend, van machtswellust omdat zij Piets vrouw Trude niet in de raad van bestuur wilden. Bram Verhoef, onderkoning van Anton Dreesmann mocht onder hoon achteraf de vuile was doen. Tom Poes heeft het altijd gedaan. Voor prettige macht kun je maar beter gewoon tot de hofhouding behoren.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

De Europese rommelmarkt
1999/08/27 in Management Team door Jos van Hezewijk

Strategie is simpel aan de top. Als je rijk bent, vul je je dagen met winkelen in het buitenland; tegenwoordig doen bedrijven als ABN Amro, ING, Unilever, Aegon, Ahold, Akzo, Elsevier en Wolters Kluwer dat meestal in de Verenigde Staten. Jan Modaal moet zijn boodschappenkarretje zien vol te laden in het kleine Nederland: Centraal Beheer (Achmea), Unigro (Laurus), Cehave (Dumeco), Friesland (Coberco), Rabo (Robeco), DSM (Gist), Vendex (KBB), NUON (ENW), Pakhoed (Ommeren) en Delta Lloyd (Nuts Ohra). En minimumlijders bieden zich te koop aan op de Europese rommelmarkt.
In 1992 veroorzaakte de uitverkoop van Fokker aan de Duitsers veel commotie. Neêrlands industriële paarlen werden uitverkocht door Lubbers III. Erik Jan Nederkoorn wist er zelfs geen topfunctie bij Daimler-Benz aan over te houden. Later raakte hij Arke kwijt aan de Duitsers (TUI). Het leverde hem uiteindelijk voor twee jaar een plaatsje op in de raad van bestuur van Deutsche Telekom. Soms is het als topman moeilijk je plaats op de apenrots te kennen. Cor Baan van DAF Trucks verslikte zich in British Leyland, koketteerde ook bij Daimler-Benz, maar kon zijn tent in 1996 alleen aan de Amerikanen slijten. Hij mocht tot zijn pensioen de Nederlandse vestiging leiden. Nedlloyd nam als bescheiden middenklasser allerlei Nederlandse transportbedrijven over. Met verve werden upper class-avances van de Noor Torstein Hagen afgeslagen. Berooid raakte Nedlloyd in 1996 zijn containers kwijt aan het Engelse P & O. Topman Leo Berndsen mag zich voorlopig co-topman noemen. Zijn transportbedrijven vielen begin 1999 in handen van Deutsche Post. Het lagere management (onder andere Paul Bijvoets en Marieke van Lier Lels) houdt er een internationale carrière aan over.
In 1999 komt de uitverkoop van Neêrlands erfgoed uit de derde klasse pas goed op gang. Sylvia Tóth huwelijkt haar Content uit aan het Belgische Creyf's. Van Leer valt hoogstwaarschijnlijk in Finse handen, evenals Sphinx. Een jaar daarvoor lijkt Fortis (Amev) met de Generale Bank het Belgische Trojaanse paard te hebben binnengehaald. De broertjes Baan uit Barneveld gingen naar het Wilde Westen en raakten daar hun onderneming kwijt. Dit jaar troefde de Britse Reed-factie de Elseviertjes af. Reed Elsevier krijgt een Engelse topman. Topman Koppen de Neve van Una kreeg een groot-Nederlands stroombedrijf niet voor elkaar, had een groot-Europese droom en raakte in de klauwen van het Amerikaanse Reliant. En als voorlopig hoogtepunt levert Fokko van Duyne Hoogovens uit aan British Steel in ruil voor twee jaartjes topman spelen. In tegenstelling tot Lubbers III juicht het paarse Kok II deze deals toe. Anders komen deze bedrijven toch maar in de steun. Het bestuur van Nederland heeft nog andere familiestukken in de aanbieding, zoals KPN, KLM, NS en Schiphol. De Nederlandsche Bank is als het ware al verkocht in ruil voor een Europese topfunctie van voormalig president Duisenberg. En ook DSM, Buhrmann, Océ, Wessanen en Stork zijn aantrekkelijke prooien voor onze grote Europese vrinden. Prima, dit houd je toch niet tegen en we krijgen er werkgelegenheid en internationale carrières voor het lager management voor terug. Maar waar blijven de koopjes van onze grote Franse, Duitse en Engelse vrinden op de Europese rommelmarkt?

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Damesleed
1999/07/09 in Management Team door Jos van Hezewijk

De opmars van Nederlandse vrouwen naar de top van het bedrijfsleven wil maar niet lukken. Sterker nog: het aantal vrouwen aan de top daalt in rap tempo. Het is een merkwaardig fenomeen. Terwijl steeds meer vrouwen in het bedrijfsleven werkzaam zijn, halen er steeds minder de hoogste regionen. De hedendaagse strategie van de vrouwenbeweging, integratie en mannenemancipatie, levert nog geen successen op.
Tot voor kort hadden we nog de rijke onderneemster Sylvia Tóth. Haar Content-uitzendbureaus zijn verkocht aan de Belgen, haar zware commissariaat bij Aegon raakte ze enkele jaren geleden al kwijt. Mevrouw Prince-Kappen (46) is geheel van het toneel verdwenen. Zij had de hoogste directiestoel, bij de grote Nederlandse dochteronderneming van het Amerikaanse Cargill. Marike van Lier Lels (40) scoort als directeur van Van Gend en Loos hoog, maar haar bedrijf werd onlangs door Leo Berndsen van Nedlloyd verkocht aan Deutsche Post. Bij automatiseerder Baan is weliswaar de zachtmoedige Tom Tinsley weggedrukt door de harde Mary Coleman, zij komt niet uit Nederland.
De machtigste zakenvrouw van Nederland was lang Meiny Epema-Brugman. Zij had verschillende zware commissariaten, bij ABN Amro, DSM, Hoogovens en Unilever Nederland. Zoals veel vrouwelijke commissarissen klom de PvdA'ster omhoog via de politiek. Mogelijk wordt Louise Groenman van D'66 de volgende machtigste zakenvrouw. Een commissariaat bij ABN Amro heeft Groenman al te pakken. Jammer voor Groenman: politici en vrouwen zijn niet langer in trek bij topmannen. Meer in de pas met de maatschappelijke ontwikkelingen lopen politiek, overheid en semi-overheidsbedrijven.
De positie van koningin Beatrix is nog onaangetast, al zal met de troonopvolging door Willem-Alexander een einde komen aan een eeuw vrouwelijke monarchen. Juist in het meest conservatieve kamp, bij de familiebedrijven, maken vrouwen meer kans maken op een toppositie. Veelal als commissaris, maar soms ook op de directiefauteuil. Zo zat Barbara Fransen (36) in de directie van Arke Reisbureau in de periode dat haar vader Ferdinand de eigenaar was. Helaas kon ze opstappen bij de verkoop aan de Duitse reisgigant TUI.
En dan is er Charlene Heineken. Vader Freddy sluit niet uit dat zij de familiedynastie zal voortzetten. Met warmte spreekt hij over zijn grootmoeder, die het brouwerijconcern rond de eeuwwisseling leidde: 'Ze deed het heel goed. Een bewijs dat vrouwen echt niet altijd inferieur zijn.' Wie denkt dat dan nog? Voorlopig neemt Charlene's man, Michel de Carvalho, in de de raad van commissarissen bij Heineken de honneurs waar. En dan te bedenken dat vorige eeuw de weduwe Borski nog een van de machtigste beursspelers kon zijn. Er kan niet echt van vooruitgang worden gesproken.
Ook een van de dochters Fentener van Vlissingen heeft het bij het familiebedrijf SHV niet gered. Maar daar gloort hoop aan de horizon. Onlangs bleek uit het jaarverslag van SHV dat wederom een dochter langs de lijn staat warm te trappelen. Annemiek Fentener van Vlissingen (37), de oudste dochter van Frits, beheert inmiddels de nieuwe portefeuille 'bedrijfsontwikkeling', na een glansrijke carrière in de VS en bij het gerenommeerde strategisch adviesbureau Ikon. Rijke pappies geloven wel in hun dochter. Voor hoge posities bieden de gegoede familiekringen betere aanknopingspunten dan de vrouwenbeweging.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Philips Tijden, Goede Tijden
1999/06/18 in Management Team door Jos van Hezewijk

Philips voert een soap-strategie. In de voorlaatste aflevering van deze continuing story is Roel Pieper zelfs zonder enige rationele verklaring uit het script weggeschreven. De rol van Pieper was toch al een geheel eigentijdse jongensdroom. Een voormalig basketbal-international, jong en snel. Binnen een jaar weg is namelijk zelfs voor Philips-begrippen erg snel.
In de oudere afleveringen van de Philips-soap konden we uiteraard genieten van excentrieke familieleden aan de top. Mijnheer Frits hield zich bijvoorbeeld bezig met de Morele Herbewapening, de milieuvriendelijke Stirling-motor, een politieke partij voor ouderen en een villapark voor captains of industry. Toen volgden enkele schoonzonen en daarna de buitenstaanders. De eerste raakte aan de drank. Begin tachtiger jaren kwam de Philips-soap geheel in de stijl met de nivellerende tijdgeest op de proppen met de zoon van de chauffeur als topman. Deze Wisse Dekker had natuurlijk niet het gezag van zijn elitaire voorgangers en omringde zich daarom met de groten der aarde uit zijn debating club, de European Round Table. Heel aansprekend was ook zijn kruistocht tegen het oprukkende gevaar der 'spleetogen'. Dekker zette een trend in het land van toplieden door een eredoctoraat te ritselen. Als president-commissaris werd hij tenslotte uit het script geschreven. Zijn opvolger Cor van der Klugt was een echte leider van de jaren tachtig die een breed publiek aansprak: vele talen sprekend, arrogant en weinig slaap. Een verhouding met een secretaresse kon de jonge kijker echter niet meer boeien. In de jaren negentig wordt de serie wederom aangepast aan de tijdgeest. Self made men is nu de insteek. Jan Timmer saneert onder het opwindende motto operatie Centurion duizenden witte en blauwe boorden uit de fabrieken en kantoren, wat hem de tot de verbeelding sprekende bijnaam 'Orkaan Gilbert' oplevert. Om een internationaler publiek te trekken - globalisering! - werden allerlei buitenlandse kopstukken opgevoerd. Zoals de integere Zwitser Thierry Meyer, de glamour-Fransman Alain Levy, de zelfbewuste Amerikaan Frank Carrubba, de Bourgondische Belg Pierre Jean Everaert, de flegmatieke Brit Dudley Eustace, Kevin Kennedy, Doug Dunn, J. Whybrow, de rijke Noorse reder Einar Kloster en de overgenomen Taiwanees Y.C. Lo. Na allerlei intriges kwamen Jan Timmer en Floris Maljers in de raad van commissarissen ten val, nadat Timmer eerst nog met de overbuurvrouw aan de haal is gegaan. Nederland smulde. Het script werd nog sneller onder topman Cor Boonstra. Geheel in de lijn met de huidige tijd werd 'verandering' de regel. Evenals de Nederlanders Henk Bodt en Jan Tollenaar verdwenen alle buitenlanders in no time om onduidelijke redenen van het toneel. Philips blijft onze nationale trots. De Fries Boonstra wordt de bekendste topondernemer, compleet met buitenechtelijke affaire met Sylvia Tóth, ontvoering en wisselende tactieken. De voorlopig laatste episode is de voorkennis-affaire van bestuurder Arthur van der Poel. Weer zo'n heerlijk eigentijds ingrediënt voor een soap.
Als je naar de koersen van het aandeel-Philips kijkt, kun je niet anders concluderen dat dit een goede strategie is. Bedrijven hoeven dus helemaal niet bang te zijn voor schandalen. Integendeel. Philips lééft tenminste onder de mensen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Wankelende dynastieën
1999/06/04 in Management Team door Jos van Hezewijk

Rijkeluiskinderen worden steeds dommer, zo lijkt het wel. De zoon, het neefje of soms de dochter van is nog maar zelden opgewassen tegen de management-eisen van de moderne zakenwereld. Zo liet Jacques de Leeuw - van krantenjongen bij zijn vader tot bladenmagnaat - onlangs weten zijn Audax eindelijk te verlaten. Een eerdere poging in 1991 om te vertrekken, leidde paleisrevoluties. Jacques kon deze maar ternauwernood in de kiem smoren, met hulp van Ton Dreesmann, die dit al eens bij familiebedrijf Vendex meemaakte. Nu is in iedere geval zeker dat Jacques niet door zoon Hubert wordt opgevolgd. De afgelopen maanden gaven ook Jan Zeeman, Frits Goldschmeding (Randstad), Jan Baan en Rinse Strikwerda (TAS) de leiding over hun bedrijven uit handen. In 1997 verkocht Dick Wessels het familiebedrijf in 1997 aan Volker Stevin, deden Ad Menken en Jan van Grieken hun Wassenaarse melkfabriek over aan Campina, schoof Luud Maas Wilma Bouw door naar NBM Amstelland en trok Eric Albada Jelgersma zich terug uit supermarkt Unigro. Dynastieën als van de Dreesmannen, Heinekens, Heijns, Van Leers en Van der Grintens zijn er niet meer. Ook deze families hebben zich de laatste jaren uit de familie-onderneming teruggetrokken.
Het valt ook niet mee voor de jeugd om voort te ploeteren terwijl de overnameprijzen door een uniek beursklimaat naar je lonken. De een na de ander betreedt dan ook het toneel van het grote geld. De familie De Pont verkocht auto-import AGAM in 1980 aan Mercedes en begon investeringsmaatschappij Janivo. De familie Van Doorne heeft Vado, Van der Vorm HAL, Van Beuningen Vigilanter en de familie Hazewinkel zit in Optimix. Kortom, zoonlief denkt: laat het geld maar voor mij werken. Uniek voor deze tijd is dit niet. Ook de nazaten van onze nijvere kooplieden uit de Gouden Eeuw stapten al snel uit de goederenhandel en gingen in het geld.
Er blijven ook nog wel enkele dynastieën overeind. SHV van de familie Fentener van Vlissingen, Brenninkmeijer met C&A, Van der Valk, Sonnenberg met Hunter Douglas (Luxaflex), De Waal (WE), Swinkels van Bavaria, Van Puyenbroek, Heijmans en Heerema (Offshore).
Koek en ei is het echter niet bij deze resterenden dynastieën. De familie Fentener van Vlissingen wacht op een geschikte erfopvolger. Bij de Brenninkmeijers is de nieuwe generatie in opstand gekomen tegen het truttige kledingassortiment en heeft ze enige opening van zaken gegeven. Kleinzoon Ad van der Valk heeft Gerrit met zijn badinerende praatjes over de overheid en vooral de belastingdienst Zwitserland verbannen. Ralph Sonnenberg heeft geen familielid in de board. De Waals maken inmiddels meer winst met onroerend goed en Jan Heijmans heeft de voorzittershamer aan Joop Janssen overgegeven, die naar de beurs lijkt te lonken. De familie Heerema is verscheurd.
Toch is het nog niet helemaal gedaan met de hoeksteen van de samenleving in het bedrijfsleven. Meer dan 70 procent van de bedrijven zijn familiebedrijven en vele nieuwe ondernemertjes zijn geparenteerd aan oud geld. En gelukkig is de erfopvolging van de Koninklijke Familiedynastie bij wet geregeld.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Bijlmerbusiness
1999/05/21 in Management Team door Jos van Hezewijk

Ook het bedrijfsleven kent zijn Bijlmeraffaires. Neem Philips-topman Cor van der Klugt, die in 1990 op de aandeelhoudersvergadering nog een rooskleurig beeld van Philips schetste, maar nog geen drie weken later moest bekennen dat het elektronicaconcern nauwelijks meer winst maakte. De ondertop had hem niet goed geïnformeerd - het lijkt wel het verhaal van minister Annemarie Jorritsma. Van der Klugt moest opstappen.
Ook bij Fokker was er nauwelijks zicht op gang van zaken. Bovendien werd er het nodige geritseld. Fokker stond er voortdurend slechter voor dan de jaarrekeningen deden geloven. Vliegtuigen die - administratief althans - rondvlogen zonder motor; gloednieuwe Rolls Royce-motoren die even naar een gulden werden afgeboekt om voorraadverschillen weg te poetsen; een al vliegende F 50 waaraan administratief een zonnescherm werd gehangen: het ging mis en topman en accountant Erik-Jan Nederkoorn RA kon gaan.
In elke organisatie zijn bij nader onderzoek massa's bureaucratische fouten te vinden. Die zijn alleen lastig als de winst in gevaar komt en dit naar buiten komt. Senator en veelcommissaris J. Glasz verwoordde het in 1993 zo: "Mensen veronderstellen graag een masterplan, maar ik verbaas me er altijd over hoe weinig met een plan en hoeveel er ad hoc geregeld wordt."
Zo hield Shell-topman Cor Herkströter op gezag van zijn techneuten arrogant vol dat de sloop van de Brent Spar weinig zin had en het gevaarte dus afgezonken moest worden.
Zoals medici als minister Els Borst onderzoek naar de Bijlmer-slachtoffers zinloos noemden. Shell werd in de Brent Spar-zaak pijnlijk verrast door de vervuilingsprognoses van Greenpeace die - net als bij de Bijlmerzaak - uit de eigen Shell-gelederen was gelekt. Shell begon - evenals de RLD - wild om zich heen te slaan. Waterkanonnen werden ingezet en ankerkettingen opgeblazen. Onder druk van de publieke opinie werd ten langen leste besloten tot nette sloop. De klant is niet rationeel, maar wel koning. Shell bleef overigens overeind, en Herkströter mocht blijven.
Unilever-topman Morris Tabaksblat gaf onlangs bij zijn aftreden pas toe dat de informatie over de schadelijke bijwerkingen van Omo Power ergens op lagere niveaus niet was doorgegeven. Na een mediacampagne van concurrent Procter & Gamble moest het revolutionaire wasmiddel van de markt worden genomen. Ondanks de affaire bleef Unilever succesvol. Omo-verantwoordelijke Nial Fitzgerald schopte het tot topman. Unilevers organisatie - met vanouds twee hoofdkantoren en twee bestuursvoorzitters - is overigens een schoolvoorbeeld van hoe een onderneming niét geleid moet worden. Unilever-topman Floris Maljers in 1993: "Ik heb maar één excuus: het werkt."
Zo zijn er talloze voorbeelden te geven van organisaties en bedrijven die prima functioneren ondanks of juist dankzij het feit dat bureaucratische structuren worden omzeild. Misschien bestaan organisaties zelfs vooral bij de gratie van informele relaties. Platte organisatie, 'empowerment', chaostheorie en 'intuïtief management', heet dat tegenwoordig. Maar intuïtie en informeel netwerk moeten wél binnen de perken blijven. Daarom moeten leiders in geval van Bijlmerrampen niet zozeer bestraft worden wegens bureaucratische fouten als wel vanwege het slechte resultaat. Een goed leider voelt aan wanneer het doel in gevaar komt, en grijpt dan snel in.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Opvolger van
1999/05/07 in Management Team door Jos van Hezewijk

De Commissie-Peters deed vorig jaar allerlei aanbevelingen om de invloed van aandeelhouders op ondernemingen te vergroten. Tot dusver trekken bedrijven zich er weinig van aan, zoals bij de gewraakte optieregelingen voor bestuurders. Het advies om in de raad van commissarissen geen oud-bestuursvoorzitters op te nemen die vervolgens hun opvolgers op de vingers kunnen gaan kijken, wordt echter stilletjes overgenomen. Achtereenvolgens kondigden de topmannen Jan Baan (Baan), Pieter Bouw (KLM), Cor Herkströter (Shell), Morris Tabaksblat (Unilever), Herman Wijffels (Rabobank), Rinse Strikwerda (TAS), Dan Huesmann (Ohra), Willem Maris (ASML), Ton Risseeuw (Getronics) en Jan Zeeman (Zeeman) hun vertrek aan zonder de mededeling dat zij in de raad van commissarissen worden benoemd.
Met aandeelhoudersbelangen heeft dit echter niets van doen, want alleen Jan Baan werd tegen zijn zin door de aandeelhouders uit de raad van commissarissen verdreven. Bouw en Herkströter zijn waarschijnlijk te soft bevonden. Unilever wil al sinds jaar en dag niet dat oud-bestuursleden de zittende bestuurders voor de voeten lopen. Wijffels stapte over naar de SER. Strikwerda raakte overspannen door de enorme groei van zijn bedrijf. Huesmann stapte op nadat alleen de raad van commissarissen nog achter hem stond. En Maris, Risseeuw en Zeeman verklaarden te dominant te zijn om vanuit de commissarissenstoel werkloos te kunnen toezien.
Een loffelijk streven, maar het is de vraag of dat laatste drietal met hun handjes van het dagelijks bestuur zal kunnen afblijven. Want de praktijk is weerbarstig en ze zijn w‚l grootaandeelhouder. Freddy Heineken bijvoorbeeld. Hij spookt, zonder commissariaat, nog steeds op het hoofdkantoor van huidig topman Karel Vuursteen rond. In diens kantoor - de voormalige zitkamer van de familie - herinnert alles aan Heineken. Vuursteen heeft zelfs Freddy's slogan 'Heerlijk helder Heineken' weer van stal gehaald.
Vooral hun opvolgers kunnen van over de schouder meekijkende oud-leiders ellende verwachten. Freddy liet bij zijn vertrek als bestuursvoorzitter een bestuurlijk gat achter. Bij Heineken was het overigens niet zo'n grote puinhoop als bij Anton Dreesmann. Het botste al snel tussen commissaris Anton en zijn welhaast even dominante opvolger Arie van der Zwan.
Zo zijn er meer gevallen van moeizame opvolging. Hans Stellingsma legde het onlangs af tegen Sylvia Content Tóth. Commissaris én grootaandeelhoudster Sylvia verkocht de noodlijdende tent tegen zijn zin in. Baasje Arie Maas van KBB kon als commissaris - zelfs zonder grootaandeelhouderschap -opvolgers wegens zwak management lozen en De Bijenkorf aan Vendex verkopen. Alleenheerser Cor Boonstra wist zijn zwaarwichtige voorganger Jan Timmer uit de raad van commissarissen te verdrijven. Toch lijkt het of Boonstra heeft moeten zwichten voor de oude Philipsclan. Onlangs verklaarde hij dat de bestuursvoorzitter eigenlijk een Philipsman diende te zijn.
Het beste voorbeeld van de zwakke management-nalatenschap van afgezwaaide sterke leiders is het huidige machtsvacuüm bij Reed Elsevier. Pierre Vinken had de bloedgroepenslag met de Reed-topman gewonnen. De Reed-bloedgroep wist de eenhoofdige opvolging echter tot na zijn opstappen als commissaris te rekken. Vinken kon nog slechts twee weken voor het bereiken van de leeftijdsgrens demonstratief opstappen - zonder opvolger. Jaap Peters heeft gelijk. Oud-toplieden horen niet in de raad van commissarissen thuis. Alleen heeft dat met aandeelhoudersinvloed weinig te maken.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Uitverkoop aan de Maas
1999/04/23 in Management Team door Jos van Hezewijk

Een jaar geleden liepen de Nederlandse aandeelhouders te hoop tegen beschermingsconstructies. Maar de Nederlandse ondernemers wrongen zich in de gekste bochten om te ontkomen aan het schrikbeeld van een vijandige overname. Als voorschot op de val van de beschermingsmuur riepen ze de hulp in van de Bende van Zeven: vijf financiële instituten (ING, Rabo, ABN Amro, Fortis en Aegon) en twee pensioenfondsen (ABP en PGGM). Bij deze 'bevriende' beleggers wordt meer dan 30 procent van de cumulatief preferente aandelen in Nederland geplaatst. Kunnen onze nationale kroonjuwelen in ieder geval niet meer in buitenlandse handen vallen, dachten we.
We zouden beter moeten weten. Een beetje ondernemer zou zijn eigen moeder nog verkopen, als het maar schuift. Zo verpatst Nedlloyd haar winstgevende landtransportdivisie - waaronder good old Van Gend en Loos - nota bene aan de Duitsers (Deutsche Post), terwijl de heren enkele jaren geleden nog moord en brand schreeuwden toen de Noorse reder Torstein Hagen iets dergelijks voorstelde. Nedlloyd wil de opbrengst steken in de joint venture P&O Nedlloyd, waarvan het hoofdkantoor overigens in Londen staat.
Nedlloyd is met 30 procent kernaandeelhouder van containerterminal ECT, de spil van de Rotterdamse haven. De Betuwelijn wordt speciaal aangelegd ten behoeve van ECT en NS Cargo. Maar NS Cargo wordt mogelijk overgenomen door Deutsche Bahn. En ECT komt voor de helft in handen van een Chinees conglomeraat; een grote klant, de Deense reder Maersk, had er trouwens al een dikke vinger in de pap. De Noorse reder Stolt-Nielsen bouwt intussen een 5,08-procentsbelang op in het Rotterdamse tankopslagbedrijf Van Ommeren, zogenaamd 'om de relatie te verstevigen'. En de Rotterdamse binnenvaartsector wordt al jarenlang door Duitse reders gedomineerd.
Het is sinds jaar en dag uitverkoop in de 'koopgoot' aan de Maas. Jaren geleden al verkocht de familie Van der Vorm de activiteiten van de befaamde Holland America Lijn (HAL) aan het Amerikaanse Carnival Cruises. De familie Lubbers deed haar staalbedrijf weg. Nederlands eerste grote beleggingsmaatschappij Robeco ging naar de Rabobank. Shell heeft haar Rotterdamse hoofdkantoor te koop gezet. Unilever gaf onlangs 18 miljard weg.
En wat doen de havenbaronnen terwijl de hele wereld in Rotterdam op koopjes jaagt? Afwachten en ruzie maken. In 1983 zakte de gezamenlijke scheepsbouwer RSV als een plumpudding in elkaar. Na de ingebruikname in 1984 van de gezamenlijke containerterminal ECT bleven de Rotterdamse partners deze nog jarenlang beconcurreren. Havenbaron Pieter van der Vorm van overslagbedrijf HES bevocht een Pyrrusoverwinning op concurrent Jan Rijsdijk. Havenbaron Hans Kraaijeveld van Hemert van Boskalis knokte familievetes uit met de families Bos en Kalis. De fusie tussen Van Ommeren en Ceteco (VOC) liep in 1992 slecht af. En de fusie van Van Ommeren en Pakhoed ketste vorig jaar al direct af. Gelukkig gaat het wél goed met Feyenoord, de voetbalclub dan. Het wordt tijd dat ook de havenbaronnen weer eens uitvaren om in andere wereldhavens z‚lf op koopjesjacht te gaan. Want anders hebben de Rotterdammers straks niets meer om hun mouwen voor op te stropen.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Luxe-problemen
1999/04/09 in Management Team door Jos van Hezewijk

Ondankbare honden zijn het, aandeelhouders. Onlangs konden ze in de krant lezen dat zij bij gelegenheid van het afscheid van topman Morris Tabaksblat de hoofdprijs in de Unilever-loterij hadden gewonnen. Zestien miljard gulden zat er in de jackpot. En wat doen ze? Nog geen bedankje kan er af voor die sigaar - 34 procent extra gratis koerswinst over het afgelopen jaar - uit eigen doos. De aandelenkoersen geven geen kik.
De markt heeft altijd gelijk. Een tijdelijke kunstmatige verhoging van de winst per aandeel biedt dus weinig toekomstperspectief. Sparen voor slechte tijden of voor het opbouwen van een oorlogskas acht men onnodig. Je kunt met dat geld beter andere aandelen kopen, vindt de Unilever-top blijkbaar. Welnu: food doet het altijd goed in zwaar weer. Waarom dus geen aandelen in concurrent Procter & Gamble aangekocht? Die zijn nu een stuk goedkoper dan Unilever. Aan het roer staat de Fries Durk Jager. Unilever-topman Niall FitzGerald legde het enkele jaren geleden nog tegen hem af in de Omo Power-affaire. Of anders aandelen Benckiser misschien. Aan het hoofd van deze Duitse concurrent staat de 43-jarige Nederlander Bart Becht.
Is de miljardenjackpot nu een nieuwe trend bij een nieuwe en harde generatie toplieden, die hun voorgangers in januari in het zakenblad Forbes nog verweten aan emotioneel management te doen? Of is deze nivellering op korte termijn afgekeken van bewindslieden in verkiezingstijd, die daarmee overigens op langere termijn ook altijd weinig affectie opwekken.
Men had met een deel van het overschot natuurlijk ook goede doelen kunnen sponsoren, zoals Goldman Sachs onlangs deed. Daar houden werknemers en consumenten een warm gevoel aan over. Veel bedrijven gaven al het goede voorbeeld. VSB-bank richtte een cultureel fonds op. Center Parcs-oprichter Piet Derksen zette zijn spaarcenten in voor de katholieke zaak. En Eckart Wintzen, oprichter van softwarehuis BSO, schonk zijn privébelangen in een aantal kleine vernieuwende bedrijfjes aan goede doelen.
Ter geruststelling: praktische bijbedoelingen waren er ook. VSB kon om juridische redenen het geld niet aan haar vermogen toevoegen. Derksen achtte het slecht voor zijn kinderen - wat na zijn dood bewaarheid werd. En Wintzen moest schenken om de schijn van belangenverstrengeling met zijn bestuurdersschap bij de charitatieve Postcodeloterij te voorkomen.
Unilever kan ook te rade gaan bij Philips-topman Cor Boonstra. Die bouwde in navolging van zijn Amerikaanse bazen bij Sara Lee/Douwe Egberts aan een uitgelezen kunstcollectie. En we hebben hier toch niet met een watje van doen. Nu houdt hij vanuit de Amsterdamse Rembrandttoren toezicht op de Stichting Nationaal Fonds Kunstbezit van Vereniging Rembrandt. Dit fonds kreeg zoals bekend van De Nederlandsche Bank 110 miljoen gulden belasting geld cadeau om Mondriaans Victory Boogie Woogie te kopen. Misschien kan Unilever die omstreden 110 miljoen weer in de staatskas storten.
En anders zou Unilever wellicht ook eens contact op kunnen nemen met Van Melle, een bedrijf uit dezelfde milieugevoelige voedingsmiddelenbranche. Van Melle steunde commercieel succesvol het Wereld Natuur Fonds. Want met ideële sponsoring kun je, naast maatschappelijk draagvlak, op langere termijn ook aardige rendementen kweken. Door dat warme koopgevoel.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Om persoonlijke redenen
1999/03/26 in Management Team door Jos van Hezewijk

Ondernemers vinden politici schijnheilig. Maar de heren ondernemers zijn zelf ook geen helden in het tonen van hun emoties. Zo deed Philips-topman Cor Boonstra onlangs het vertrek van president-commissaris Floris Maljers formeel af met het veelbetekenende "om persoonlijke redenen". Geen mens twijfelt er natuurlijk aan dat er flinke ruzie is geweest. Philips heeft een hele traditie hoog te houden. Vrijwel jaarlijks vertrekken daar commissarissen met een smoes via de achterdeur. Wisse Dekker, Pehr Gyllenhammer, Thomas Perkins en Jan Timmer. Voor Floris Maljers is het overigens niet de eerste keer dat hij er 'om persoonlijke redenen' vandoor gaat. In 1996 verdween hij bij ABN Amro. Naar eigen zeggen omdat hij een twaalfjarig commissariaat wel mooi genoeg vond. In de wandelgangen werd echter alom gefluisterd dat hij was gepasseerd als president-commissaris. Cor Boonstra zelf verliet de raad van commissarissen van Vendex ooit eveneens 'om persoonlijke redenen'. En ACF, Pakhoed en Reaal loosden de afgelopen vijf jaar ook viermaal commissarissen in een nevel van 'persoonlijke redenen' onder het motto 'een heer huilt niet in het openbaar'.
Koploper in de stille aftocht is overigens KNP BT. In 1994 gaf mr. R. Smith - geen valse naam - er om persoonlijke redenen de brui aan, in 1995 gevolgd door havenbaron Hubert Crijns. Eind 1997 brak KNP BT zijn record: de hele raad van commissarissen op ‚‚n na vertrok - 'om persoonlijke redenen'. Ze hadden de ware reden voor het vertrek van bestuurders (het achter de rug van de raad van commissarissen om proberen te verpatsen van het bedrijf) verhuld met de dezelfde dooddoener 'om persoonlijke redenen'.
Het kan ook anders. Onlangs stelde Bodo Douqué zijn commissariszetel bij Ring!Rosa ter beschikking aan 'iemand die zich meer kan vinden in de stijl en inhoud van de vigerende bedrijfsvoering'. Feyo Sickinghe gaf in 1991 zijn commissariaat bij Nedlloyd openlijk op vanwege de affaire rond grootaandeelhouder Tornstein Hagen. In 1992 vertrok commissaris Frans Swarttouw bij Fokker wegens de macht van grootaandeelhouder DASA. En in 1995 verdween de voltallige raad van commissarissen van de Staatsloterij met veel bombarie van het toneel. Volgens commissaris Ger van Schaik, omdat 'de aandeelhouder (de Staat der Nederlanden) vanaf het begin van de verzelfstandiging niet erg veel begrip heeft hoe zaken in de zakenwereld lopen'.
In al deze gevallen vonden de heren commissarissen het blijkbaar wel opportuun dat de aandeelhouders op de hoogte waren van hun echte motieven. Maar vertrekredenen van commissarissen zijn voor aandeelhouders altìjd van belang. Meestal is er dan immers iets grondig mis bij het bedrijf. Helaas doen de aandeelhouders zelf in het algemeen weinig moeite om bij een vertrek de waarheid boven tafel te krijgen. Net als na het mistige opstappen van Floris Maljers bij Philips gaan de koersen in zo'n geval zelden omlaag. Ook de heren aandeelhouders lijden liever in stilte.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Keukengordijntjes
1999/03/12 in Management Team door Jos van Hezewijk

Buitenlanders verbazen zich er vaak over: Nederlanders laten 's avonds de gordijnen open. Het lijkt alsof iedereen altijd alles mag zien. Zo niet in de kwestie-Schiphol. Afhankelijk van de windrichting worden er rapporten uit de hoge hoed opgediept die nu eens pleiten voor een HSL-verbinding voor Schiphol, dan weer voor uitbreiding van de luchthaven. En nu is er dan de welhaast criminele verhulling van feiten rond de Bijlmerramp.
De Nederlandse openheid valt tegen als we zien wie er in de keukens waarin allerlei zaakjes voorgekookt precies door de gordijnen mogen gluren. Bij Schiphol ontwaren we dan een wel zeer select gezelschap pottenkijkers, met naast het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Rijksluchtvaartdienst (RLD) organisaties als Nederland Distributieland, de Nationale Havenraad, de NS, Stichting Toekomstbeeld der Techniek en de Orde van Nederlandse Raadgevend Ingenieurs. De Schiphol-circuits zijn klein.
De nu door de Bijlmer-affaire in opspraak geraakte Jan Willem Weck was destijds bijvoorbeeld enerzijds - als commissaris - pleitbezorger van Schiphol, anderzijds - als directeur-generaal - van de RLD controleur. Rob den Besten was eerst - als hoogste ambtenaar op Verkeer en Waterstaat - controleur van de luchthaven, daarna - als president-directeur - de verantwoordelijke man. Hij werd gecontroleerd door ir. Hans Smits, ten tijde van de Bijlmerramp inmiddels zelf de baas van Schiphol. Beide heren waren als topambtenaar commissaris bij zowel KLM als NS. Bij dit andere grote infrastructureel concern, de NS, is Rob den Besten inmiddels de baas.
Als we de spinnen in dit web van overlappende netwerken nader inspecteren, tekent zich een 'Oosterschelde-clan' af: 17 ingenieurs die elkaar in de jaren zeventig bij de aanleg van de Oosterscheldedam leerden kennen, en die nu elk op infrastructurele sleutelposities zitten: Schiphol, Verkeer en Waterstaat, grote aannemers, een ingenieursbureau, universiteiten, projecten zoals de Betuwelijn en de HSL. Meest centrale spin: alweer Hans Smits, die binnenkort overigens bestuursvoorzitter van de Rabobank wordt.
De ingenieursnetwerken hebben de slagvaardigheid bij de uitvoering van grote infrastructurele projecten in Nederland altijd bevorderd. Maar tegenwoordig eist de besluitvorming rond zulke infrastructurele werken meer aandacht dan de uitvoering ervan. Die besluitvorming vraagt om een groter maatschappelijk draagvlak en dus om meer openheid. Beide verdragen zich slecht met kleine circuits die bang zijn om bij het 'voorkoken' allerlei pottenkijkers door de keukengordijntjes te laten meegluren. Dat is de afgelopen weken bij de Bijlmerenquête weer nadrukkelijk gebleken.
Dit gedrag wakkert het verzet tegen grote projecten zoals de uitbreiding van Schiphol aan. Terwijl het toelaten van pottenkijkers in de keuken de betrokkenheid en dus het draagvlak alleen maar kan vergroten. Gerlach Cerfontaine, de nieuwe baas van Schiphol, moet echtgenote Pia Dijkstra van het NOS-journaal maar eens vragen hoe dat met keukengordijntjes werkt.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Herintredende topmannen
1999/02/26 in Management Team door Jos van Hezewijk

Is er voor een topman nog leven na het ontslag? Boven de vijftig, en een imago van ruziemaker, betweter of knoeier - een normaal mens kan het met minder op de arbeidsmarkt wel vergeten. Toch lukt het 10% van de bestuurders van de 500 grootste ondernemingen van Nederland die om 'foute' redenen de bons krijgen zich terug te vechten naar de top. Doug Dunn, 1 december met ruzie bij Philips vertrokken, had per 1 februari alweer een aanstelling bij ASML. Financieel topman Theo Pruntel van Randstad is een ander recent voorbeeld. Pruntel verliet Goldschmedings bedrijf in 1977 uit pure verveling. Pruntel dacht aan een bedevaart naar Santiago de Compostela. Hij verwachtte binnen enkele jaren, als hij weer zin had om te werken, wel weer ergens met open armen te worden ontvangen. Je zou denken dat zo'n luiaard van boven de vijftig nooit meer aan de slag komt. Duikt Pruntel onlangs opeens als op topman van Koninklijke Ten Cate. Daar zal hij zich trouwens absoluut niet hoeven te vervelen. Jan Westerhoud kon het in 1997 niet meer bolwerken bij Baan. Hij wilde het wat rustiger aan gaan doen. Pas 45 en dan al aan het eind van zijn Latijn: Westerhoud leek een man zonder toekomst. Komen we hem in 1998 opeens tegen bij GTI, geen onderneming overigens die uitblinkt in rust. De herintredende topman komt het meest voor in de wereld van het grote geld. Zo stapte Peter van der Lugt begin 1995 met knallende ruzie op bij de Nationale Investerings Bank (NIB); datzelfde jaar nog werd hij met vlag en wimpel binnengehaald bij hoekmansbedrijf Van der Moolen. Joost Kuiper deed MeesPierson voor ABN Amro, maar werd later mét MeesPierson aan Fortis verkocht. Nadat daar vorig jaar harde woorden waren gevallen, werd hij binnen enkele maanden weer liefdevol opgenomen in de ABN Amro-familie. Overigens is het geen nieuwe trend. Het soepel herintreden van toplieden komt al jaren voor. Toen Jan Willem Berghuis in 1991 bij Akzo door Aernout Loudon naar huis werd gestuurd, was dat blijkbaar voor Pakhoed een goede reden hem datzelfde jaar nog aan te trekken als vice-voorzitter van de raad van bestuur. Fokker-bestuursvoorzitter Erik Jan Nederkoorn wist er na zijn problematische vertrek in 1994 zelfs een heuse promotie uit te slepen. Hij kwam uiteindelijk in 1996 in de top van Deutsche Telekom terecht. Philips biedt de mooiste voorbeelden. Cor Boonstra kwam na zijn duister ontslag als topman van Sara Lee in 1993, vier maanden later als een duveltje uit een doosje in de raad van bestuur van Philips terecht. Hij werd zelfs president. Was dit trouwens wel een herintreden, of had hij het baantje al bij zijn aftreden op zak, zoals mogelijk ook het geval was bij zijn gedoodverfde opvolger Roel Pieper, collega Dudley Eustace en Doug Dunn? Doorgaans lijken de ontslagen pas naar buiten te komen op het moment dat de top-ruziemakers hun nieuwe baantje al achter de hand hebben. De herintreding sluit veelal wel erg fraai aan op de vervroegde uittreding.
En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Afrekenen
1999/02/12 in Management Team door Jos van Hezewijk

In het Nederlandse bedrijfsleven zou sprake zijn van een nieuwe trend: zodra de winst onder de rode streep komt, worden toplieden steeds vaker gedwongen af te treden. Afrekenen heet dat. Maar om dit nu een nieuwe trend te noemen...
Sinds 1995 is het aantal bestuurders van de vijfhonderd grootste Nederlandse ondernemingen dat 'om persoonlijke redenen' moest opstappen met maar liefst 30 procent gedaald. De schijnbare hausse van topmanagers die de bons krijgen behoeft dus enige relativering.
Officieel verliet R. Huisman begin jaren negentig Ceteco 'wegens verschil van mening over het te voren beleid', maar zijn vertrek werd direct in verband gebracht met slechte resultaten. ING heeft ook verschillende bestuurders de laan uit gestuurd omdat zij de fusie tussen NMB/Postbank en Nationale Nederlanden niet in goede banen konden leiden. Denk aan de afrekening met Ton Soetekouw en Wim Scherpenhuysen Rom in 1992.
Philips begon nog eerder met het afrekenen van toplieden op resultaten. Bestuursvoorzitter Rodenburg moest in 1981 weg wegens wanprestaties door drankmisbruik. Cor van der Klugt moest in 1990 'uit eigen vrije wil en in het belang van het bedrijf' het veld ruimen wegens te optimistische winstverwachtingen en een verhouding met zijn secretaresse, maar niet voordat hij eerst zelf financieel bestuurder Henk Goris en zijn aanvankelijke kroonprins Frans Otten uit de raad van bestuur had verwijderd. Ook Gerd Lorenz van de verliesgevende divisie Communicatie- en Informatiesystemen mocht van Van der Klugt vertrekken. Cor Boonstra rekende begin 1997 nog af met voorganger Jan Timmer, die zijn zetel in de raad van commissarissen moest opgeven.
Eigenlijk is er dus niet nieuws onder de zon en is er van een moderne afrekencultuur geen sprake. De vraag is immers of de bestuurders die recentelijk aan de kant zijn gezet wel verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de problemen binnen hun bedrijven. Of het - met andere woorden - Doug Dunn is aan te rekenen dat Philips de verkoop van mobieltjes niet boven de rode streep kon krijgen. Of dat Marinus Minderhoud hoogst persoonlijk ING Barings vlot kon trekken. Was het Frits Eigenfeld die zijn ogen had gesloten en pas veel te laat de handel van Ceteco in het kwakkelende Latijns-Amerika in rook zag opgaan?
De grootste fout die deze leiden op hun conto hebben staan, is het aanvaarden van een benoeming als kapitein op een wrakke schuit met het tij tegen. Was het niet zo dat Philips pas besloot in mobiele telefonie te stappen toen de kaarten op de wereldmarkt al ruim en breed waren verdeeld? Was de aankoop van Barings door ING wel zo n meesterzet? En is de handel in Latijns-Amerika niet bij voorbaat aan erosie onderhevig?
Het was bestuursvoorzitter Cor Boonstra die bepaalde dat Philips een aanzienlijk marktaandeel kon behalen op de GSM-markt. Minderhouds voorganger bij ING Barings, Hessel Lindenbergh, kreeg de zakenbank evenmin op het spoor, maar dat leidde niet tot repercussies van Aad Jacobs, de gevierde topman van ING die immers zélf Barings had gekocht. Andrew Land, de bestuursvoorzitter van Ceteco-eigenaar Hagemeyer, kon niet anders dan erkennen dat de orkaan Mitch slechts van minimale betekenis was voor de problemen de het handelshuis ondervindt in Latijns-Amerika. Daarmee geeft hij impliciet toe dat zakendoen in Zuid-Amerika hoe dan ook een risicovolle onderneming is.

En wat vindt u? Onzin, kletskoek of misschien wel mee eens!?
Naam
Email 

Contact
Terug naar de Homepage